Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 28 februari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. Deze maatregel was eerder opgelegd op 26 februari 2023 en betreft een verzoek van de officier van justitie tot verlenging, ingevolge artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 1939, verblijft momenteel in een accommodatie en heeft te maken met een vermoedelijke psychische stoornis, gediagnosticeerd als depressieve-stemmingsstoornis.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 februari 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, en zorgprofessionals. De betrokkene vertoonde onrustig gedrag en gaf aan dat hij naar huis wilde, wat door de behandelende verpleegkundige als zorgwekkend werd ervaren. De dochter van de betrokkene bevestigde de zorgen van de behandelaar, en de advocaat van de betrokkene refereerde aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft op basis van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling geconcludeerd dat er een ernstig vermoeden bestaat van een psychische stoornis die leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Daarom is de rechtbank van oordeel dat verplichte zorg noodzakelijk is, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel tot en met 21 maart 2023, met de mogelijkheid om de genoemde zorgmaatregelen te treffen.