Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 maart 2023,
- de door eiseres overgelegde producties;
- de mondelinge behandeling op 15 maart 2023.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 maart 2023 een vonnis gewezen in kort geding, waarin eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.G.J. van Kerkhof, vorderde dat gedaagde, die niet verschenen was, zou worden veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning aan [adres] te ontruimen. Eiseres heeft in de dagvaarding uiteengezet dat zij spoedeisend belang heeft bij de ontruiming. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke termijn voor dagvaarden op mondelinge last is verkort en dat de bij wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, waardoor verstek werd verleend aan gedaagde.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het gevorderde niet ongegrond of onrechtmatig is en heeft de vordering toegewezen, met inachtneming van een termijn van veertien dagen voor gedaagde om zich voor te bereiden op de ontruiming. De gevorderde machtiging om de ontruiming zelf uit te voeren met behulp van de sterke arm van justitie is afgewezen, omdat deze gelet op de wet overbodig werd geacht. Tevens is er geen proceskostenveroordeling verzocht door eiseres, en omwille van de familierechtelijke relatie tussen partijen heeft de voorzieningenrechter besloten de proceskosten te compenseren.
Het vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.