In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 maart 2023 een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de vaststelling van het vaderschap van een man, die als gevolg van een verkeersongeval ernstig letsel heeft opgelopen. De vrouw, die de moeder is van de minderjarige, heeft verzocht om vaststelling van het vaderschap en wijziging van de achternaam van de minderjarige. De man, die momenteel verblijft in een behandelcentrum, is niet in staat om de inhoud van het verzoek te begrijpen of om op een mondelinge behandeling te verschijnen. De rechtbank heeft daarom besloten om ambtshalve een advocaat aan de man toe te voegen, ondanks het ontbreken van een wettelijke grondslag hiervoor in de Nederlandse wetgeving. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat waarborgt dat een partij recht heeft op een eerlijk proces. De rechtbank heeft de bijzondere curator, mr. M.A. Breewel-Witteveen, benoemd om de belangen van de minderjarige te behartigen en heeft de advocaat, mr. A. Koop-van Vliet, verzocht om de man bij te staan in deze procedure. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van een reactie van de advocaat en heeft bepaald dat de griffier de advocaat onverwijld een afschrift van de gedingstukken moet toezenden. Tegen deze tussenbeslissing staat geen hoger beroep open.