ECLI:NL:RBZWB:2023:2039
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag onder de Wet open overheid
In deze zaak heeft eiser op 20 juli 2022 beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen, omdat verweerder volgens hem niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 17 mei 2022, zoals bedoeld in artikel 4.1 van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank heeft in deze procedure geen zitting gehouden, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. Eiser had de rechtbank eerder verzocht om het beroep aan te houden, omdat hij in overleg wilde treden met verweerder over de vergoeding van het griffierecht. De rechtbank heeft eiser in verschillende brieven verzocht om de stand van zaken, maar heeft geen reactie ontvangen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op 18 juli 2022 op de aanvraag van eiser heeft beslist. Eiser had op het moment van indienen van het beroepschrift op 20 juli 2022 geen gronden meer om te stellen dat er niet tijdig was beslist, aangezien het besluit al was genomen. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser niet voldeed aan de vereisten van artikel 6:12 van de Awb, omdat er op dat moment geen sprake meer was van een niet-tijdige beslissing. Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en is openbaar gemaakt op 30 maart 2023. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak.