In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de schoolkeuze voor de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2019. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. Janse, verzocht de rechtbank om vervangende toestemming om [minderjarige] in te schrijven op [basisschool 1]. De man, vertegenwoordigd door mr. J.J.R. Albicher, verzocht om niet-ontvankelijk verklaring van de vrouw en om vervangende toestemming voor inschrijving op [basisschool 2]. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 februari 2023 bleek dat partijen na mediationgesprekken niet tot overeenstemming waren gekomen over de schoolkeuze. De rechtbank constateerde dat beide scholen goede opties zijn, maar dat de vrouw de voorkeur gaf aan [basisschool 1] vanwege de betere aansluiting bij de behoeften van [minderjarige]. De man daarentegen vond [basisschool 2] geschikter, vooral vanwege de digitale onderwijsmethoden en de nabijheid van zijn woning. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat het belang van [minderjarige] voorop staat en heeft de vrouw toestemming verleend om [minderjarige] in te schrijven op [basisschool 1]. De rechtbank benadrukte het belang van samenwerking tussen de ouders in het gezamenlijk gezag en de noodzaak om in het belang van het kind te handelen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.