ECLI:NL:RBZWB:2023:2480

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
10200021 CV EXPL 22-2853 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Hendriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldvordering en nakoming van betalingsverplichtingen uit zorgverzekeringsovereenkomst

In deze zaak vorderde Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. betaling van een bedrag van € 329,07 van gedaagde, die een zorgverzekeringsovereenkomst had afgesloten. De procedure begon met een dagvaarding op 18 oktober 2022, waarna gedaagde gedeeltelijke betalingen had verricht, maar niet aan zijn volledige betalingsverplichtingen voldeed. Zilveren Kruis had eerder zorgkosten gedeclareerd en gedaagde had een betalingsachterstand opgebouwd. Ondanks een betalingsregeling die op 28 juni 2022 was getroffen, kwam gedaagde deze niet na, wat leidde tot de dagvaarding. Gedaagde voerde verweer, stellende dat hij dacht dat hij met een betaling van € 202,16 aan zijn verplichtingen had voldaan, maar de kantonrechter oordeelde dat hij niet volledig had betaald. De kantonrechter wees de vordering van Zilveren Kruis toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelde gedaagde tot betaling van het totale bedrag van € 329,07. Het vonnis werd uitgesproken op 12 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kanton
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10200021 \ CV EXPL 22-2853
Vonnis van 12 april 2023
in de zaak van
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
hierna te noemen: Zilveren Kruis,
gemachtigde: drs. M.D. Brouwer MSc (Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.),
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 oktober 2022 met producties;
- de e-mail van 22 november 2022 van gemachtigde van eiseres, houdende vermindering van eis;
- het mondeling antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de mondelinge toelichting.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft een zorgverzekeringsovereenkomst afgesloten met Zilveren Kruis.
2.2.
Uit hoofde van de zorgverzekeringsovereenkomst heeft Zilveren Kruis gedeclareerde zorgkostennota’s aan zorgverleners van [gedaagde] vergoed. Voor zover deze nota’s niet (geheel) onder de dekking van de zorgverzekering van [gedaagde] vielen, of voor zover zij onder het eigen risico van [gedaagde] vielen, heeft Zilveren Kruis de kosten bij [gedaagde] in rekening gebracht.
2.3.
In de betaling van de door [gedaagde] verschuldigde bedragen is een betalingsachterstand ontstaan. De volgende facturen heeft [gedaagde] niet tijdig voldaan:
Factuurnummer Factuurdatum Verzuimdatum Soort Factuurbedrag
[factuurnummer 1] 27/05/2021 27/06/2021 Zorgkostennota’s € 83,34
[factuurnummer 2] 23/09/2021 24/10/2021 Zorgkostennota’s € 82,02
[factuurnummer 3] 25/07/2022 25/08/2022 Zorgkostennota’s € 109,69
Totaal € 275,05
2.4.
Bij brief van 28 december 2021 heeft Syncasso namens Zilveren Kruis
[gedaagde] aangemaand om de eerste twee van de hiervoor onder 2.3. genoemde facturen binnen 15 dagen na bezorging van deze brief te betalen.
2.5.
[gedaagde] heeft vervolgens op 2 maart 2022 € 38,50 en op 2 april 2022 € 38,50 betaald.
2.6.
Partijen hebben op 28 juni 2022 een betalingsregeling getroffen. Afgesproken is dat de betalingsachterstand van toen, € 148,82, exclusief rente, afbetaald zou worden met
€ 25,00 per maand, waarbij de eerste betaling voor 3 juli 2022 door Syncasso namens Zilveren Kruis ontvangen zou moeten zijn.
2.7.
[gedaagde] heeft vervolgens op 5 juli 2022 € 25,00 en op 1 augustus 2002 € 25,00 betaald.
2.8.
Omdat [gedaagde] de betalingsregeling niet meer nakwam, is deze per 9 september 2022 vervallen.
2.9.
Op 18 oktober 2022 is [gedaagde] gedagvaard. Vervolgens heeft hij op 20 oktober 2022
€ 202,16 betaald.
