ECLI:NL:RBZWB:2023:1868

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 maart 2023
Publicatiedatum
21 maart 2023
Zaaknummer
C/02/406004 KG ZA 23-50 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Baggel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van verzoek om toegelaten te worden als erkend reparateur in economisch vestigingsgebied

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 maart 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] B.V. en [gedaagde] BV. [eiser] vorderde een voorlopige voorziening om de goedkeuring van [gedaagde] aan [naam] als erkend reparateur in het economisch verzorgingsgebied Hengelo ongedaan te maken. [gedaagde] had [naam] goedgekeurd als erkend reparateur, wat volgens [eiser] een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst met [gedaagde] opleverde. De rechtbank oordeelde dat [eiser] een spoedeisend belang had bij haar vorderingen, maar dat er onvoldoende bewijs was dat [gedaagde] tekort was geschoten in de overeenkomst of onrechtmatig had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de aanstelling van [naam] als erkend reparateur in Hengelo niet in strijd was met de overeenkomst en dat er geen onrechtmatige daad was gepleegd. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen en [eiser] werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/406004 / KG ZA 23-50
Vonnis in kort geding van 20 maart 2023
in de zaak van
[eiser] B.V.,
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. P.L.M.F. Roosendaal te Oss,
tegen
[gedaagde] BV,
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. E. Oude Elferink en mr. E.D. Elias te Brussel

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de producties 1 t/m 15 van [eiser] ;
- de producties 1 t/m 6 van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling op 6 maart 2023;
- de pleitnota van [eiser] ;
- de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

