ECLI:NL:RBZWB:2023:2114

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
30 maart 2023
Zaaknummer
9959544 CV EXPL 22-1912 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • A. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over parkbijdrage en nutsverbruik tussen exploitant en bungaloweigenaren

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat het geschil tussen Greenpoint Developments B.V. en de gedaagden centraal, die bungaloweigenaren zijn op een camping. Greenpoint vordert betaling van achterstallige parkbijdragen en vergoedingen voor nutsverbruik, alsook een verbod op het gebruik van zekeringen van meer dan 10 ampère. De zaak is ontstaan uit onenigheid over de hoogte van de parkbijdrage en de kosten voor nutsvoorzieningen, waarbij Greenpoint stelt dat de tarieven zijn verhoogd vanwege stijgende inkoopprijzen voor gas en elektra. De gedaagden betwisten de hoogte van de vorderingen en de rechtmatigheid van de prijsverhogingen, en stellen dat Greenpoint niet bevoegd is om de parkbijdrage eenzijdig te verhogen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden een parkbijdrage verschuldigd zijn, maar dat Greenpoint onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de gevorderde verhogingen. De rechter heeft Greenpoint in de gelegenheid gesteld om de indexatiepercentages en de berekeningen van de parkbijdrages te verduidelijken. Daarnaast is het gebruik van zekeringen van 16 ampère door de gedaagden niet als gevaarlijk beoordeeld, en de vordering om dit te verbieden is afgewezen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 9959544 \ CV EXPL 22-1912
Vonnis van 8 maart 2023
in de zaak van
GREENPOINT DEVELOPMENTS B.V.,
te Den Haag,
eisende partij,
hierna te noemen: Greenpoint,
gemachtigde: mr. M.G. Hop,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

te [plaats 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
te [plaats 1] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen (in mannelijk enkelvoud): [gedaagden] ,
gemachtigde: mr. R.H.U. Keizer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 20 juli 2022 en de daarin vermelde stukken;
  • de akte aanvulling / vermeerdering eis van Greenpoint met producties 17 en 18;
  • de brief van 19 januari 2023 van mr. Hop met productie 19;
  • de brief van 20 januari 2023 van mr. Keizer met productie 4;
  • de akte wijziging eis van Greenpoint met productie 20 tot en met 25;
  • de mondelinge behandeling van 31 januari 2023 en de op die mondelinge behandeling door mr. Keizer overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Greenpoint is op 1 april 2019 exploitant geworden van [naam camping 1] , voorheen genaamd [naam camping 2] , te [plaats 2] (hierna: de camping).
2.2.
De camping heeft 350 kampeerplekken en 47 kavels met daarop bungalows. De kavels met bungalows liggen in het midden van de camping en zijn aan weerszijden ingesloten door de kampeerplekken.
2.3.
In 1992, bij de aanleg van het bungalowgedeelte, zijn voor de eigenaars en gebruikers van de kavels met bungalows een “Bungalow terrein [naam camping 2] : Gedragsregels en serviceovereenkomst” (hierna: de gedragsregels) opgesteld. Daarin staat, voor zover van belang:
“10.Nutsvoorzieningen:
ELEKTRA: Op uw plaats heeft u de beschikking over 10 Ampère stroom, dat is (theoretisch) 2200 Watt. Voor een normaal gebruik met koelkast(en), TV, verlichting e.d. is dit meer dan voldoende.
Het is af te raden om in uw vakantieverblijf stoppen met een hogere waarde dan 10 Ampère te gebruiken. Als de totale waarde van de stoppen die u binnen gebruikt groter is dan 10 Ampère wordt het steeds waarschijnlijker dat bij een storing uw eigen stop heel blijft, maar de stop in onze terreininstallatie springt.
Als door uw schuld een zekering of aardlekschakelaar in de terreininstallatie springt kunnen wij u f 5,- berekenen.
De elektrische installatie is (vanaf de toevoerzijde gezien) tot en met de KWH meter eigendom van de ondernemer. Na de KWH meter is de recreant verantwoordelijk voor de elektrische installatie in de bungalow.
(…)”
2.4.
[gedaagden] is eigenaar van drie kavels met op iedere kavel een bungalow, te weten de kavels [kavel 1] , [plaats 2] [kavel 2] en [plaats 2] [kavel 3] . Hij betaalt aan Greenpoint een parkbijdrage en een vergoeding voor zijn nutsverbruik.
2.5.
