Uitspraak
[verzoeker] ,
de burgemeester van de gemeente Breda,
[echtgenote van verzoeker] ,
- het beroepschrift en het verzoek tot voorlopige voorzieningen;
- het e-mailbericht met bijlagen van de Gemeente Breda van 1 maart 2023.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 2 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. T. van Riel, beroep heeft ingesteld tegen een besluit van de burgemeester van Breda. Dit besluit betrof een huis- en contactverbod dat op 27 februari 2023 was opgelegd voor de duur van tien dagen, vanwege een situatie van wederzijds fysiek geweld en alcoholverslaving tussen verzoeker en zijn echtgenote. Tijdens de zitting op 2 maart 2023 werd duidelijk dat de situatie tussen partijen niet substantieel was verbeterd; er waren geen veiligheidsafspraken gemaakt en de communicatie tussen hen was gebrekkig. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester terecht het huisverbod had opgelegd, gezien de ernst van de situatie en het gevaar voor de veiligheid van de echtgenote. Verzoeker had weliswaar aangegeven open te staan voor hulpverlening en had stappen ondernomen om zijn alcoholverslaving aan te pakken, maar dit was onvoldoende om het huisverbod op te heffen. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.