Wat vindt de rechtbank
8. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiser volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiser daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiser op 21 september 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
9. Voor zover eiser in zijn beroepschrift verwijst naar dat wat hij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiser is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom hij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiser zal dus moeten aanvoeren waarom hij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van hetgeen in bezwaar is aangevoerd.
10. Om in aanmerking te komen voor een IVA-uitkering moet vast komen te staan dat eiser volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Op grond van artikel 4, eerste lid, van de Wet WIA is iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt, wanneer diegene als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek duurzaam slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur. Op grond van het tweede lid van dit artikel wordt onder duurzaam verstaan een medisch stabiele of verslechterende situatie. Op grond van het derde lid van dit artikel wordt onder duurzaam mede verstaan een medische situatie waarbij op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat.
11. Indien herstel niet uitgesloten is, dient de verzekeringsarts te beoordelen of er sprake is van een meer dan geringe kans op herstel op lange termijn. Als dit niet het geval is, dan is er alsnog sprake van duurzaamheid. Volgens vaste rechtspraak van de Raadmoet deze beoordeling van de herstelkansen in het eerste jaar en later worden gedaan aan de hand van een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden. Indien herstel afhankelijk is van een (ingezette) medische behandeling, moet de verzekeringsarts onderbouwen wat het resultaat daarvan specifiek voor eiser betekent. Als de verzekeringsarts aanneemt dat er in het eerste jaar een geringe kans op herstel is, maar in de jaren daarna een meer dan geringe kans, dient hij dat concreet en toereikend te onderbouwen.
Medische grondslag van het bestreden besluit
12. Allereerst zal de rechtbank beoordelen of het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek, namelijk de afwezigheid van een spreekuurcontact met een verzekeringsarts, hersteld is. De rechtbank maakt uit het rapport (van 24 januari 2023) van de verzekeringsarts B&B op dat eiser is gezien en onderzocht tijdens een spreekuur. De rechtbank acht het gebrek hiermee hersteld.
13. De rechtbank ziet geen aanleiding om het medisch onderzoek na herstel onzorgvuldig te achten. De verzekeringsarts B&B heeft het dossier en bezwaar van eiser bestudeerd, heeft eiser gezien en onderzocht op een spreekuur en heeft informatie opgevraagd bij de behandelend reumatoloog. Daarnaast is informatie betrokken van chirurg [naam chirurg 2] , uroloog [naam uroloog] en gegevens over eisers medicatie. Zij heeft verder kennis genomen van de bekende klachten, namelijk darmklachten, duizeligheidsklachten, psychische klachten, rug- en gewrichtsklachten, artrose en slaapproblemen, en heeft deze kenbaar meegewogen in de beoordeling. Ten aanzien van de informatie van chirurg [naam chirurg 1] heeft ze in het rapport van 25 maart 2022 overwogen dat deze per abuis niet mee is genomen, maar dat de informatie bekend was gezien de brief van chirurg [naam chirurg 2] . Anders dan eiser stelt heeft de verzekeringsarts B&B naar het oordeel van de rechtbank wel voldoende rekening gehouden met al zijn klachten en de actuele gezondheidssituatie van eiser per 21 september 2020. De informatie waar eiser naar verwijst, namelijk van de bedrijfsarts, reumatoloog en het rapport van de primaire verzekeringsarts heeft de verzekeringsarts B&B kenbaar meegenomen in haar beoordeling.
De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiser heeft gemist.