Vanaf 2019 is er onenigheid tussen partijen over – onder meer – de hoogte van de parkbijdrage en de vergoeding voor het nutsverbruik.
2.6.
Bij e-mail van 7 oktober 2021 heeft Greenpoint aan de bungaloweigenaren geschreven, voor zover van belang:
“Geachte heer/mevrouw,
Het zal u ongetwijfeld niet zijn ontgaan, dat de prijzen voor gas en elektra de afgelopen weken een ongekende verhoging hebben ondergaan.
Ook voor ons heeft dit vergaande gevolgen, zowel de inkoop van gas als ook de elektra.
Wij zijn genoodzaakt om de thans geldende kwh prijzen als ook de gasprijs wederom te verhogen.
Elektra gaat met ingang van 15 oktober naar € 0,35 per kwh, de gasprijs zal € 4,90 per m3 worden.
(…)”
2.7.
Bij e-mail van 7 maart 2022 heeft Greenpoint aan de bungaloweigenaren geschreven, voor zover van belang:
“Geachte dames en heren,
Vol verbazing hebben wij kennis genomen van uw reacties c.q. bezwaren en / of handmatige “correcties” op onze facturen t.b.v. 2022.
Hieronder treft u onze reactie aan. Wij verzoeken u vriendelijk om hiervan goede nota te nemen.
(…)
In onze aankondiging van de te verwachten prijsverhoging t.o.v. elektra en gas in oktober 2021 hebben wij abusievelijk een KWh prijs van € 0,35 genoemd, dit is een typefout en had moeten zijn € 0,55 per KWh.
In de bijlage van Innova kunt u met eigen ogen zien, welke drastische verhogingen inmiddels opgelegd zijn, zelfs bij € 0,55 per kw/h komen wij in de maand februari al tekort op de nieuwe tarieven.
Wij, op onze beurt kunnen ook niet tegen Innova zeggen: nee, we blijven € 0,32 of € 0,35 betalen, want dat waren we gewend. Als de volledige rekening niet betaald wordt, zal Innova gewoon afsluiten. Er is niemand te vinden, die ervan uit kan gaan, dat wij op elk verbruikt KWh geld toeleggen. Hetzelfde geldt voor de m3 prijs propaangas. Ook deze schieten met de dag omhoog.
(…)”

3.Het geschil

3.1.
Greenpoint vordert – na tweemaal een wijziging van eis – bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot:
betaling aan Greenpoint van een bedrag van € 5.496,54 uit hoofde van niet betaalde facturen ter zake parkbijdrage en nutsvoorzieningen;
betaling aan Greenpoint van een bedrag van € 179,00 aan wettelijke rente tot en met 1 april 2022 over het onder a. genoemde bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.496,54 vanaf 2 april 2022 tot de dag der algehele voldoening;
betaling van de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 649,83;
[gedaagden] te gebieden om in zijn elektrische installatie geen zekeringen van meer dan 10 ampère te installeren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag met een maximum van € 50.000,00;
te verklaren voor recht dat de service-overeenkomst (opgenomen als productie 10 van Greenpoint in dit geding) tussen partijen heeft te gelden zolang [gedaagden] (mede-) eigenaar is van een bungalow op het vakantiepark [naam camping 1] ;
tot betaling van een bedrag van € 3.381,31 ter zake de deels onbetaald gebleven facturen met nummers [nummer 1] tot en met [nummer 2] ;
betaling van de kosten van dit geding, alsmede;
betaling van de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Greenpoint legt – samengevat – het volgende ten grondslag aan haar vorderingen. Zij stelt dat [gedaagden] een achterstand heeft in de betaling van de parkbijdrage en het nutsverbruik. Greenpoint heeft de parkbijdrage per bungalow vastgesteld op € 770,00 voor 2019, € 1.050,00 voor 2020, € 1.125,00 voor 2021, € 1.170,00 voor 2022 en € 1.287,00 voor 2023 (alle bedragen zijn inclusief btw). Het is redelijk dat [gedaagden] een bijdrage betaalt voor de kosten van het park. De parkbijdragen die in rekening zijn gebracht, dekken niet de volledige kosten voor het park, aldus Greenpoint. Greenpoint stelt daarnaast dat [gedaagden] een gevaarlijke situatie heeft gecreëerd door, in strijd met artikel 10 van de gedragsregels, zekeringen van 16 ampère te gebruiken in zijn bungalows in plaats van zekeringen van 10 ampère. Als meer bungaloweigenaren gebruikmaken van zekeringen van 16 ampère, ontstaat het risico op overbelasting en oververhitting van het verdeelsysteem. Verder stelt Greenpoint dat zij de individuele bungaloweigenaren, waaronder [gedaagden] , een overeenkomst voor het leveren van nutsvoorzieningen heeft aangeboden onder algemeen aanvaardbare civielrechtelijke normen van wederkerigheid. Daarbij verwijst zij naar een “servicecontract” dat als productie 11 aan de dagvaarding is gehecht (de kantonrechter begrijpt vordering e. aldus dat daarin productie 11 wordt bedoeld in plaats van productie 10). [gedaagden] heeft dat niet aanvaard. Greenpoint vindt het redelijk dat die service-overeenkomst geldt, zodat voor beide partijen duidelijk is waaraan zij zich moeten houden.
