6.17.Het is huurder niet toegestaan in het gehuurde met zijn aanhorigheden, in de eventuele
gemeenschappelijke ruimten, of in een deel daarvan, althans in de directe omgeving van het gehuurde hennep te (doen) kweken of te verhandelen of het gehuurde in te richten als hennepkwekerij, hennepdrogerij, hennepknipperij dan wel andere activiteiten te verrichten die bij of krachtens de Opiumwet strafbaar zijn gesteld. Huurder is bekend met het feit dat het hebben van een hennepkwekerij, -drogerij en/of knipperij leidt tot schade aan het gehuurde, alsmede gevaarzetting en overlast voor de omgeving veroorzaakt. Huurder is bij overtreding van dit verbod een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van € 2.500,-- te vermeerderen met € 50,-- per dag voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 15.000,--.(…)”
- Uit het proces-verbaal van bevindingen van 23 februari 2021 blijkt dat de politie Zeeland-West-Brabant op 18 februari 2021 in het gehuurde een in werking zijnde hennepkwekerij met 224 hennepplanten heeft aangetroffen.
- Bij verzonden brief van 6 mei 2021 heeft de burgermeester van gemeente Tilburg aan WonenBreburg haar voornemen geuit om de woning voor de duur van drie maanden te sluiten.
- Bij brief van 17 mei 2021 heeft [gedaagde] zijn zienswijze tegen de voorgenomen sluiting ingediend.
- Bij besluit van 1 juni 2021 heeft de burgemeester een last onder dwangsom opgelegd om de woning te sluiten en afgesloten te houden met ingang van 16 juni 2021 voor een periode van drie maanden.
- Bij brief van 3 juni 2021 heeft WonenBreburg in verband met de hennepkwekerij [gedaagde] verzocht om in te stemmen met de beëindiging van de huurovereenkomst. Hiermee is [gedaagde] niet akkoord gegaan.
- Bij brief van 8 juni 2021 heeft [gedaagde] tegen het besluit van 1 juni 2021 van de burgemeester bezwaar ingediend.
- Bij uitspraak van 6 juli 2021 van de voorzieningenrechter is het besluit van de burgemeester van 1 juni 2021 geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op het bezwaar van [gedaagde] .
De voorzieningenrechter heeft hiertoe, voor zover hier van belang, het volgende overwogen:
“6.13 (…) Ter zitting heeft verzoeker toegelicht dat hij ten gevolge van zijn beperking gelijkvloers moet wonen, dat hij zorg krijgt op basis van een Persoonsgebonden budget (Pgb) en dat zijn lichaam heftig reageert op emoties. Als zijn woning wordt gesloten, vreest verzoeker dat zijn fysieke beperkingen ten gevolge van de stress zullen toenemen en dat zijn capaciteit om te werken in zijn eigen onderneming daarmee zal afnemen. Deze persoonlijke omstandigheden van verzoeker, bezien in samenhang met de verminderde verwijtbaarheid, maken sluiting van de woning naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onevenredig. Dat verzoeker in een voor hem zeer moeilijke periode geen toezicht heeft gehouden op de woning, acht de voorzieningenrechter op basis van zijn persoonlijke omstandigheden voorstelbaar.(…)”
- WonenBreburg heeft [onderzoeksbureau] (hierna: [onderzoeksbureau] ) ingeschakeld om onderzoek te doen naar het hoofdverblijfplaats van [gedaagde] in het gehuurde. [onderzoeksbureau] heeft in de periode december 2021 tot en met maart 2022 verschillende observaties uitgevoerd, waarvan de bevindingen zijn neergelegd in het rapport van 4 april 2022.
- WonenBreburg heeft twee verklaringen overgelegd van omwonenden van 7 december 2022, waarin – kort gezegd – staat dat [gedaagde] bij het gehuurde al maanden/jaren niet meer wordt gezien en dat er niemand in de woning lijkt te wonen. Daarnaast heeft één van de omwonenden verklaard dat twee maanden geleden het erop leek dat iemand de woning inging.