ECLI:NL:RBZWB:2023:2428
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. van Gessel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om gezamenlijk gezag en omgangsregeling in familiezaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende gezag en omgang tussen een vader en zijn minderjarige kind. De vader, vertegenwoordigd door mr. N.P.C.C. Langenberg, verzocht om omgang met zijn kind en om gezamenlijk gezag met de moeder, vertegenwoordigd door mr. P. Groenhuis-Kools. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld om advies te geven over de verzoeken. De Raad adviseerde om de omgangsregeling te ontzeggen, omdat het kind, geboren in 2010, veel weerstand vertoonde tegen contact met de vader. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sinds november 2019 geen contact meer is geweest tussen de vader en het kind, en dat de vader geen zicht heeft op de gezagsbeslissingen die in het belang van het kind zijn. De rechtbank oordeelde dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders, en dat de verzoeken van de vader om gezamenlijk gezag en omgang moeten worden afgewezen. De rechtbank benadrukte het belang van rust voor het kind en dat de moeder moet ondersteunen in de omgang met de vader wanneer het kind daar behoefte aan heeft. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.