3.3.
[gedaagden] voert – voor zover van belang – het volgende verweer. [gedaagden] erkent dat hij een parkbijdrage en het nutsverbruik moet betalen. Hij meent dat hij een parkbijdrage is verschuldigd van € 770,00 per bungalow per jaar, waarbij hij zich niet verzet tegen een redelijke verhoging om geldontwaarding te compenseren. Greenpoint is niet bevoegd om eenzijdig de parkbijdrage te verhogen en zij heeft niet inzichtelijk gemaakt dat het redelijk is om de parkbijdrage te verhogen. [gedaagden] betwist ook de juistheid van het nutsverbruik dat Greenpoint in rekening heeft gebracht. Volgens hem zitten er fouten in de door Greenpoint gehanteerde meterstanden en tarieven. Verder betwist [gedaagden] dat de zekeringen van 16 ampère een gevaar opleveren. Ten slotte betwist [gedaagden] dat hij de aangeboden service-overeenkomst moet aanvaarden. Greenpoint kan dat niet eenzijdig vaststellen. Dat druist in tegen de contractsvrijheid en de beschikkingsbevoegdheid.

4.De beoordeling

Parkbijdrage
4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagden] een parkbijdrage is verschuldigd en evenmin dat die ten minste € 770,00 per bungalow per jaar bedraagt. De kantonrechter begrijpt het standpunt van [gedaagden] aldus dat hij zich evenmin verzet tegen indexatie aan de hand van de CPI. Aangezien Greenpoint voor het eerst met ingang van 2020 (en vervolgens jaarlijks) aanspraak maakt op verhoging van de parkbijdrage, mocht Greenpoint de parkbijdrage vanaf dat jaar in ieder geval jaarlijks indexeren volgens de CPI. De vordering van Greenpoint is daarom (ten minste) toewijsbaar voor zover [gedaagden] de geïndexeerde parkbijdrages over de jaren 2020 tot en met 2023 niet (volledig) heeft voldaan.
4.2.
Het geschil over de parkbijdrage spitst zich toe op de vraag of Greenpoint op grond van de door partijen jegens elkaar in acht te nemen eisen van redelijkheid en billijkheid van artikel 6:2 BW een verdere verhoging van de parkbijdrage aan [gedaagden] kan opleggen. Daarbij ligt het op de weg van Greenpoint om te onderbouwen dat die verhoging(en) redelijk is (zijn). Dat doet zij, mede gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagden] , onvoldoende. Volgens Greenpoint is de verhoging gerechtvaardigd door de actuele hoogte van de parkkosten. Daarbij verwijst zij naar lijstjes van posten en bedragen uit in 2020 (productie 15) en 2021 (productie 19). Zij heeft echter geen althans een onvoldoende onderbouwing gegeven van wat onder ieder van de posten is begrepen en waarom dat is aan te merken als parkkosten die aan (de bungalows van) [gedaagden] kunnen worden toegerekend. De vordering tot betaling van achterstand in parkbijdrages zal daarom in zoverre worden afgewezen.
4.3.
Greenpoint zal, gelet op hetgeen in rechtsoverweging 4.1 is vermeld, in de gelegenheid worden gesteld om zich bij akte uit te laten over de indexatiepercentages voor de jaren 2020 tot en met 2023 en aan de hand van die percentages een berekening te geven voor de hoogte van de parkbijdrages over die jaren, uitgaande van de parkbijdrage van
€ 770,00 per 2019.
Nutsverbruik
4.4.
