Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 januari 2023 in de zaak tussen
[naam eiser 1] , uit [plaatsnaam] ,
Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta (verweerder).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
1. Wat zijn de feiten?
2. Wat heeft verweerder besloten?
3. Wat is het toetsingskader?
Daarnaast heeft verweerder alleen gesteld en niet onderbouwd met stukken dat ophoging van de weg of een buitendijkse versterking niet mogelijk is. Verweerder heeft geen rapport of advies overgelegd waarin deze alternatieven door een deskundig te achten persoon zijn beoordeeld. In een door eisers overgelegd advies van ANDE(R)S Boomtechnisch Advies, wordt geconcludeerd dat beide alternatieven mogelijk zijn met behoud van de bomen.
Daar voegt de rechtbank aan toe dat verweerder ook alleen heeft gesteld, maar op geen enkele wijze heeft onderbouwd dat een binnendijkse versterking is vereist gelet op de openbare weg die op de kering aanwezig is, vanwege technische redenen, gelet op een logische en landschappelijk goede inrichting en voor de waterveiligheid. Het behoud van ruimte voor de natuurontwikkelingsopgave buitendijks kan naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf geen doorslaggevende reden zijn om juist en alleen op het perceel van eisers te kiezen voor een binnendijkse versterking, omdat de waterkering voor het overige en overgrote deel wel buitendijks wordt versterkt en die oplossing aldaar kennelijk niet in de weg staat aan de natuurontwikkelingsopgave.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover het betrekking heeft op dijkvak [kenmerk 1] ,
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1.674,-.