ECLI:NL:RBZWB:2023:1954

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
24 maart 2023
Zaaknummer
9851878 CV EXPL 22-1320 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en reconventionele vordering tot teruggave van goederen in een civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee partijen, waarbij de eiser in conventie een schadevergoeding vorderde van € 5.000,- wegens ontvreemding van zijn inboedel door de gedaagde in conventie. De eiser stelde dat de gedaagde, terwijl hij in voorlopige hechtenis zat, zijn inboedel had meegenomen naar de woning van haar nieuwe vriend. De gedaagde voerde verweer en betwistte de vordering, waarbij zij stelde dat zij de spullen had meegenomen om deze veilig te stellen vanwege een dreigende ontruiming van de woning van de eiser. De kantonrechter oordeelde dat de eiser niet voldoende had onderbouwd dat de gedaagde in verzuim was en dat hij zelf in schuldeisersverzuim verkeerde, waardoor de vordering tot schadevergoeding werd afgewezen.

In reconventie vorderde de gedaagde in conventie teruggave van goederen die zij had aangeschaft tijdens haar verblijf bij de eiser. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet had betwist dat de eiser de goederen had aangeschaft en dat de eiser recht had op teruggave van deze goederen. Echter, gezien de onduidelijkheid over welke goederen precies waren achtergebleven, werd in plaats van teruggave een schadevergoeding van € 1.500,- toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden toegewezen aan de gedaagde in conventie, waarbij de eiser als grotendeels in het ongelijk gestelde partij werd veroordeeld in de kosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 9851878 \ CV EXPL 22-1320
Vonnis van 22 maart 2023
in de zaak van
[eiser in conventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij in conventie,verweerder in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie] ,
gemachtigde: mr. W.R. Aerts,
tegen
[gedaagde in conventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie] ,
gemachtigde: mr. R. Zwamborn en mr. A.M. Tibbe.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 juni 2022, met de daarin genoemde processtukken;
- de akte vermeerdering van eis in reconventie;
- de aantekeningen van de griffier met betrekking tot de op 14 februari 2023 gehouden mondelinge behandeling.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

in conventie
2.1
[eiser in conventie] vordert - samengevat - [gedaagde in conventie] te veroordelen tot betaling van:
a. een schadevergoeding van € 5.000,- of een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie zelf bepaalt;
b. de wettelijke rente over het onder sub a genoemde bedrag vanaf 26 februari 2022 tot en met de datum van algehele voldoening;
c. de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 625,-;
d. de proceskosten.
2.2
Hij legt het volgende aan zijn vordering ten grondslag. Partijen hebben gedurende een aantal jaren samen in de door [eiser in conventie] gehuurde woning aan de [adres] gewoond. Van 8 november 2021 tot en met 22 november 2021 heeft [eiser in conventie] in voorlopige hechtenis gezeten. In die periode heeft [gedaagde in conventie] nagenoeg de gehele inboedel van [eiser in conventie] ontvreemd en overgebracht naar de woning van haar nieuwe vriend, [naam] . [eiser in conventie] heeft aangifte gedaan van de diefstal van zijn inboedel. Nadat [eiser in conventie] zelf diverse pogingen heeft ondernomen de meegenomen inboedel terug te krijgen, heeft zijn gemachtigde [gedaagde in conventie] op 15 februari 2022 gesommeerd een bedrag van € 5.000,- aan schadevergoeding te betalen. Voor de bepaling van de waarde van de inboedel heeft hij aansluiting gezocht bij de laagste inboedelwaarde bij de inboedelverzekering van de ANWB. Aangezien [gedaagde in conventie] aan de sommatie geen gehoor heeft gegeven, is zij vanaf 2 maart 2022 in verzuim komen te verkeren en is zij vanaf die datum wettelijke rente verschuldigd. Daarnaast vordert [eiser in conventie] een bedrag van € 625,- aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.3
[gedaagde in conventie] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser in conventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in conventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in conventie] in de kosten van deze procedure waaronder de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente. Zij erkent dat zij twee televisies, een muurbeugel, een printer, de gasfornuizen, een laptop, een stofzuiger, de cameraspullen en een aantal kledingstukken heeft meegenomen. Zij heeft deze spullen (van waarde) meegenomen omdat gedurende de voorlopige hechtenis van [eiser in conventie] een medewerker van de woningstichting aan de deur is geweest, die aan haar mededeelde dat de door [eiser in conventie] gehuurde woning wegens een huurachterstand zou worden ontruimd. Om deze spullen veilig te stellen heeft [gedaagde in conventie] deze meegenomen en opgeslagen bij [naam] . De laptop heeft zij op verzoek bij de politie afgegeven, de overige spullen staan nog altijd opgeslagen en kunnen nog steeds aan [eiser in conventie] worden teruggegeven. Dit laatste heeft [gedaagde in conventie] overigens al meerdere malen geprobeerd, maar door toedoen van [eiser in conventie] is het tot op heden niet gelukt om tot een afspraak te komen. [gedaagde in conventie] betwist in ieder geval enig bedrag aan schadevergoeding verschuldigd te zijn.
in reconventie
2.4
[eiser in reconventie] vordert, na vermeerdering van eis, [verweerder in reconventie] te veroordelen tot:
I. (primair) teruggave van de onder productie 4 en 5 genoemde goederen aan [eiser in reconventie] , onmiddellijk na betekening van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [verweerder in reconventie] in gebreke blijft hieraan te voldoen zulks tot een maximum van € 15.000,-;
II. (subsidiair) onmiddellijke betaling van een bedrag van € 2.605,94 dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 juni 2022 tot de dag der algehele voldoening;
III. [verweerder in reconventie] te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en wettelijke rente.
2.5
Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat zij in de periode dat zij bij [verweerder in reconventie] in huis woonde voor een totaalbedrag van € 2.605,94 aan nieuwe inboedel heeft aangeschaft. Toen zij de woning moest verlaten zijn deze goederen achtergebleven in de woning. Zij wenst de door haar aangeschafte goederen terug te ontvangen van [verweerder in reconventie] .
2.6
[verweerder in reconventie] voert verweer.
2.7
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

