ECLI:NL:RBZWB:2023:2176

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 februari 2023
Publicatiedatum
31 maart 2023
Zaaknummer
C/02/406799 / FA RK 23/915
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van Dun
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 28 februari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. Deze maatregel was eerder opgelegd op 26 februari 2023 en betreft een verzoek van de officier van justitie tot verlenging, ingevolge artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 1939, verblijft momenteel in een accommodatie en heeft te maken met een vermoedelijke psychische stoornis, gediagnosticeerd als depressieve-stemmingsstoornis.

Tijdens de mondelinge behandeling op 28 februari 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, en zorgprofessionals. De betrokkene vertoonde onrustig gedrag en gaf aan dat hij naar huis wilde, wat door de behandelende verpleegkundige als zorgwekkend werd ervaren. De dochter van de betrokkene bevestigde de zorgen van de behandelaar, en de advocaat van de betrokkene refereerde aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank heeft op basis van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling geconcludeerd dat er een ernstig vermoeden bestaat van een psychische stoornis die leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Daarom is de rechtbank van oordeel dat verplichte zorg noodzakelijk is, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel tot en met 21 maart 2023, met de mogelijkheid om de genoemde zorgmaatregelen te treffen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/406799 / FA RK 23/915
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 28 februari 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1939 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.H.P.M. Verhagen te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 februari 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 26 februari 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Breda tot het nemen van de crisismaatregel van 26 februari 2023;
- de medische verklaring van 26 februari 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 28 februari 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] , verpleegkundig specialist;
- mevrouw [naam 2] , dochter van betrokkene.
Tevens was aanwezig, maar is niet gehoord:
- mevrouw [naam 3] , arts-assistent.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene is erg onrustig, staat voortdurend op, zegt dat hij naar huis gaat en geeft de aanwezigen bij herhaling de hand. Betrokkene geeft aan dat hij af en toe blinde paniek-aanvallen heeft. Op de vraag waarom hij zo onrustig is en naar huis wil zegt hij dat hij veel te doen heeft in zijn moestuin.
3.2
De verpleegkundig specialist, tevens behandelaar licht desgevraagd toe dat er sinds de crisisopname een wisselend beeld wordt gezien. Soms is betrokkene iets rustiger, maar vaker onrustig, geagiteerd en verward. Gelet op het huidige toestandsbeeld van betrokkene en de thuissituatie is ontslag op dit moment niet mogelijk.
3.3
De dochter van betrokkene bevestigt de visie van de behandelaar, temeer gelet op de thuissituatie.
3.4
De advocaat van betrokkene merkt op dat zijn cliënt heel duidelijk laat zien en horen wat hij wil en refereert zich ten aanzien van het onderhavige verzoek aan het oordeel van de rechtbank.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken, waaronder de medische verklaring, en de mondelinge behandeling is gebleken dat het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis in de medische verklaring gediagnosticeerd als depressieve-stemmingsstoornissen.
4.2
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is voorts genoegzaam gebleken dat het ernstige vermoeden bestaat dat het gedrag van betrokkene als gevolg van zijn -vermoedelijke- psychische stoornis leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.3
Op grond van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is de rechtbank van oordeel dat om onmiddellijk dreigend ernstig nadeel af te wenden, de volgende verplichte zorg noodzakelijk is:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
-insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.4
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is genoegzaam gebleken dat betrokkene zich verzet zich tegen verplichte zorg.
4.5
De rechtbank is echter van oordeel dat de noodzakelijk gebleken verplichte zorg evenredig is, terwijl er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde beoogde effect hebben. Uit de stukken blijkt voorts dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.6
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1939 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.3 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 maart 2023;
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Dun, rechter en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2023 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 9 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.