ECLI:NL:RBZWB:2023:1820

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
20 maart 2023
Zaaknummer
C/02/406665 / FA RK 23/857
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 10 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1994. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een periode van zes maanden. Dit verzoek volgde op een eerdere afwijzing van een zorgmachtiging in 2021, waarbij betrokkene destijds mogelijkheden had om de behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor zowel betrokkene als zijn omgeving.

Tijdens de mondelinge behandeling op 10 maart 2023 waren betrokkene, zijn ouders, de psychiater en de casemanager aanwezig. Betrokkene heeft aangegeven bereid te zijn om op vrijwillige basis medicatie te accepteren, maar de psychiater en de casemanager hebben betoogd dat de behandeling op vrijwillige basis momenteel niet mogelijk is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden, gezien de fragiele toestand van betrokkene en zijn eerdere terugval in de behandeling.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 10 september 2023, en de maatregelen voor verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie indien ambulante behandeling ontoereikend blijkt. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Phillips, rechter, en op 20 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/406665 / FA RK 23/857
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 10 maart 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G.J. Woodrow te Tilburg.

1.Het procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen bij de griffie op 21 februari 2023. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 20 februari 2023;
  • de medische verklaring van 15 februari 2023;
  • een zorgplan van 14 februari 2023;
  • een zorgkaart van 17 februari 2023 (niet ingevuld);
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
  • een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 maart 2023, op het woonadres van betrokkene.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. Woodrow;
  • de ouders van betrokkene;
  • dr. [psychiater] en zorgverantwoordelijke;
  • mw. [casemanager] vanuit het f-act team.
1.4
De officier van justitie is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en is dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van 6 maanden en voor de volgende vormen van verplichte zorg:
  • toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.

3.De standpunten

3.1
Namens en door betrokkene is, samengevat, aangevoerd dat hij bereid is om op vrijwillige basis depotmedicatie te accepteren, mits hij geen last heeft van de bijwerkingen. Op dit moment gaat het goed met betrokkene. Hij heeft baat bij de medicatie en niet veel last van de bijwerkingen. In de periodes dat het minder goed met hem ging, heeft hij de behandeling ook niet volledig afgehouden. Betrokkene wil graag een laatste kans om de behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. Hij bepleit daarom primair afwijzing van het verzoek. Subsidiair verzoekt betrokkene om de duur van de zorgmachtiging te bekorten tot maximaal drie maanden.
3.2
De ouders hebben, samengevat, aangegeven dat betrokkene duidelijk baat heeft bij de medicatie. De ouders hopen dan ook dat de medicatie van betrokkene goed wordt ingesteld, zodat hij minimaal last heeft van de bijwerkingen.
3.3
De psychiater heeft, samengevat, aangegeven dat het voortzetten van de behandeling op vrijwillige basis op dit moment niet mogelijk is. In de zomer van 2021 heeft de rechtbank een eerder verzoek om een zorgmachtiging voor betrokkene te verlenen afgewezen, omdat zij destijds mogelijkheden zag om de behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. Een aantal maanden later verzette betrokkene zich echter eerst tegen de voorgeschreven dosering van de depotmedicatie. Op een later moment wilde hij helemaal geen depotmedicatie meer accepteren en heeft hij de contacten met het f-act team afgehouden. In december 2022 is betrokkene, enkele weken nadat de zorg vanuit de ggz is afgesloten, psychisch gedecompenseerd waarna betrokkene kortdurend opgenomen is geweest in de accommodatie. Hoewel betrokkene toen op vrijwillige basis opgenomen is geweest, is die opname met veel moeite en door dreiging met een zorgmachtiging tot stand gekomen. Daarnaast heeft betrokkene onlangs pas één depot gehad. De huidige, positieve ontwikkelingen in het toestandsbeeld van betrokkene zijn dan ook nog fragiel.
De psychiater acht het daarom nu meer passend om de zorg op basis van een zorgmachtiging te verlenen. Over 6 maanden kan de behandeling volgens de psychiater mogelijk wel op vrijwillige basis worden voortgezet.
3.4
De casemanager heeft, samengevat, aangegeven dat te allen tijde eerst wordt ingezet op behandeling op vrijwillige basis. Dat is dus ook het geval wanneer de rechtbank een zorgmachtiging zal verlenen. Alleen als betrokkene weigert om de noodzakelijk geachte zorg op vrijwillige basis te accepteren, zal er verplichte zorg worden ingezet.

4.De beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Ook is er sprake van andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, levensgevaar, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank overweegt in dat verband dat betrokkene onder invloed van bovengenoemde psychische stoornis dreigend en (fysiek) agressief gedrag vertoont, ook richting zijn ouders. Daarnaast lijkt hij angstig en achterdochtig, met als gevolg dat er een periode is geweest dat hij nergens toe kwam, hij veel op de bank lag en hij zich had ziekgemeld op zijn werk. Hoewel de depotmedicatie bij betrokkene inmiddels weer is opgestart met als gevolg dat het nu beter met hem lijkt te gaan, is die situatie nog fragiel en kwetsbaar. Betrokkene beschikt bovendien over onvoldoende ziektebesef- en inzicht.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden dan wel te voorkomen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Het is de rechtbank gebleken dat de behandeling op vrijwillige basis in de afgelopen periode ontoereikend is geweest voor het afwenden dan wel het voorkomen van ernstig nadeel bij betrokkene en bij anderen. Gebleken is dat het betrokkene niet is gelukt om de noodzakelijk geachte depotmedicatie te blijven accepteren en om in contact te blijven met het f-act team. Daarnaast heeft betrokkene onlangs nog een terugval gehad waarna hij kortdurend opgenomen is geweest in de accommodatie. Hoewel betrokkene toen op vrijwillige basis opgenomen is geweest, is gebleken dat die opname met veel moeite en door dreiging met een zorgmachtiging tot stand gekomen. Daarnaast is de depotmedicatie pas onlangs opnieuw opgestart en zal betrokkene nog goed moeten worden ingesteld, waarbij de medicatie mogelijk nog zal moeten worden aangepast. De huidige, positieve ontwikkelingen zijn dan ook nog fragiel. Gelet hierop zijn er naar het oordeel van de rechtbank op dit moment dan ook nog onvoldoende mogelijkheden om de behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. Om die redenen is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles;
  • beperken van de bewegingsvrijheid,
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
  • opnemen in een accommodatie,
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de wettelijke vereisten voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 6 maanden, tot en met
10 september 2023.

5.De beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 10 september 2023.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2023 door mr. Phillips, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Wallerbos, griffier, en op 20 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.