2.1Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
a. Aegon heeft met ingang van 1 augustus 2004 terzake de woning gelegen aan het [adres] (hierna te noemen “de woning”) een huurovereenkomst gesloten met de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] (hierna te noemen “ [familienaam] ”). De aanvangshuur bedroeg € 585,00 per maand (€ 470,00 aan kale huur en € 115,00 aan voorschot servicekosten).
b. Eind december 2021 is de gemeenteraad van Tilburg unaniem akkoord gegaan met aanpassing van het bestemmingsplan voor het [straatnaam 1] . Het [straatnaam 1] wordt [straatnaam 2] . De huidige wooncomplexen aan de kant van de [straatnaam 3] worden gesloopt en hiervoor in de plaats komen nieuwe woongebouwen.
c. Bij brief van 28 maart 2022 heeft Aegon aan de [familienaam] bericht:
“(…)
U huurt van Amvest sedert 1 augustus 2004 de woonruimte, gelegen aan het [adres] (hierna: “de Woning”). Inmiddels is gebleken dat u deze woonruimte niet meer zelf bewoond, maar zonder toestemming in gebruik heeft gegeven aan een ander. Ingeschreven op het adres staat [gedaagde] . Het is u op grond van de huurovereenkomst niet toegestaan om de Woning te laten gebruiken door iemand anders. De wanprestatie is dusdanig ernstig dat deze ontbinding van de huur rechtvaardigt.
Om de kosten van de procedure bij de rechter uit te sparen, stelt Amvest u in de gelegenheid om uit eigen beweging de huur op te zeggen tegen1 mei 2022. U dient de Woning dan uiterlijk op 30 april 2022 ontruimd en vrij van gebruik aan Amvest op te leveren. U kunt de huur opzeggen door deze brief beiden voor akkoord te ondertekenen en deze voor 31 maart 2022 aan mij terug te sturen. U moet dan tevens meesturen een kopie van uw identiteitsbewijs (met, vanwege de geldende privacywetgeving, het bsn nummer en de foto onzichtbaar gemaakt).
Indien u de huur niet opzegt of niet tijdig reageert, ga ik ervan uit dat u niet zelf tot opzegging over zal gaan. In die situatie zal ik namens Amvest op zeer korte termijn een procedure starten om de huur te laten ontbinden en de bewoner uit de Woning te krijgen. De kosten die met zo’n procedure gepaard gaan, zijn voor uw rekening.
Ik heb ook een brief gezonden aan de illegale bewoner, [gedaagde] .
d. Per aangetekende brief van 28 maart 2022 heeft Aegon aan [gedaagde] bericht:
“(….)
U staat blijkens het Bevolkingsregister ingeschreven in de woonruimte, gelegen aan het [adres] (hierna: “de Woning.”). Amvest is de eigenaar van deze Woning. Deze wordt verhuurd aan de heer en mevrouw [familienaam] . Zij moesten de Woning zelf bewonen en waren niet gerechtigd deze aan iemand anders in gebruik te geven of onder te verhuren. Deze wanprestatie is dusdanig ernstig dat het de ontbinding van de huur rechtvaardigt. Duidelijk dat het echtpaar [familienaam] inmiddels ergens anders woont en de Woning niet meer zelf gebruikt. Ik heb het echtpaar [familienaam] in overweging gegeven de huur zelf op te zeggen tegen 1 mei 2022, om zo de kosten van een juridische procedure uit te sparen. Mij is niet bekend wat de relatie is tussen u en het echtpaar [familienaam] en op welke voorwaarden u gebruik maakt van de woning. Het echtpaar [familienaam] betaalt voor de Woning per maand een bedrag van € 652.22 aan huur, € 55,- aan voorschot servicekosten en € 150,- aan voorschot stookkosten. Dus totaal € 857.22 per maand.
Zoals mogelijk bij u bekend, zal het [straatnaam 1] worden herontwikkeld en opnieuw worden ingericht, in welk kader het complex waarin de Woning is gelegen, zal worden gesloopt. Dat betekent dat het complex op 1 mei 2023 geheel leeg en ontruimd zal moeten zijn.
Indien u de Woning na 30 april 2022 nog voor maximaal 1 jaar wilt blijven wonen en bereid en in staat bent bovenstaand maandbedrag te betalen, dan kunt u contact met mij opnemen. Ik zal dan met cliënte bezien of het mogelijk is om u nog (maar uiterlijk 1 mei 2023) in het gebruik te kunnen laten van de Woning.
Het is dan wel noodzakelijk dat u mij precies vertelt tegen welke voorwaarden u de Woning in gebruik hebt gekregen van het echtpaar [familienaam] . Indien u met hen (of met iemand anders) een schriftelijk contract had voor de bewoning, dan verzoek ik u mij daarvan een kopie te sturen.”
e. Op 1 mei 2022 is de huurovereenkomst tussen Aegon en [familienaam] met wederzijds goedvinden geëindigd.
f. [gedaagde] woont momenteel nog in de woning.