ECLI:NL:RBZWB:2023:2139
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verschoning
- M. Breeman
- A. Hertsig
- J. Tempel
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure
Op 27 maart 2023 heeft de Verschoningskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een verzoek tot verschoning toegewezen. Dit verzoek werd ingediend door de rechter die belast was met de behandeling van de hoofdzaak, die een zakelijke relatie had met een aannemer die betrokken was bij de descente in de zaak. De rechter ontving op dezelfde dag een bericht dat deze aannemer, samen met andere betrokkenen, aanwezig zou zijn om bouwkundige vragen te beantwoorden. Gezien de omstandigheden, waaronder het feit dat de aannemer recentelijk het dak van de woning van de rechter had geïnspecteerd, bestond de mogelijkheid dat de schijn van partijdigheid zou kunnen ontstaan. De Verschoningskamer oordeelde dat de rechter zich moest onthouden van verdere behandeling van de zaak om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.
De beslissing is gebaseerd op de artikelen 36 en 40 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, die de mogelijkheid van verschoning en wraking van rechters regelen. De Verschoningskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, maar dat uitzonderlijke omstandigheden kunnen leiden tot de noodzaak van verschoning. In dit geval was er voldoende grond om aan te nemen dat de uiterlijke schijn van partijdigheid aanwezig was, wat leidde tot de toewijzing van het verzoek. De behandeling van de hoofdzaak zal nu door een andere rechter worden voortgezet.
De beslissing werd genomen in raadkamer en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de toewijzing van het verschoningsverzoek definitief is.