ECLI:NL:RBZWB:2023:210

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 januari 2023
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
9906112_E11012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Partiële ontbinding koopovereenkomst wegens niet-levering zonwering

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiseres een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap Mira Veranda en Klusbedrijf B.V. inzake een koopovereenkomst voor de levering en montage van een zonwering. De gedaagde partij, Mira, is niet verschenen op de mondelinge behandeling die op 12 december 2022 heeft plaatsgevonden. Eiseres had een overeenkomst gesloten met Mira op 17 april 2021, waarbij zij een totaalbedrag van € 11.300,- had betaald voor de levering van een veranda en een zonwering. De veranda is op 28 en 29 juni 2021 geplaatst, maar de zonwering is nooit geleverd, ondanks herhaalde verzoeken van eiseres. Eiseres heeft Mira op 24 januari 2022 buitengerechtelijk in gebreke gesteld en de overeenkomst voor de zonwering ontbonden, waarbij zij een bedrag van € 2.100,- terugvorderde.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Mira tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, aangezien zij niet heeft geleverd en ook niet is verschenen op de zitting. De rechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, waarbij de gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst is erkend. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het betaalde bedrag van € 2.100,-, alsook op wettelijke rente vanaf 8 februari 2022. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten van € 381,15 toegewezen. De totale vordering van eiseres, inclusief proceskosten, bedraagt € 2.481,15. Mira is veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 743,03, en de rechter heeft de wettelijke rente over deze kosten toegewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. Van der Burgt op 11 januari 2023, waarbij de kantonrechter de overeenkomst gedeeltelijk ontbonden heeft verklaard en Mira heeft veroordeeld tot betaling aan eiseres.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 9906112 \ CV EXPL 22-1638
Vonnis van 11 januari 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats], gemeente Woensdrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres],
gemachtigde: SRK Rechtsbijstand B.V.,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MIRA VERANDA EN KLUSBEDRIJF B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Vlaardingen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Mira,
vertegenwoordigd door G. Tellioglu, algemeen directeur.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 juni 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de mondelinge behandeling van 12 december 2022.
1.2.
Namens Mira is niemand op de mondelinge behandeling verschenen. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Mira drijft een onderneming die zich mede richt op het plaatsen van veranda’s en overkappingen.
2.2.
Mira heeft op 17 april 2021 een offerte aan [eiseres] gezonden voor onder meer de levering en plaatsing van een veranda en levering en montage van een zonwering voor een totaalbedrag van € 11.300,-. Voor de zonwering is een bedrag van € 4.600,- in rekening gebracht. [eiseres] is met de offerte akkoord gegaan. In totaal heeft [eiseres] € 8.800,- aan Mira betaald.
2.3.
De veranda is op 28 en 29 juni 2021 bij [eiseres] geplaatst. Mira heeft daarbij aangegeven dat de zonwering vier tot zes weken later geleverd zou worden. Dat is niet gebeurd.
2.4.
[eiseres] en haar gemachtigde hebben vervolgens Mira herhaaldelijk gevraagd om tot levering en montage van de zonwering over te gaan. Ook heeft [eiseres] Mira per brief van 15 september 2021 en 18 oktober 2021 in gebreke gesteld. Per e-mail van 3 december 2021 heeft Mira geantwoord dat de montage van de zonwering kan worden gepland op 3 januari 2022. [eiseres] heeft daarmee ingestemd, maar vervolgens is levering en montage door Mira uitgebleven.
2.5.
Per brief van 24 januari 2022 heeft de gemachtigde van [eiseres] de overeenkomst voor het deel dat betrekking heeft op de levering en montage van de zonwering buitengerechtelijk ontbonden. In de brief is Mira tevens gesommeerd om tot betaling van € 2.100,- over te gaan.
2.6.
Mira heeft in reactie op 28 januari 2022 per e-mail aangegeven dat sprake is een vertraging in de levering. Per e-mail van 2 februari 2022 is door de gemachtigde van [eiseres] de gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst gehandhaafd en is Mira gesommeerd om tot betaling van € 2.100,- over te gaan. Mira is niet tot betaling overgegaan.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – een verklaring voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomst gedeeltelijk buitengerechtelijk is ontbonden en veroordeling van Mira tot betaling van € 2.100,-, vermeerderd met rente en kosten.
Tussen partijen bestond een overeenkomst voor, onder andere, de levering en montage van een zonwering. Ondanks herhaaldelijk daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft Mira de zonwering niet geleverd. Daarop is de overeenkomst gedeeltelijk buitengerechtelijk ontbonden. Het voor de zonwering betaalde bedrag van € 2.100,- dient Mira terug te betalen.
3.2.