Tussen partijen is evenmin in geschil dat [gedaagden] een vergoeding voor zijn nutsverbruik is verschuldigd aan Greenpoint. Greenpoint heeft onweersproken gesteld dat partijen de (impliciete) afspraak hebben om het nutsverbruik niet door te belasten volgens de variabele tarieven die Greenpoint haar nutsleveranciers betaalt, maar dat Greenpoint een vast tarief per kWh voor het elektraverbruik en een vast tarief per m3 voor het gasverbruik in rekening brengt bij [gedaagden] voor de maandelijkse voorschotten en de jaarlijkse afrekening, alsmede dat Greenpoint na iedere afrekening de tarieven opnieuw vaststelt.
4.5.
Naast de afspraken van partijen zijn de hiervoor onder rechtsoverweging 4.2 vermelde redelijkheid en billijkheid van belang. Die redelijk en billijkheid maakt het mogelijk dat Greenpoint de tarieven voor [gedaagden] ook tussentijds wijzigt bij bijvoorbeeld een extreme prijsstijging bij de nutsleveranciers van Greenpoint. Bij een extreme prijsstijging waarmee Greenpoint geen rekening had gehouden en ook niet had hoeven te houden, kan niet van haar worden gevergd dat zij op haar beurt wel wordt gehouden aan de tarieven die zij reeds voor [gedaagden] had vastgesteld. Greenpoint heeft onweersproken gesteld dat omstreeks oktober 2021 sprake was van een dergelijke extreme prijsstijging bij haar nutsleveranciers. Zij was derhalve gerechtigd om vanwege die prijsstijging ook de tarieven voor [gedaagden] tussentijds te verhogen. Zij heeft dat bij e-mail van 7 oktober 2021 aangekondigd. In die e-mail heeft Greenpoint abusievelijk een nieuwe prijs vermeld van
€ 0,35 per kWh, terwijl dit € 0,55 per kWh had moeten zijn, zoals zij bij e-mail van 7 maart 2022 heeft gecorrigeerd. Het is Greenpoint toegestaan dat te corrigeren, met dien verstande dat de prijsverhoging voor [gedaagden] pas in gaat vanaf het moment dat Greenpoint de correcte prijs van € 0,55 per kWh heeft gemeld aan [gedaagden] , derhalve vanaf de e-mail van 7 maart 2022. Tot dat moment geldt, met ingang van 15 oktober 2021, het in de e-mail van 7 oktober 2021 gemelde tarief van € 0,35 per kWh.
4.6.
[gedaagden] heeft de juistheid van de afrekening van het nutsverbruik gemotiveerd betwist door middel van overzichten en onderliggende stukken (productie 1 tot en met 4 van [gedaagden] ). Greenpoint heeft in reactie daarop op de mondelinge behandeling slechts verwezen naar hetgeen in haar facturen staat en daarbij opgemerkt dat indien er een fout is geslopen bij de verwerking van de meterstanden, [gedaagden] dat bij de receptie van de camping had moeten melden. Gelet op de betwisting door [gedaagden] ligt het op de weg van Greenpoint om een nadere onderbouwing te geven voor de juistheid van haar afrekeningen. Greenpoint zal daarom in de gelegenheid worden gesteld om bij akte alsnog inhoudelijk op de overzichten en stukken van [gedaagden] te reageren door een nadere onderbouwing te geven, waarin zij inzichtelijk maakt welke meterstanden en welke tarieven zij heeft gehanteerd en dat te onderbouwen met stukken, alsmede inzichtelijk te maken wat de verschillen zijn met hetgeen [gedaagden] berekent.
4.7.
Daarbij geldt dat bij de jaarlijkse afrekeningen de
gefactureerdevoorschotten in mindering strekken op de daadwerkelijk gemaakte kosten (zoals Greenpoint doet), en niet wat er is betaald aan voorschotten (zoals [gedaagden] heeft aangevoerd). De grondslag voor in rekening gebrachte voorschotten vervalt niet door het opmaken en factureren van een jaarlijkse afrekening. Voor zover voorschotten niet volledig zijn voldaan, blijft het openstaande deel als zodanig verschuldigd. Als blijkt dat het voorschot te hoog was, wordt dat via de afrekening gecorrigeerd.
Elektrische installatie
4.8.
Partijen hebben geen afspraken gemaakt over het gebruik van zekeringen. Anders dan Greenpoint stelt, gebiedt artikel 10 van de gedragsregels niet om enkel zekeringen van 10 ampère te gebruiken. In dat artikel wordt slechts
afgeradenzekeringen met een hogere ampèrage te gebruiken. Dat is een advies en geen gebod.