De medische beoordeling van de duurzaamheid
14. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts B&B voldoende heeft gemotiveerd waarom de volledige arbeidsongeschiktheid van eiser op 21 september 2020 niet duurzaam was. De verzekeringsarts B&B heeft in het rapport van 1 juni 2021 toegelicht dat er een behandelmogelijkheid is voor de darmklachten, namelijk een (tweede) operatie waarbij resterende ontstoken delen van de darm zullen worden verwijderd. Deze ingreep zal leiden tot vermindering van de klachten. Ook zal dit een positief effect hebben op de gewrichtsklachten. Er blijken geen aanwijzingen voor een inflammatoire reumatologische diagnose of erosieve gewrichtsafwijkingen. De chronische gewrichtsklachten worden geduid in het kader van de darmaandoening, met daarbij artrose. Verder wordt ook verbetering van de slaapproblemen verwacht, nu deze in stand worden gehouden door pijnklachten. Bij vermindering van de pijnklachten is cognitieve therapie mogelijk om de slaapproblemen te verbeteren. De verzekeringsarts B&B heeft op 24 januari 2023 een FML opgesteld met daarin de duurzame beperkingen. In het rapport van dezelfde datum heeft ze toegelicht duurzame beperkingen aan te nemen voor de stoma en de rug- en gewrichtsklachten. De overige door eiser genoemde klachten leiden volgens de verzekeringsarts B&B niet tot duurzame beperkingen. De verzekeringsarts B&B heeft dat in haar rapport van 24 januari 2023 nader toegelicht.
15. In wat eiser heeft aangevoerd ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de motivering van de verzekeringsarts B&B. Het is de rechtbank niet gebleken dat de verzekeringsarts B&B het Beoordelingskader voor de duurzaamheid (beoordelingskader) op onjuiste wijze dan wel onvolledig heeft toegepast. De rechtbank zal dit hierna uitleggen.
16. De rechtbank kan de verzekeringsarts B&B volgen in haar toelichting dat de geplande tweede operatie naar verwachting zou (kunnen) leiden tot een vermindering van eisers darmklachten, aangezien resterende ontstekingen in de darm zullen worden verwijderd. Ook heeft de verzekeringsarts B&B voldoende gemotiveerd dat de andere klachten van eiser, namelijk de gewrichtsklachten en slaapproblemen in stand worden gehouden door de darmproblematiek, wat eiser niet heeft betwist, en dat deze klachten ook zullen afnemen als de darmproblematiek verbetert. De stelling van eiser dat IBD een chronische aandoening is, die niet te genezen is, maakt dat voor de rechtbank niet anders. De rechtbank overweegt daartoe dat het bij de beoordeling van de duurzaamheid gaat om de verwachte verbetering in de belastbaarheid. Het gegeven dat IBD chronisch is, betekent niet zonder meer dat er geen verbetering van de belastbaarheid te verwachten valt na een behandeling. Het gaat er immers om dat de klachten en beperkingen van eiser dermate afnemen dat hij weer belastbaar is. Daarvoor is het niet nodig dat de ziekte, klachten en beperkingen van eiser volledig verdwijnen.
17. Dat de tweede operatie mogelijk niet in het eerste jaar na 21 september 2020 heeft kunnen plaatsvinden is voor de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de beoordeling. De rechtbank begrijpt de toelichting van de verzekeringsarts B&B zo dat er verbetering van de belastbaarheid is te verwachten na het plaatsvinden van de tweede operatie. Dat de operatie en bijbehorend herstel mogelijk om wat voor reden dan ook later dan een jaar na 21 september 2020 plaatsvinden, doet niet af aan de verwachtte effecten voor de belastbaarheid van eiser. De verzekeringsarts B&B heeft weliswaar aangegeven dat de verwachting is dat de verbetering binnen een jaar zich voor zal doen, maar dit betekent niet dat als de operatie niet binnen een jaar plaatsvindt, maar daarna, dat dan niet alsnog verbetering van de belastbaarheid is te verwachten.
18. De stelling van eiser dat het UWV een FML met de duurzame beperkingen op had moeten stellen zal de rechtbank niet verder bespreken, nu de verzekeringsarts B&B op 24 januari 2023 zo’n FML heeft opgesteld. Met deze FML heeft de verzekeringsarts B&B voldoende gemotiveerd wat het effect is van de verwachte verbetering van de klachten voor de belastbaarheid. Anders dan eiser stelt, acht de rechtbank dit wel voldoende toegespitst op de individuele situatie van eiser.
19. De stelling van eiser dat er onvoldoende duurzame beperkingen zijn aangenomen in de FML kan de rechtbank niet volgen. De rechtbank merkt hierbij op dat het gaat om beperkingen die per 21 september 2020 als duurzaam konden worden aangemerkt. De rechtbank heeft in het voorgaande geconcludeerd dat de verzekeringsarts B&B voldoende heeft gemotiveerd dat de klachten en beperkingen ten aanzien van de darmen, de gewrichten en de slaapproblemen op 21 september 2020 (voor een deel) niet duurzaam konden worden geacht. In dit kader kan er geen rekening gehouden worden met een conclusie achteraf of een behandeling wel of niet het verwachtte effect feitelijk heeft gerealiseerd. Dat eiser per 4 januari 2022 alsnog een IVA-uitkering toegekend heeft gekregen, is dan ook niet relevant bij onderhavige beoordeling. Voor de overige klachten waren volgens de verzekeringsarts B&B evenmin duurzame beperkingen aan te nemen. De duizeligheidsklachten waren blijkens de medisch specialistische informatie het gevolg van prednisongebruik en bij staking van dit gebruik zouden de bijwerkingen verdwijnen. Er was blijkbaar ook geen noodzaak om deze klachten nader te onderzoeken en uit bloedonderzoek bleken geen bijzonderheden. Ook zijn geen duurzame beperkingen aan de orde in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren. Eiser heeft geen behandeling meer voor psychische problematiek en niet is gebleken van concentratieproblemen. Tot slot is er volgens de verzekeringsarts B&B geen reden om een urenbeperking aan te nemen omdat eiser niet voldoet aan de criteria daarvoor in de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid. Hoewel er sprake is van een stoornis in de energiehuishouding, kan wanneer rekening wordt gehouden met de overige beperkingen en voorwaarden in arbeid worden voorzien in lage energetische belasting. Ook is er geen grond om aan te nemen dat sprake is van een urenbeperking omwille van beschikbaarheid of preventie. Ten aanzien van het gebruik van braces merkt de rechtbank op dat de verzekeringsarts B&B eiser beperkt heeft geacht voor zware fysieke arbeid, gelet op het eigen onderzoek en de bevindingen van de reumatoloog rond 21 september 2020. Ook was de verzekeringsarts B&B bekend met het gebruik van de braces. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B – ondanks wat eiser daartegen in heeft gebracht – genoegzaam heeft gemotiveerd welke beperkingen per 21 september 2020 als duurzaam moeten worden aangemerkt. Eiser heeft zijn stelling dat er meer/forsere duurzame beperkingen hadden moeten gelden ook niet nader onderbouwd met (nieuwe) medische stukken. Alle beschikbare medisch specialistische informatie is door de verzekeringsarts B&B ook kenbaar bij deze motivering betrokken. Gelet hierop ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de beoordeling van de verzekeringsarts B&B.
20. Gelet op wat hiervoor is overwogen, ziet de rechtbank in wat eiser heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de medische grondslag van het bestreden besluit. Er is geen reden om aan te nemen dat de FML van 24 januari 2023 onjuist is.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
21. De arbeidsdeskundige B&B heeft op grond van de FML van 24 januari 2023 functies gezocht die eiser in theorie nog kan uitvoeren met de duurzame beperkingen. Dat heeft drie functies (en een reservefunctie) opgeleverd.
- ( sbc-code 315132) Archiefmedewerker;
- ( sbc-code 315133) Administratief medewerker;
- ( sbc-code 315100) Administratief ondersteunend medewerker.
De reservefunctie is (sbc-code 264122) Machinaal metaalbewerker.
22. De arbeidsdeskundige B&B heeft in haar rapport voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiser. De arbeidsdeskundige B&B heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De stelling van eiser dat hij de functies gezien zijn klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen. De
rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiser in staat is de functies te vervullen. Eiser heeft verder ook geen arbeidskundige gronden naar voren gebracht.
23. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiser met de middelste van de drie geduide functies 57,21% kan verdienen van het loon dat hij verdiende met zijn eigen werk, zodat hij met de duurzame beperkingen voor 42,79% arbeidsongeschikt is. Dit betekent dat eisers volledige arbeidsongeschiktheid per 21 september 2020 terecht niet is aangemerkt als duurzaam.