ECLI:NL:RBZWB:2023:2351
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden
Op 5 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, woonachtig in [woonplaats], en de minister voor Natuur en Stikstof als verweerder. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden van de minister, dat op 25 november 2022 is genomen. De formeel bevoegde rechtbank Gelderland heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant gevraagd de zaak te behandelen, wat deze rechtbank heeft geaccepteerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op het feit dat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 365,- niet tijdig heeft betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient iemand die beroep instelt het griffierecht te betalen binnen een door de griffier gestelde termijn. De griffier heeft eiseres op 18 februari 2023 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, met een termijn van vier weken. De brief is op 21 februari 2023 bezorgd, maar eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
Aangezien er geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht is gebleken, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van Asten, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.