in conventie
3.1
[eiser in conventie] vordert een bedrag van € 5.000,- aan schadevergoeding, welk bedrag hij baseert op de waarde (oftewel het verlies) van een volledige inboedel. Ter onderbouwing van zijn vordering heeft hij slechts de in productie 3 van de dagvaarding opgenomen lijst overgelegd. Deze lijst betreft echter geen (hele) inboedel, zodat reeds daarom de vordering niet volledig toewijsbaar is. Voor zover in die vordering mede besloten ligt dat [eiser in conventie] een vergoeding wil voor de op die lijst genoemde spullen, heeft het volgende te gelden.
3.2
[gedaagde in conventie] heeft erkend dat zij de op voornoemde lijst vermelde (twee) televisies, muurbeugel, printer, gasfornuizen, stofzuiger, cameraspullen en kledingstukken heeft meegenomen. Uit de door [gedaagde in conventie] overgelegde correspondentie volgt dat zij meermaals heeft aangeboden de voornoemde spullen terug te geven, maar dat [eiser in conventie] hieraan niet wenste mee te werken. Zo is uit de overgelegde whatsappcorrespondentie tussen partijen gebleken dat zij al op 28 november 2021 probeert een afspraak te maken voor het teruggeven van de spullen op
“woensdag of donderdag, maandag of dinsdag, ik kom vroeg”en dat [eiser in conventie] daarop reageert met
“na zondag ben je al te laat”en
“ik zal morgen een klacht tegen je indienen”. Daarnaast blijkt uit de overgelegde e-mailcorrespondentie d.d.
16 februari 2022 tussen [gedaagde in conventie] en de gemachtigde van [eiser in conventie] , dat [gedaagde in conventie] ook dan nog bereid en in staat is de spullen terug te geven, maar dat [eiser in conventie] daar niet, althans niet zonder daar nadere voorwaarden aan te verbinden, aan wenst mee te werken. Dat [eiser in conventie] zelf pogingen heeft ondernomen de spullen terug te krijgen, zoals hij stelt, is niet gebleken. Gelet op de pogingen van [gedaagde in conventie] om de genoemde spullen terug te geven aan [eiser in conventie] , lag en ligt het op zijn weg om de noodzakelijke medewerking eraan te verlenen dat deze spullen alsnog in zijn bezit komen. Doordat [eiser in conventie] dat niet heeft gedaan, is hij in schuldeisersverzuim komen te verkeren. Voor zover [gedaagde in conventie] al in verzuim was, is daar door het schuldeisersverzuim van [eiser in conventie] een einde aan gekomen en zolang [eiser in conventie] in schuldeisersverzuim verkeert kan [gedaagde in conventie] niet in verzuim geraken. Dit heeft tot gevolg dat [gedaagde in conventie] geen schadevergoeding verschuldigd is voor de spullen die [eiser in conventie] inmiddels (beweerdelijk) opnieuw zou hebben aangeschaft.
3.3
Ten aanzien van de overige op de lijst genoemde spullen (met uitzondering van de laptop die hierna nog aan de orde komt) wordt overwogen dat [eiser in conventie] – mede gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde in conventie] – onvoldoende heeft onderbouwd dat [gedaagde in conventie] deze spullen heeft meegenomen. [eiser in conventie] heeft daarmee niet aan zijn stelplicht voldaan. Dit brengt met zich dat de gevorderde vergoeding ten aanzien van deze spullen eveneens zal worden afgewezen.
3.4
Ter zitting is duidelijk geworden dat de op de lijst genoemde laptop (merk MSI CX 640) een andere laptop betreft dan degene die [gedaagde in conventie] bij het politiebureau heeft ingeleverd. [gedaagde in conventie] erkent dat zij die laptop (ook) heeft meegenomen uit de woning, maar stelt dat dit een oude laptop van [eiser in conventie] betrof die zij van hem cadeau heeft gekregen. Dit dient te worden aangemerkt als een bevrijdend verweer, zodat op [gedaagde in conventie] de stelplicht en de bewijslast van die stelling rust. De kantonrechter overweegt dat aan bewijslevering niet wordt toegekomen, omdat de vordering van [eiser in conventie] hoe dan ook niet kan worden toegewezen, aangezien hij de door hem (veronderstellenderwijs) geleden schade onvoldoende heeft onderbouwd. Bij gebreke van informatie over de (nieuw)waarde en leeftijd van de laptop kan de schade zelfs niet worden geschat ex artikel 6:97 BW.
3.5
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van [eiser in conventie] zullen worden afgewezen.
in reconventie
3.6
[verweerder in reconventie] heeft niet betwist dat [eiser in reconventie] de door haar genoemde spullen heeft aangeschaft. Zijn verweer dat [eiser in reconventie] deze spullen heeft prijsgegeven door deze achter te laten in de woning, wordt, mede gelet op de door [eiser in reconventie] gestelde omstandigheden waaronder zij de woning heeft verlaten (namelijk nadat een medewerker van Beveland Wonen tijdens de voorlopige hechtenis van [verweerder in reconventie] aan de deur is geweest en aan [eiser in reconventie] mededeelde dat de woning zou worden ontruimd en dat zij deze diende te verlaten), gepasseerd. Dat geldt eveneens voor de stelling dat [eiser in reconventie] de spullen aan [verweerder in reconventie] cadeau zou hebben gedaan, nu hiervan op geen enkele manier is gebleken. Het uitgangspunt is dat de spullen die op de door [eiser in reconventie] samengestelde lijst worden genoemd, toekomen aan [eiser in reconventie] .
3.7
Hoewel [verweerder in reconventie] in eerste instantie in algemene zin heeft weersproken dat de door [eiser in reconventie] genoemde spullen in de woning zijn achtergebleven, heeft hij later ter zitting verklaard dat hij nog over een aantal van die spullen beschikt en dat hij daarvan een lijst kan opstellen. De kantonrechter is van oordeel dat het op de weg van [verweerder in reconventie] had gelegen om meer gespecificeerd aan te geven welke van de door [eiser in reconventie] genoemde spullen wel en niet in de woning zijn achtergebleven. Nu hij dit niet heeft gedaan, heeft hij zijn betwisting onvoldoende gemotiveerd. Dit brengt met zich dat de vordering van [eiser in reconventie] in beginsel voor toewijzing gereed ligt. Omdat er echter (te) veel onduidelijkheid bestaat over welke spullen er precies zijn achtergebleven en niet onaannemelijk is dat hij niet (meer) beschikt over alle spullen die op de lijst worden genoemd, zou het een onwenselijke uitkomst zijn wanneer [verweerder in reconventie] tot teruggave van al deze spullen veroordeeld wordt. Dit zal ongetwijfeld leiden tot executiegeschillen, terwijl beide partijen gebaat zijn bij duidelijkheid. De kantonrechter zal daarom de primaire vordering afwijzen en in plaats daarvan, zoals subsidiair gevorderd, een bedrag bepalen dat [verweerder in reconventie] ter vergoeding van de spullen nog aan [eiser in reconventie] verschuldigd is. De waarde van de door [eiser in reconventie] aangeschafte spullen wordt met inachtneming van artikel 6:97 BW en rekening houdend met een aftrek voor ‘oud voor nieuw’ begroot op een bedrag van € 1.500,-. Dit bedrag dient te worden vermeerderd met de (niet weersproken) door [eiser in reconventie] gevorderde wettelijke rente vanaf 1 juni 2022.
in conventie en in reconventie
3.8
[eiser in conventie] zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde in conventie] in conventie en in reconventie. De kosten in conventie worden tot op heden begroot op € 660,00 (2 punten à € 330,00). De kosten in reconventie worden begroot op € 398,00 (2 punten à € 199,00). De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen indien en voor zover [verweerder in reconventie] de proceskosten niet binnen veertien dagen na de betekening van het vonnis zal hebben voldaan. Daarbij overweegt de kantonrechter dat [verweerder in reconventie] , indien hij door de betekening van het vonnis kennis heeft kunnen nemen van de inhoud daarvan, de gelegenheid moet worden geboden om binnen een redelijke termijn aan de proceskostenveroordeling in dit vonnis te voldoen, waarbij een termijn van veertien dagen als een redelijke termijn voor nakoming wordt gezien.
3.9
De proceskostenveroordeling omvat een veroordeling in de nakosten.

4.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
wijst de vorderingen van [eiser in conventie] af,
veroordeelt [eiser in conventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie] tot dit vonnis begroot op € 660,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de 15e dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
in reconventie
veroordeelt [verweerder in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser in reconventie] te betalen een bedrag van € 1.500,- vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 juni 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [verweerder in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in reconventie] tot dit vonnis begroot op € 398,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de 15e dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.