In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van het geslacht en de voornaam van een non-binair persoon, aangeduid als verzoeker. Verzoeker, geboren op 14 september 1993 in Tilburg, heeft de Nederlandse nationaliteit en heeft een verzoek ingediend om zijn geslacht in de geboorteakte te wijzigen naar 'X' en zijn voornaam te wijzigen in '[voornaam]'. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 29 november 2022, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. K. Smienk, en de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Tilburg aanwezig was.
De rechtbank overweegt dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek, aangezien verzoeker de Nederlandse nationaliteit heeft en het verzoek betrekking heeft op een akte die binnen het rechtsgebied van de rechtbank is ingeschreven. De rechtbank constateert dat er op dit moment geen wettelijke regeling bestaat die non-binaire personen de mogelijkheid biedt om zich als genderneutraal te registreren. Desondanks is er een maatschappelijke en juridische trend naar erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit. De rechtbank wijst erop dat het individuele belang van verzoeker bij een correcte registratie in de geboorteakte zwaarder weegt dan het algemene belang bij het afwachten van wetgeving.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker voldoende heeft onderbouwd dat hij de duurzame overtuiging heeft een genderneutrale persoon te zijn. De overgelegde deskundigenverklaring bevestigt deze identificatie. Daarom heeft de rechtbank besloten het primaire verzoek tot wijziging van het geslacht in 'X' toe te wijzen. Tevens is het verzoek tot voornaamswijziging in '[voornaam]' toegewezen, omdat verzoeker deze naam al sinds 2017 gebruikt en zich daarmee identificeert. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de geboorteakte aan te passen en heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is gegeven door mrs. Van de Kraats, Van Leuven en Van Noort, en in tegenwoordigheid van mr. De Wit, griffier, in het openbaar uitgesproken door mr. Van Leuven.