Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 december 2022 met producties;
- het extract audiëntieblad van de rolzitting van 4 januari 2023 met de weergave van de mondelinge conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. G.E. Hamer, betaling van € 161,05 van gedaagde, die op 18 juni 2022 brandstof ter waarde van € 29,79 heeft getankt zonder te betalen. Eiser stelt dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door de brandstof niet te betalen en vordert daarnaast schadevergoeding voor bijkomende kosten. Gedaagde erkent dat hij de brandstof nog moet betalen, maar betwist de overige kosten en stelt dat hij heeft geprobeerd te betalen. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en wijst de vordering tot betaling van de brandstofkosten toe, evenals de wettelijke rente. De kantonrechter wijst ook de schadevergoeding toe voor de kosten die eiser heeft gemaakt in verband met de brandstofdiefstal, maar wijst de buitengerechtelijke incassokosten af omdat niet is voldaan aan de vereisten van de wet. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 5 april 2023.