Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties;
- de akte van Pellikaan, met één productie;
- de akte van [gedaagde] , met producties.
2.Het geschil
3.De beoordeling
heeft dit verweer pas bij zijn akte gevoerd. [gedaagde] had dat verweer, wat daar overigens ook nog van zij, al bij conclusie van antwoord moeten aanvoeren. De kantonrechter verwijst daarvoor naar artikel 128 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin het zogenaamde “concentratie van verweer” als vereiste is opgenomen.
14 dagentermijn een bedrag van € 27,29 aan de gemachtigde van Pellikaan heeft voldaan. De hoogte van de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten – zijnde een bedrag van € 63,00 – komt overeen met de daarvoor vastgestelde tarieven, zodat dit bedrag zal worden toegewezen.
[gedaagde] voorafgaand aan het uitbrengen van de dagvaarding op de hoogte was van de vordering van Pellikaan, zodat niet geoordeeld kan worden dat hij zonder nadere berichtgeving door Pellikaan is gedagvaard. [gedaagde] is immers de gelegenheid geboden om de achterstand door middel van een betalingsregeling te voldoen om daardoor een procedure te voorkomen. Vast staat dat [gedaagde] van die gelegenheid geen gebruik heeft gemaakt. Gelet daarop dient [gedaagde] ook de proceskosten van Pellikaan te betalen. Die kosten worden tot aan dit vonnis als volgt vastgesteld: