ECLI:NL:RBZWB:2023:2177

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
31 maart 2023
Zaaknummer
C/02/406777 / FA RK 23/910
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Willemsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 15 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van deze zorgmachtiging was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene, geboren in 1957, die verblijft in een zorgaccommodatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing.

Tijdens de mondelinge behandeling op 15 maart 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, en zorgprofessionals. De betrokkene gaf aan dat hij het goed gaat, maar dat hij meer informatie nodig heeft over de zorgmachtiging. De verpleegkundig specialist en agogisch medewerker gaven aan dat verplichte zorg noodzakelijk is om de betrokkene te ondersteunen bij het gebruik van medicatie en om hem te beschermen tegen de gevolgen van zijn psychische stoornis.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van de betrokkene. De beschikking is mondeling gegeven en op 22 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/406777 / FA RK 23/910
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 15 maart 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1957 te [geboorteplaats] ,
wonende althans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Timmermans-Roelands te Bergen op Zoom.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 februari 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 23 februari 2023;
- de medische verklaring van 22 februari 2023;
- een zorgplan van 21 februari 2023;
- een zorgkaart van 21 februari 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- de door deze rechtbank mondeling op 20 april 2022 gegeven beschikking, op
2 mei 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 maart 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , verpleegkundig specialist Ggz;
- mevrouw [naam 2] , agogisch medewerker.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Op de vraag hoe het met hem gaat antwoordt betrokkene “het gaat heel goed, maar het liefst zou ik zelf sigaretten willen kopen.” Op de vraag wat hij vindt van het verzoek tot het verlenen van een machtiging verplichte zorg antwoordt betrokkene eerst “dat vind ik goed”, maar vervolgens merkt hij op “daar weet ik te weinig van af”.
3.2
De verpleegkundig specialist merkt op dat hij verplichte zorg zoals verzocht noodzakelijk acht om ervoor te zorgen dat betrokkene voldoende in de samenwerking blijft en hij de noodzakelijke medicatie blijft gebruiken en daarnaast om hem de somatische zorg te kunnen blijven bieden, waaronder met name in verband met het dragen van een verblijfskatheter en om - voor zover nodig - medische controles zoals bloedafnames te kunnen uitvoeren. Er kan in zijn opvatting onvoldoende op worden vertrouwd dat betrokkene in een vrijwillig kader consequent aan bedoelde zorg zal meewerken.
3.3
De agogisch medewerker deelt mede dat tijdens momenten van psychotische ontregeling er bij betrokkene sprake is van te gering realiteitsbesef en hij dan de noodzakelijk geachte zorg niet of in onvoldoende mate accepteert of daaraan meewerkt. Derhalve sluit zij zich aan bij hetgeen door de verpleegkundig specialist is opgemerkt.
3.4
De advocaat van betrokkene voert aan dat, gelet op de toelichting van de verpleegkundig specialist en de agogisch medewerker, de psychische stoornis en het daardoor veroorzaakt ernstig nadeel door haar niet wordt betwist. Wel verzoekt zij, in het geval dat de rechtbank het onderhavige verzoek mocht toewijzen, voor zover dit wordt verzocht het toedienen van vocht en voeding als verplichte zorgvorm af te wijzen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Gebleken is bij betrokkene van wisselende bereidheid om aan de noodzakelijke medicatie toediening en de overige somatische zorg mee te werken, wat het risico in zich draagt op (verdergaande) psychotische ontregeling en op infecties. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
Het verzoek van de officier van justitie zal voor zover het de overige verzochte zorgvormen betreft worden afgewezen, nu voor het afgeven van een machtiging in zoverre geen noodzaak bestaat.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1957 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 maart 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Willemsen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2023 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 22 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.