  • [gedaagde] is door Toyota Motor Europe (TME) in Nederland aangesteld als erkend selectief distributeur van motorvoertuigen en bijbehorende accessoires en onderdelen van het merk Toyota.
  • [gedaagde] sluit vervolgens voor de distributie van nieuwe Toyota motorvoertuigen en accessoires (sales) en het verrichten van herstel en onderhoud daarvan (aftersales) overeenkomsten met erkende dealers en erkende reparateurs.
  • [gedaagde] implementeert voor de
  • Binnen het Toyota netwerk wordt een erkend reparateur aangeduid als een 2S dealer en een erkend dealer tevens reparateur als een 3S dealer.
  • [eiser] is op grond van de Overeenkomst aangesteld als een 3S dealer.
  • Het CDA (“ Customer Driving Area”, volgens artikel 1 sub e van de Overeenkomst het aan de dealer toegewezen economisch verzorgingsgebied gebaseerd op de koopstromen en historische verkopen in dat gebied aangeduid door middel van postcodes) van [eiser] behelst Enschede, Losser, Haaksbergen, Ambt Delden, Hengelo, Delden, Borne, Diepenheim, en Goor. Het CDA is geen exclusief gebied van de dealer.
  • [gedaagde] heeft op 7 december 2022 telefonisch aan [eiser] medegedeeld dat [eiser] niet de beoogde partner is voor de toekomst en dat het tot het CDA van [eiser] behorende Hengelo begin 2023 niet meer door [eiser] kan worden ingevuld en aan een andere dealer zal worden toevertrouwd.
  • [eiser] heeft bij brief van 9 december 2022 daartegen haar bezwaren geuit.
  • Bij brief van 12 december 2022 aan [eiser] heeft [gedaagde] de Overeenkomst opgezegd tegen 1 januari 2025.
  • Bij brief van 3 januari 2023 heeft [gedaagde] aan [eiser] bericht dat zij van [naam] een formele aanvraag tot aanstelling als Erkend Toyota-Reparateur in Hengelo heeft ontvangen, dat [naam] voldoet aan de aanstellingsvereisten , zodat zij deze aanvraag gelet op het door haar gehanteerde kwalitatief selectief distributiesysteem dient goed te keuren en dat [naam] per 1 februari 2023 als Erkend Toyota Reparateur van start zal gaan. [gedaagde] geeft daarbij voorts aan dat het sales-postcodegebied van [eiser] als gevolg van de aanstelling van [naam] als Erkend Toyota Reparateur ongewijzigd blijft en dat [eiser] voor Hengelo de officiële Toyota dealer blijft.
  • Bij email van 3 februari 2023 heeft (de advocaat van) [eiser] aan [gedaagde] verzocht geen toestemming te geven aan [naam] om een erkend reparateurschap in Hengelo te openen.
  • Bij brief van haar advocaat van 14 februari 2023 heeft [gedaagde] te kennen gegeven dat zij aan het verzoek niet kan voldoen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert als voorlopige voorziening:
[gedaagde] te bevelen de aan [naam] gegeven goedkeuring om zich per 1 februari 2023 als erkend reparateur voor de Toyota merken te vestigen in het CDA Hengelo ongedaan te maken door deze in te trekken en ingetrokken te houden, gedurende twee jaren, althans tot 31 december 2024, althans totdat in een bodemprocedure daarover definitief zal zijn beslist, zulks op straffe van een dwangsom met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure, waaronder de nakosten.
3.2.
[gedaagde] heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] stelt zich, kort gezegd, op het standpunt dat [gedaagde] toerekenbaar tekortschiet in de Overeenkomst dan wel onrechtmatig jegens haar handelt doordat zij, zonder dat zij daartoe gehouden was, [naam] heeft toegelaten als erkend reparateur in het CDA Hengelo, althans dat zij heeft nagelaten gebruik te maken van haar bevoegdheid de aanvraag te weigeren. [eiser] lijdt schade vanwege het feit dat zij vanwege die aanstelling niet in de gelegenheid is gedurende de opzegtermijn haar investeringen terug te verdienen. Ter voorkoming van die schade, zo begrijpt de voorzieningenrechter, vordert zij dat [gedaagde] wordt bevolen haar toestemming aan [naam] ongedaan te maken.
4.2.
[gedaagde] stelt zich primair op het standpunt dat [eiser] niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Bij toewijzing zou het vonnis in kort geding, aldus [gedaagde] , een constitutief karakter krijgen, omdat daarmee de overeenkomst tussen [gedaagde] en [naam] zou worden gewijzigd of opgeheven. Voorts voert [gedaagde] inhoudelijk verweer tegen de vordering.
4.3.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Het gaat om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eiser] een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
spoedeisend belang
4.4.
Uit het feit dat [naam] zich inmiddels als erkend reparateur heeft gevestigd in Hengelo en (onder meer) het CDA Hengelo aan [eiser] als 3S dealer is toegekend, volgt dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, hetgeen [gedaagde] ook niet heeft weersproken, zodat [eiser] in haar vordering in zoverre ontvankelijk is.
formeel verweer
4.5.
De verhouding tussen [gedaagde] en [naam] wordt in deze procedure niet vastgesteld, zodat van een vordering met een constitutief karakter in die zin dat de rechtstoestand tussen [gedaagde] en [naam] wordt gewijzigd of opgeheven in zoverre geen sprake is. Daarin is dan ook geen beletsel gelegen voor de beoordeling.
inhoudelijk
4.6.
Vast staat dat [gedaagde] voor wat betreft herstel en onderhoud aan Toyota voertuigen (aftersales) een kwalitatief selectief distributiesysteem hanteert en dat dat inhoudt dat [gedaagde] met de door haar erkende reparateurs de verplichting aangaat om conform dat systeem te opereren. Gevolg daarvan is, zo staat tussen partijen eveneens vast, dat de contractsvrijheid van [gedaagde] wordt beperkt, omdat [gedaagde]
in beginseleen aanvrager als erkend reparateur dient toe te laten tot het systeem indien deze voldoet aan de aanstellingsvereisten. Terzake de verkoop van nieuwe Toyota voertuigen en accessoires hanteert [gedaagde] een kwantitatief en kwalitatief selectief distributiesysteem. Er is sprake van twee aparte netwerken met aparte voorwaarden.
4.7.
In een kwalitatief selectief distributiesysteem worden uitsluitend selectiecriteria gehanteerd die betrekking hebben op de kwaliteit van de distributeur. Door zodanige criteria toe te passen wordt, anders dan bij een kwantitatief en kwalitatief selectief distributiesysteem, geen directe beperking gesteld aan het aantal tot het netwerk van de leverancier toegelaten distributeurs of reparateurs. In geen van beide systemen is overigens sprake van exclusief toegewezen gebieden.
4.8.
