ECLI:NL:RBZWB:2023:1730

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 februari 2023
Publicatiedatum
16 maart 2023
Zaaknummer
C/02/399480 / FA RK 22-3100
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Slot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging erkenning van een minderjarige op grond van niet-biologische vaderschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vernietiging van de erkenning van een minderjarige. De vrouw, die de moeder is van de minderjarige, heeft verzocht om de erkenning van de minderjarige door de man, die niet de biologische vader is, te vernietigen. De man had de minderjarige erkend op 31 augustus 2021, maar de vrouw heeft tijdens de mondelinge behandeling op 13 januari 2023 haar verzoek tot vernietiging ingetrokken. Hierdoor was er geen noodzaak meer om het verzoek verder te beoordelen. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw afgewezen.

De zaak werd behandeld door mr. Slot, die tevens kinderrechter was, en de uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. Duerink-Bottinga. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de relevante stukken, waaronder eerdere beschikkingen en het verslag van de bijzondere curator. De bijzondere curator, mr. E. Sijnesael, was aangesteld om de belangen van de minderjarige te behartigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw het eenhoofdig ouderlijk gezag over de minderjarige uitoefent en dat de minderjarige bij haar woont. De rechtbank heeft de vrouw in haar verzoek niet in het gelijk gesteld, wat betekent dat de erkenning van de man als vader van de minderjarige in stand blijft.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/399480 / FA RK 22-3100
datum uitspraak: 14 februari 2023
beschikking betreffende vernietiging erkenning
in de zaak van
[de vrouw],
hierna te noemen: de vrouw,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. S.J. Nijssen te Goes,
betreffende de minderjarige:
[minderjarige] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2022, hierna te noemen: [minderjarige] .
Als belanghebbenden in onderhavige zaak worden aangemerkt:
[de man] ,hierna te noemen: de man, wonende te [woonplaats 2] ;
mr. E. Sijnesael, advocaat te Middelburg, in haar hoedanigheid van bijzondere curator over voornoemde [minderjarige] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
- de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg,
hierna te noemen: de Raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.

1.Het procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- de beschikking van de rechtbank van 13 oktober 2022 en alle daarin vermelde stukken;
- het verslag van de bijzondere curator van 8 november 2022, binnengekomen bij de griffie op 11 november 2022.
1.2
Het verzoek is mondeling behandeld op 13 januari 2023, gelijktijdig met de behandeling van het verzoek van de bijzondere curator tot vernietiging van de erkenning, bij de rechtbank bekend onder zaak- en rekestnummer C/02/403252 FA RK 22-5059 en de behandeling van het verzoek van de Raad tot ondertoezichtstelling van [minderjarige] , bekend onder zaak- en rekestnummer C/02/404740 JE RK 22-2245. Bij die gelegenheid is verschenen de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, de man en de bijzondere curator. Tevens was aanwezig een zittingsvertegenwoordigster van de Raad.

2.De feiten

2.1
Uit de vrouw is op [geboortedag] 2022 te [geboorteplaats] de [minderjarige] geboren.
2.2
De man heeft de minderjarige met toestemming van de vrouw erkend op 31 augustus 2021. De man is niet de biologische vader van [minderjarige] .
2.3
[minderjarige] woont bij de vrouw.
2.4
De vrouw oefent van rechtswege het eenhoofdig ouderlijk gezag over de minderjarige uit.
2.5
Bij beschikking van 13 oktober 2022 heeft de rechtbank mr. E. Sijnesael benoemd tot bijzondere curator over [minderjarige] .

3.Het verzoek en de beoordeling

3.1
De vrouw verzoekt om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat de erkenning van [minderjarige] door de heer [de man] op 31 augustus 2021 zal worden vernietigd op grond van dwaling door de vrouw.
3.2
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de vrouw haar verzoek ingetrokken. Gelet op de intrekking van het verzoek door de vrouw hoeft dit verzoek niet meer nader te worden beoordeeld. Het verzoek van de vrouw zal dan ook worden afgewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek van de vrouw af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Slot, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2023 in tegenwoordigheid van mr. Duerink-Bottinga, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.