ECLI:NL:RBZWB:2023:21
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake WIA-uitkering
Op 2 januari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin eiseres, vertegenwoordigd door mr. J.D. van Alphen, beroep heeft ingesteld tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres stelde dat verweerder niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 18 februari 2022 tegen het besluit van 1 februari 2022, waarin haar aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de termijn waarbinnen verweerder moest beslissen, was overschreden. Eiseres had verweerder op 25 augustus 2022 in gebreke gesteld, maar er was nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en droeg verweerder op om binnen vier maanden na de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar te nemen. Tevens werd verweerder verplicht om een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook haar griffierecht van € 50,- vergoed en een proceskostenvergoeding van € 418,50. De rechtbank benadrukte het belang van een zorgvuldige heroverweging en stelde dat de termijn voor het nemen van een beslissing op bezwaar werd verlengd tot vier maanden, gezien de omstandigheden rondom de achterstand bij het inplannen van hoorzittingen.