Mira voert verweer. De zonwering kon door problemen niet worden geleverd. Mira heeft [eiseres] hiervan steeds op de hoogte gesteld. De zonwering staat in het magazijn van Mira en kan inmiddels geplaatst worden.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 12 december 2022. Mira is, hoewel daartoe opgeroepen, niet verschenen. Op grond van artikel 88 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de kantonrechter uit het niet-verschijnen ter terechtzitting de gevolgtrekking maken die zij geraden acht. In dit geval verbindt de kantonrechter aan dit niet-verschijnen van Mira op de zitting de gevolgtrekking dat de nadere stellingen van [eiseres] ter zitting voor juist worden gehouden.
4.2.
Mira heeft niet weersproken dat zij tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen zoals deze voortvloeien uit de overeenkomst voor wat betreft het leveren en monteren van de zonwering. Weliswaar stelt Mira steeds op de e-mails van [eiseres] te hebben gereageerd, maar hiervan is geen bewijs overgelegd. De kantonrechter zal dan ook aan die stelling van Mira voorbij gaan.
[eiseres] heeft Mira meermaals de gelegenheid gegeven om alsnog na te komen, wat Mira niet heeft gedaan. Mira verkeert daarom in verzuim. [eiseres] is vervolgens tot gedeeltelijke buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst overgegaan. De tekortkoming van Mira rechtvaardigde de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst voor zover deze betrekking heeft op de zonwering. De gevorderde verklaring voor recht is dan ook toewijsbaar.
4.3.
Als gevolg van de gedeeltelijke buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst ontstaat een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds verrichte prestaties.
Uit de factuur (van in totaal € 11.300,-) volgt dat voor de zonwering € 4.600,- in rekening is gebracht door Mira. De overige posten op de factuur bedroegen dus in totaal € 6.700,-.
Uit de door [eiseres] overgelegde betaalbewijzen volgt dat [eiseres] in totaal € 8.800,- heeft betaald aan Mira. Dat houdt in dat [eiseres] een bedrag van € 2.100,- voor de zonwering heeft betaald.
Aangezien de reeds verrichte prestaties betreffende de zonwering ongedaan moeten worden gemaakt, zal de door [eiseres] gevorderde hoofdsom van € 2.100,- worden toegewezen.
4.4.
[eiseres] vordert wettelijke rente over de hoofdsom. Op grond van artikel 6:119 BW is een partij wettelijke rente verschuldigd vanaf de dag van verzuim. [eiseres] hanteert een onjuiste ingangsdatum voor de wettelijke rente. Weliswaar heeft de gemachtigde van [eiseres] op 18 oktober 2021 een ingebrekestelling aan Mira gezonden, maar dat betrof de levering en montage van de zonwering. Pas per brief van 24 januari 2022 is de overeenkomst gedeeltelijk buitengerechtelijk ontbonden en is Mira gesommeerd het voor de zonwering betaalde bedrag van € 2.100,- te betalen. Mira verkeert voor wat de terugbetaling pas na afloop van de in die brief gestelde termijn van 14 dagen in verzuim, dus vanaf 8 februari 2022. De gevorderde rente over de hoofdsom is daarom vanaf die datum toewijsbaar.
4.5.
[eiseres] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen daarvoor is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). [eiseres] heeft vergoeding van btw gevorderd over de vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. Omdat [eiseres] de btw niet kan verrekenen, wordt de vergoeding verhoogd met btw. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 381,15 inclusief btw toegewezen.
4.6.
De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten is als vermogensschade toewijsbaar vanaf de dag van de dagvaarding of zoveel eerder als de schuldenaar dienaangaande in verzuim is en voor zover die kosten voordien daadwerkelijk zijn gemaakt. Nu niet gesteld is op welke datum de buitengerechtelijke kosten daadwerkelijk door [eiseres] zijn betaald, zal de kantonrechter de wettelijke rente toewijzen vanaf de dag van de dagvaarding.
4.7.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
2.100,00
- buitengerechtelijke incassokosten
381,15
+
Totaal
2.481,15
4.8.
Mira is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
125,03
- griffierecht
244,00
- salaris gemachtigde
374,00
(2 punten × € 187,00)
Totaal
743,03
4.9.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.10.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en nakosten zal worden toegewezen, indien en voor zover Mira deze niet binnen veertien dagen na de betekening van het vonnis zal hebben voldaan. Daarbij overweegt de kantonrechter dat Mira, indien deze door de betekening van het vonnis kennis heeft kunnen nemen van de inhoud daarvan, de gelegenheid moet worden geboden om binnen een redelijke termijn aan de proceskostenveroordeling in dit vonnis te voldoen, waarbij een termijn van veertien dagen als een redelijke termijn voor nakoming wordt gezien

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomst rechtsgeldig partieel door [eiseres] is ontbonden voor wat de levering en montage van de zonwering betreft,
5.2.
veroordeelt Mira om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 2.481,15, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 2.100,- vanaf 8 februari 2022 en over € 381,15 vanaf 24 mei 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Mira in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot dit vonnis vastgesteld op € 743,03, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Mira in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 124,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Burgt en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2023.