4.9.
Niettemin geldt ook op dit onderdeel dat partijen zich jegens elkaar moeten gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid. Dat betekent voor [gedaagden] dat hij geen gevaarlijke situatie mag veroorzaken door middel van de elektrische installaties in de bungalows en/of door zijn elektraverbruik. Anderzijds houdt dat voor Greenpoint in dat zij [gedaagden] niet onnodig mag beperken in het gebruik van zijn bungalows.
4.10.
Uit hetgeen Greenpoint aanvoert, blijkt niet dat [gedaagden] een gevaar veroorzaakt door zijn elektraverbruik of door het gebruik van zekeringen van 16 ampère. Greenpoint heeft op de mondelinge behandeling nota bene verklaard dat zij in haar eigen bungalows op de camping ook zekeringen van 16 ampère gebruikt. Daarnaast heeft Greenpoint geen nadere en toereikende toelichting gegeven waarom zij wel het gebruik van meerdere zekeringen van 10 ampère in bungalows toestaat, maar het gebruik van één zekering van 16 ampère moet worden verboden. Meerdere zekeringen van 10 ampère maakt immers een groter elektraverbruik mogelijk dan één zekering van 16 ampère. De door Greenpoint overgelegde verklaring van [naam] infra techniek (productie 8 van Greenpoint) biedt geen aanwijzing voor een gevaar bij [gedaagden] Zij adviseert slechts een NEN 3140 inspectie te laten uitvoeren vanwege het regelmatig uitvallen van het verdeelsysteem. De verklaring van PIA Automation die Greenpoint heeft overgelegd (productie 24 van Greenpoint), biedt evenmin een aanwijzing dat [gedaagden] een gevaar veroorzaakt. Ook zij laat zich niet uit over het elektraverbruik of het gebruik van zekeringen van 16 ampère door [gedaagden] Pia Automation verklaart wel in algemene zin dat de elektravoorziening van de camping er niet op is berekend wanneer iedere bungaloweigenaar een elektraverbruik heeft dat past bij zekeringen van 16 ampère. Dat is echter een onderwerp dat alle bungaloweigenaars aangaat. Daarvoor moet voor alle bungaloweigenaars een voorziening worden getroffen. Dat overstijgt het geschil in deze procedure, waarin enkel Greenpoint en [gedaagden] partij zijn.
4.11.
Gelet op het bovenstaande heeft Greenpoint onvoldoende onderbouwd dat [gedaagden] een gevaarlijke situatie veroorzaakt. De vordering die daarop ziet, zal derhalve worden afgewezen.
Service-overeenkomst
4.12.
Het aangeboden servicecontract (productie 11 van Greenpoint) is eenzijdig door Greenpoint vastgesteld. Ingevolge artikel 6:217 BW komt een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding. Daarvan is geen sprake. [gedaagden] heeft gemotiveerde bezwaren tegen aanvaarding van het servicecontract. Dat is een onderwerp waarover partijen overleg moeten voeren en waarbij mediation wellicht raadzaam is. De vordering op dit onderdeel zal worden afgewezen.
4.13.
Gelet op hetgeen in rechtsoverwegingen 4.3 en 4.6 is vermeld, zal Greenpoint in de gelegenheid worden gesteld om zich bij akte uit te laten over (i) de hoogte van de door [gedaagden] over de jaren 2020 tot en met 2023 verschuldigde, geïndexeerde parkbijdrages alsmede over (ii), voor wat betreft het nutsverbruik in de jaren 2018 tot en met 2022, de als productie 1 tot en met 4 door [gedaagden] overgelegde overzichten en onderliggende stukken – door een nadere onderbouwing te geven, waarin zij inzichtelijk maakt welke meterstanden en welke tarieven zij heeft gehanteerd en dat te onderbouwen met stukken, alsmede inzichtelijk te maken waarin de verschillen zijn gelegen met hetgeen [gedaagden] berekent, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitgangspunten zoals geformuleerd in de rechtsoverwegingen 4.5 en 4.7 – met daarbij (iii) een berekening van het deel van haar vorderingen a. en f. dat aldus volgens Greenpoint zou moeten worden toegewezen. Vervolgens zal [gedaagden] in de gelegenheid worden gesteld daarop te reageren bij antwoordakte.
4.14.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 5 april 2023 te 09:00 uurvoor akte aan de zijde van Greenpoint om zich uit te laten over hetgeen in rechtsoverweging 4.13 is vermeld.
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023.
(AK)