In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de echtscheiding van een man en een vrouw. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.A. Blaas, en de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. Scanlan, hebben beiden verzocht om echtscheiding. De vrouw heeft daarnaast verzocht om een partneralimentatie van € 1.200 per maand. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam ontwricht is en dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft over de echtscheiding, aangezien beide partijen op het moment van indiening van het verzoek in Nederland verbleven.
De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen, aangezien dit niet werd betwist. Wat betreft het verzoek van de vrouw om partneralimentatie, heeft de rechtbank overwogen dat de vrouw geen inkomen heeft, maar dat zij redelijkerwijs in staat moet worden geacht om zelf in haar levensonderhoud te voorzien. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de omstandigheden van de vrouw, waaronder haar verblijfsstatus en de mogelijkheid om werk te vinden. De rechtbank concludeert dat de vrouw, gezien haar leeftijd en het ontbreken van zorgverplichtingen, in staat is om een inkomen op bijstandsniveau te verwerven. Daarom is het verzoek tot partneralimentatie afgewezen.
De rechtbank heeft verder bepaald dat de man met ingang van de inschrijving van de beschikking de huurder van de echtelijke woning zal zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.