ECLI:NL:RBZWB:2023:2282
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Ebben
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Stichting WonenBreburg en een gedaagde huurder. De eiseres, WonenBreburg, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand van meer dan drie maanden. De gedaagde had erkend dat er een huurachterstand bestond, maar voerde aan dat hij persoonlijke omstandigheden had die hem belemmerden om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Tijdens de procedure bleef de huurachterstand gelijk, en de kantonrechter oordeelde dat de tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst zodanig was dat ontbinding en ontruiming gerechtvaardigd waren. De kantonrechter overwoog dat de gedaagde niet in staat leek om op korte termijn aan zijn verplichtingen te voldoen, en dat de persoonlijke omstandigheden van de gedaagde niet voldoende gewicht in de schaal legden om de vordering van WonenBreburg af te wijzen. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde toegewezen, met de mogelijkheid voor WonenBreburg om in overleg met de gedaagde te proberen een oplossing te vinden om de ontruiming te voorkomen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten.