ECLI:NL:RBZWB:2023:2275

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
5 april 2023
Zaaknummer
C/02/402257 / HA ZA 22-547 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Mr. Stoof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in civiele procedure over buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente

Op 5 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een vonnis gewezen in de civiele zaak tussen 3S Safety Solution Services B.V. en Force Pro Equipment B.V. De eiseres, 3S Safety Solution Services B.V., had een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Force Pro Equipment B.V., met betrekking tot buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente. De procedure begon met een dagvaarding op 6 oktober 2022, waarna de advocaat van de gedaagde zich aan de zaak onttrok zonder een nieuwe advocaat aan te stellen. De rechtbank heeft de vordering van eiseres beoordeeld en vastgesteld dat de stellingen van eiseres niet door gedaagde zijn weersproken. De rechtbank oordeelde dat de gevorderde btw over de buitengerechtelijke incassokosten niet toewijsbaar was, omdat eiseres niet had aangetoond geen ondernemer te zijn in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968. Daarnaast werd vastgesteld dat artikel 6:119a BW niet van toepassing was op de vordering tot betaling van een bedrag bij wijze van schadeloosstelling, waardoor de gevorderde handelsrente niet kon worden toegewezen. De rechtbank heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 47.396,12 aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, die zijn begroot op € 4.151,18. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/402257 / HA ZA 22-547
Vonnis van 5 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
3S SAFETY SOLUTION SERVICES B.V.,
gevestigd te Tilburg,
eiseres,
advocaat mr. M.M.A.A. van Oosterhout te Tilburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FORCE PRO EQUIPMENT B.V.,
gevestigd te Alphen,
gedaagde,
advocaat mr. J.M. Molkenboer te Tilburg (onttrokken).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 oktober 2022 met producties genummerd 1 tot en met 7;
  • de mededeling van de advocaat van gedaagde dat deze zich als advocaat van gedaagde aan de zaak onttrekt, waarna zich geen nieuwe advocaat heeft gesteld.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De stellingen van eiseres kunnen het gevorderde dragen en zijn door gedaagde niet weersproken. Nu het gevorderde de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen, behoudens het volgende.
2.2.
Eiseres maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. In het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zit btw begrepen. De gevorderde btw is niet toewijsbaar, nu eiseres niet heeft gesteld geen ondernemer te zijn in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of als ondernemer een vrijgestelde prestatie verricht te hebben.
2.3.
Voorts is artikel 6:119a BW niet van toepassing op een vordering tot betaling van een bedrag bij wijze van schadeloosstelling, zodat de gevorderde handelsrente over de buitengerechtelijke incassokosten niet toewijsbaar is. Verder is niet is gesteld en ook niet gebleken dat rente over rente is overeengekomen,. De rechtbank wijst een en ander dan ook toe als hierna bepaald.
2.4.
Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, met dien verstande dat de btw over de dagvaardingskosten, zijnde een bedrag van € 22,77, zal worden afgewezen, gelet op hetgeen onder 2.2 is overwogen.
De proceskosten worden aan de zijde van eiseres begroot op:
- dagvaarding € 108,41
- griffierecht 2.837,00
- salaris advocaat
1.183,00(1,0 punt × tarief € 1.183,00)
Totaal € 4.151,18
2.5
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 47.396,12, vermeerderd met:
- de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 43.560,00 met ingang van 6 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling,
- de wettelijke rente over een bedrag van € 1.210,60 met ingang van 6 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 4.151,18, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Stoof en in het openbaar uitgesproken op 5 april 2023.