In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot echtscheiding. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. T. Möller, verzocht de rechtbank om de echtscheiding uit te spreken. De man, vertegenwoordigd door mr. M.S. Odink, verbleef feitelijk in een penitentiaire inrichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen op een onbekende datum in Turkije een traditioneel huwelijk hebben gesloten, maar dat dit huwelijk niet is geregistreerd in het register van de burgerlijke stand. Dit is een vereiste voor de rechtsgeldigheid van een traditioneel huwelijk volgens het Turkse recht. De vrouw heeft geen recent afschrift of uittreksel van de huwelijksakte overgelegd, wat ook een vereiste is volgens de Nederlandse wetgeving. De rechtbank concludeert dat het huwelijk van partijen niet kan worden erkend in Nederland, waardoor het verzoek tot echtscheiding niet kan worden ingewilligd. De rechtbank wijst het verzoek af.