Als onweersproken staat tussen partijen vast dat [naam] voldoet aan de objectieve criteria voor aanstelling als erkend reparateur.
4.9.
Beoordeeld dient te worden of [gedaagde] tekort is geschoten in de Overeenkomst dan wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] door [naam] toe te laten als erkend reparateur in het CDA Hengelo.
[eiser] stelt dat dat het geval is, omdat [naam] in feite als 3S dealer wordt toegelaten in het aan haar als 3S dealer toegekende CDA Hengelo. Daarmee wordt haar verdienmodel aangetast en is zij niet in staat om gedurende de opzegtermijn investeringen terug te verdienen. [gedaagde] had de aanvraag van [naam] dan ook moeten weigeren en had daartoe ook de vrijheid ondanks het kwalitatieve selectieve distributiesysteem en het toepasselijke mededingingsrecht, omdat sprake is van de bijzondere omstandigheden, dan wel legitieme overwegingen, zoals opgesomd onder randnummer 13 van de pleitnotitie, aldus [eiser] .
[gedaagde] stelt daartegenover dat de Overeenkomst geen bepaling bevat waaruit volgt dat het [gedaagde] niet is toegestaan om een andere partij zich als erkend reparateur in Hengelo te laten vestigen, maar dat zij op basis van de Overeenkomst en de EU-regelgeving juist verplicht is een aanvrager toe te laten, indien deze aan de toepasselijke vereisten voldoet. Indien zij een aanvraag, ondanks dat aan de objectieve criteria is voldaan, zou weigeren, handelt zij in strijd met het mededingingsrecht en riskeert zij boetes, aldus nog steeds [gedaagde] . Bovendien stelt [gedaagde] dat door de aanstelling van [naam] als erkend reparateur in Hengelo in feite niets verandert voor [eiser] en zij niet in haar bedrijfsvoering wordt geraakt.
4.10.
De voorzieningenrechter overweegt het volgende. Gelet op de omstandigheid dat
1) in de Overeenkomst is bepaald - en volgens het kwalitatieve selectieve Toyota aftersales netwerk geldt - dat [gedaagde] erkende reparateurs in Nederland aanstelt die aan de voorwaarden conform bijlage 4 bij de Overeenkomst voldoen,
2) de Overeenkomst niet voorziet in exclusiviteit voor [eiser] en
3) de Overeenkomst geen beperking ten aanzien van het aantal toe te laten erkende reparateurs (al dan niet in het aan [eiser] toegekende CDA) bevat,
kan door de toelating van [naam] als erkend reparateur in Hengelo, nu vast staat dat hij voldoet aan de in de Overeenkomst geformuleerde voorwaarden, in zoverre geen (directe) inbreuk op de Overeenkomst worden vastgesteld.
4.11.
Vervolgens ligt de vraag voor of niettemin sprake is van een handelen in strijd met de Overeenkomst door [gedaagde] vanwege het feit dat zich met de kwantitatieve en kwalitatieve selectieve distributieovereenkomst met [eiser] , althans met het systeem, niet zou verdragen dat [naam] die 3S dealer is in CDA Almelo als erkend reparateur wordt toegelaten in het CDA van 3S dealer [eiser] . De voorzieningenrechter is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is dat de rechter in de bodemprocedure tot het oordeel zal komen dat dat het geval is. Het volgende wordt daartoe in aanmerking genomen.
4.12.
Voorop gesteld wordt dat [naam] , als erkend reparateur in Hengelo in het kwalitatieve selectieve Toyota aftersales netwerk, niet de bevoegdheid heeft om vanuit Hengelo nieuwe Toyota voertuigen te verkopen. Het is [naam] als 3S dealer in Almelo ook verboden de contractproducten door te verkopen aan niet-erkende wederverkopers; een erkend reparateur is een niet-erkende wederverkoper. Overigens heeft te gelden dat [naam] de bevoegdheid tot verkoop in Hengelo wél heeft als 3S dealer vanuit zijn eigen CDA (Almelo), maar dat geldt ook omgekeerd voor [eiser] in CDA’s van andere dealers. Een CDA betreft immers niet een gebied waartoe de dealer is beperkt. Het voorgaande betekent dat op zichzelf niet als juist kan worden aanvaard dat de aanstelling van [naam] als erkend reparateur in Hengelo zich niet met het kwantitatief en kwalitatief selectief distributiesysteem, althans met de Overeenkomst verdraagt. Daarbij neemt de voorzieningenrechter terzijde nog in aanmerking dat [eiser] niet (als erkend reparateur) in Hengelo is gevestigd.
4.13.
Dat, zoals [eiser] stelt, [naam] via haar erkend reparateur-vestiging in Hengelo middels de “tussenpersoonconstructie” nieuwe Toyota voertuigen aan eindgebruikers in het CDA van [eiser] aan de man zal gaan brengen, betreft een toekomstige omstandigheid, die zich (kennelijk) nog niet heeft voorgedaan en waarop de voorzieningenrechter thans niet vooruit kan lopen en die ook geen rol speelt bij de vraag of de aanstelling van [naam] als erkend reparateur op zichzelf een tekortkoming of onrechtmatige daad oplevert. Dit betreft een kwestie van handhaving. Daarbij heeft te gelden dat, als gezegd, verkoop via niet-erkende wederverkopers (behoudens via een gevolmachtigde tussenpersoon) verboden is en dat [gedaagde] heeft aangegeven de regels van beide selectieve netwerken te zullen handhaven. Gelet op het voorgaande is evenmin voldoende aannemelijk geworden dat sprake is of zal zijn van (onterechte) aantasting van het verdienmodel van [eiser] .
4.14.
Tot slot heeft [eiser] nog aangevoerd dat het aanstellen van een 3S dealer als erkend reparateur in het CDA van een andere 3S dealer niet gebruikelijk is. Dit is door [gedaagde] weliswaar erkend, maar rechtvaardigt mede in aanmerking nemende al het voorgaande niet de conclusie dat het feit dat het nu wel is gebeurd een tekortkoming of onrechtmatige daad oplevert.
4.15.
Conclusie van al het voorgaande is dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de aanstelling van [naam] als erkend reparateur in Hengelo, althans het nalaten gebruik te maken van de gestelde weigeringsbevoegdheid, een tekortkoming in de nakoming van de Overeenkomst dan wel een onrechtmatige daad jegens [eiser] oplevert. Gelet op het type overeenkomst geldt het voorgaande te meer nu niet onvoorstelbaar is dat aan een weigering van de aanvraag van [naam] mededingingsrechtelijke consequenties zijn verbonden. Of [gedaagde] al dan niet de vrijheid had de aanvraag te weigeren kan gelet op voorgaand oordeel in het midden blijven.
Proceskosten
4.16.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.755,00

5.De beslissing

de voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] gevallen tot op heden begroot op € 1.755,00;
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Baggel en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2023.