ECLI:NL:RBZWB:2023:1824

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
20 maart 2023
Zaaknummer
C/02/406832 / FA RK 23/930
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 10 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1991. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van 12 maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen aan betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij betrokkene, haar moeder, broer en behandelend arts aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig.

Tijdens de behandeling heeft betrokkene aangegeven dat het beter met haar gaat, maar dat zij het verblijf in de accommodatie niet prettig vindt. De moeder van betrokkene sprak haar steun uit en hoopte dat betrokkene zou leren omgaan met haar trauma's. De arts bevestigde dat de medicatie aanslaat, maar dat betrokkene nog steeds kampt met wanen en dat verdere behandeling noodzakelijk is. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 10 september 2023, in plaats van de gevraagde 12 maanden. De rechtbank heeft de verzoeken om andere vormen van zorg afgewezen en benadrukt dat de wensen van betrokkene serieus genomen moeten worden. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Phillips, met mr. Wallerbos als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/406832 / FA RK 23/930
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 10 maart 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats],
wonende aan de [woonadres],
verblijvende in de accommodatie van [verblijfplaats],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G.J. Woodrow te Tilburg.

1.Het procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 februari 2023. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 23 februari 2023;
  • de medische verklaring van 22 februari 2023;
  • een zorgplan van 21 februari 2023;
  • een zorgkaart van 22 februari 2023 (niet ingevuld);
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
  • een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 maart 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. Woodrow;
  • de moeder van betrokkene;
  • de broer van betrokkene;
  • dr. [arts];
  • [coassistente];
  • [behandelaar].
1.4
De officier van justitie is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en is dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om een zorgmachtiging aansluitend op een eerdere zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van 12 maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
  • toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.

3.De standpunten

3.1
Namens en door betrokkene is, samengevat, aangegeven dat het wat beter met haar gaat. Zij slaapt momenteel veel. De opname en het verblijf in de accommodatie vindt betrokkene niet prettig. Zij is veel op zichzelf en kan moeilijk aansluiten bij de groep. Het liefste wil zij terugkeren naar huis. Zonder zorgmachtiging zou zij hier niet blijven. Zij is bereid om medicatie te accepteren, zo lang daarbij geen dwang wordt toegepast. Zij staat wel open voor de behandelcontacten met het f-act team. Indien de rechtbank toch een zorgmachtiging zal verlenen, dan verzoekt betrokkene om de duur daarvan te bekorten tot maximaal zes maanden, ook al levert een volgende mondelinge behandeling opnieuw spanningen en stress op. Betrokkene ziet ten slotte op tegen een eventuele overplaatsing naar een andere, meer gespecialiseerde instelling voor het ondergaan van traumabehandeling. Zij wil die behandeling liever ondergaan in de accommodatie waar zij momenteel verblijft.
3.2
De moeder en de broer van betrokkene zijn tijdens de mondelinge behandeling aanwezig ter ondersteuning van betrokkene. De moeder heeft daarbij, samengevat, aangegeven dat zij dankbaar is dat betrokkene in de accommodatie mag verblijven, dat zij vertrouwen krijgt en dat zij veiligheid ervaart bij de behandelaren. De moeder hoopt daarnaast dat betrokkene leert om te gaan met haar trauma’s en dat zij zich prettiger gaat voelen.
3.3
De arts heeft, samengevat, aangegeven dat de depotmedicatie aanslaat bij betrokkene en dat zij steeds beter in contact is, maar dat zij nog wel kampt met wanen. Eerst zal de psychische stoornis van betrokkene verder behandeld moeten worden. Pas daarna zal zij kunnen starten met traumabehandeling. Die behandeling kan volgens de arts, vanwege de complexe problematiek, niet in de huidige accommodatie plaatsvinden. In de komende periode zal er dan ook op zorgvuldige wijze en in samenspraak met betrokkene, haar familie en het f-act team worden gezocht naar een gespecialiseerde instelling waar betrokkene de traumabehandeling zal kunnen ondergaan. Desgevraagd geeft de arts aan dat de overstap naar een andere instelling zoveel als mogelijk stapsgewijs zal plaatsvinden.

4.De beoordeling

4.1
Bij beschikking van deze rechtbank van 17 oktober 2022 is ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging verleend, tot en met 17 april 2023. Op basis hiervan is betrokkene opgenomen en verblijft zij momenteel in bovengenoemde accommodatie.
4.2
Uit de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en overige DSM-5 stoornissen. Zij kampt daarnaast met ernstige traumatische problematiek.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in maatschappelijke teloorgang en ernstige verwaarlozing. De rechtbank overweegt in dat verband dat betrokkene onder invloed van psychotische ontregelingen en ernstige traumatische problematiek in de thuissituatie op sociaal-emotioneel en maatschappelijk vlak steeds verder afgleed. Betrokkene at en dronk slecht, er was sprake van afnemende zelfzorg en zij dreigde in een sociaal isolement te raken.
4.4
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene wil het liefste terugkeren naar huis. Zij heeft daarbij aangegeven dat zij zonder zorgmachtiging niet in de accommodatie zal blijven. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is, naar het oordeel van de rechtbank, voldaan aan de wettelijke vereisten voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De rechtbank ziet wel aanleiding om de zorgmachtiging in duur te bekorten. De rechtbank vindt het, zeker gezien de traumatische ervaringen die betrokkene heeft meegemaakt, namelijk belangrijk om de wensen van betrokkene hierin serieus te nemen en dat zij zoveel als mogelijk kan meebeslissen over het verloop van haar eigen behandeling. De rechtbank vindt het daarnaast van belang dat er op een eerder moment een evaluatiemoment vanuit de rechtbank zal plaatsvinden, omdat betrokkene erg opziet tegen een overplaatsing naar een andere, meer gespecialiseerde instelling voor het ondergaan van de noodzakelijke traumabehandeling. De machtiging zal daarom worden verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 10 september 2023. Het resterende deel van het verzoek zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 september 2023;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2023 door mr. Phillips, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Wallerbos als griffier, en op 20 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.