2.10.
Syncasso heeft namens Zilveren Kruis bij brief d.d. 28 oktober 2022 de ontvangst van de betaling van € 202,16 bevestigd en [gedaagde] er op gewezen dat hij, vanwege de inmiddels in verband met de dagvaarding gemaakte kosten, binnen twee dagen nog € 164,71 moest voldoen om voortzetting van de procedure en verdere kosten te voorkomen.

3.Het geschil

3.1.
Zilveren Kruis vorderde aanvankelijk om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van
€ 200,02, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 148,05 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. Per e-mail van 22 november 2023 heeft Zilveren Kruis haar vordering met
€ 202,16 verminderd.
3.2.
Zilveren Kruis legt aan deze vordering het volgende ten grondslag. [gedaagde] is toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de uit de zorgovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen. Hij heeft de facturen van Zilveren Kruis niet tijdig betaald. Door het betalingsverzuim was Zilveren Kruis genoodzaakt om haar vordering op [gedaagde] ter incasso uit handen te geven aan Syncasso. [gedaagde] moet daarom een bedrag van
€ 48,40 aan buitengerechtelijke incassokosten (incl. BTW) en wettelijke rente, tot aan de dag der dagvaarding begroot op € 3,75, vergoeden. Ook na tussenkomst van Syncasso heeft [gedaagde] niet volledig betaald. Hierdoor was Zilveren Kruis genoodzaakt [gedaagde] te dagvaarden. De kosten die daarvoor zijn gemaakt, moet [gedaagde] ook vergoeden. Met de betaling van
€ 202,16 na de dagvaarding heeft [gedaagde] nog niet de volledige vordering van Zilveren Kruis op hem betaald. Zilveren Kruis heeft [gedaagde] hier bij brief d.d. 28 oktober 2022 op gewezen en aangegeven dat hij binnen twee dagen nog € 164,71 moest voldoen om voortzetting van de procedure te voorkomen. [gedaagde] heeft hieraan geen gehoor gegeven. Hierdoor zijn de kosten verder opgelopen. Wanneer de door [gedaagde] inmiddels betaalde bedragen op het subtotaal in mindering worden gebracht, resteert inclusief proceskosten nog een vordering van € 287,89.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij verweert zich tegen de bijkomende kosten. Hij voert, samengevat, het navolgende aan. Het klopt dat [gedaagde] de betalingsregeling niet kon nakomen. Op 20 oktober 2022 heeft hij € 202,16 betaald. Hij ging ervanuit dat de hoofdsom daarmee betaald was en dat er niets meer open stond. De betaling deed hij via een betaallink die hij ontvangen had op 21 september 2022. Hij was er toen nog niet mee bekend dat er al een dagvaarding was uitgebracht. De brief van 24 oktober 2022 die in het dossier zit, heeft hij nooit ontvangen. Syncasso heeft die brief niet aan hem gestuurd, maar aan een uitkerende instantie. [gedaagde] heeft de dagvaarding pas rond 25 oktober 2022 gezien. In verband met het overlijden van zijn oma verbleef hij namelijk een paar dagen elders.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Hoofdsom
4.1.
Zilveren Kruis vordert nakoming van een uit een overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichting van [gedaagde] en vergoeding van bijkomende kosten, waaronder proceskosten. [gedaagde] heeft de door Zilveren Kruis gevorderde hoofdsom van € 275,05 niet betwist. Deze staat daarmee vast.
Rente
4.2.
Omdat de openstaande bedragen niet tijdig zijn betaald en [gedaagde] in verzuim was, is de gevorderde wettelijke rente toewijsbaar. De wettelijke rente tot aan de dag der dagvaarding is begroot op € 3,57 en zal worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.3.
Ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40 (inclusief BTW) overweegt de kantonrechter als volgt. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Het verzuim is op of na 1 juli 2012 ingetreden. [gedaagde] is een consument. Daarom toetst de kantonrechter ambtshalve of voldaan is aan de geldende extra eisen voor verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten. Zilveren Kruis heeft op 28 december 2021 aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die hieraan voldoet. [gedaagde] heeft bij mondeling antwoord aanvankelijk gesteld dat hij deze brief niet heeft ontvangen, maar bij de mondelinge toelichting heeft hij vervolgens verklaard dat hij deze brief mogelijk wel heeft ontvangen. De kantonrechter maakt hieruit op dat [gedaagde] de ontvangst van deze brief niet langer betwist. Aan de vereisten van het Besluit is voldaan en het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in dit Besluit bepaalde tarief. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn daarom toewijsbaar.
Tussentijdse betalingen
4.4.
Vast staat ook dat [gedaagde] een aantal betalingen heeft verricht. Voor de dagvaarding heeft hij aan Syncasso, ten behoeve van Zilveren Kruis, in totaal € 127,00 betaald. Na de dagvaarding betaalde hij nog een bedrag van € 202,16. [gedaagde] stelt dat hij er van uit ging dat hij daarmee aan al zijn verplichtingen jegens Zilveren Kruis had voldaan, maar Zilveren Kruis heeft voldoende gemotiveerd gesteld dat dit niet het geval is. Op grond van artikel 6:44 van het Burgerlijk Wetboek (BW) strekt betaling van een op een bepaalde verbintenis toe te rekenen geldsom in de eerste plaats in mindering van de kosten, waaronder begrepen de buitengerechtelijke kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en ten slotte in mindering van de hoofdsom en de lopende rente. De e-mail met betaallink waarmee [gedaagde] op 20 oktober 2022 betaalde was al op 21 september 2022 aan hem toegestuurd. Dit met de mededeling dat [gedaagde] het toen openstaande bedrag van € 202,16 nog diezelfde dag moest betalen om te voorkomen dat de kosten verder op zouden lopen. In periode tussen toezending van deze betaallink en het moment dat [gedaagde] er gebruik van maakte, een maand later, is het openstaande bedrag verder opgelopen. In de kop van de dagvaarding en bij brief van 28 oktober 2022 is [gedaagde] hier ook op gewezen. In de kop van de dagvaarding is vermeld dat [gedaagde] op dat moment nog een hoofdsom van € 200,02 (inclusief rente en kosten) plus
€ 37,00 aan salaris gemachtigde en € 129,74 aan explootkosten, dus in totaal € 366,76, verschuldigd was. [gedaagde] had dus kunnen weten dat hij met zijn betaling van € 202,16 nog niet aan zijn volledige betalingsverplichting had voldaan. Dat [gedaagde] de brief van 24 oktober 2022 mogelijk niet ontvangen heeft, doet daar niet aan af, nu hij de ontvangst van de brief van 28 oktober 2022 niet heeft betwist. In die brief is de ontvangst van de betaling € 202,16 bevestigd en is [gedaagde] er nogmaals op gewezen dat daarmee nog niet de volledige vordering was voldaan. De bijkomende kosten, waaronder proceskosten, zijn in deze brief toegelicht en [gedaagde] is er op gewezen dat hij het restant van toen € 164,71 binnen twee dagen moest betalen om voortzetting van de procedure en verdere kosten, zoals het griffierecht, te voorkomen. [gedaagde] heeft dit niet gedaan.
4.5.
Doordat [gedaagde] het restant van de vordering niet voor de datum van de eerste rolzitting heeft voldaan, heeft eiseres het griffierecht van € 128,00 moeten voldoen op de eerste roldatum en heeft de gemachtigde van eiseres nadere proceshandelingen moeten verrichten. [gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Dit betekent dat hij de kosten voor deze procedure aan de zijde van Zilveren Kruis zal moeten voldoen. Deze kosten worden op onderstaande wijze begroot.
4.6.
Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde] aan Zilveren Kruis nog dient te voldoen:
Hoofdsom € 275,05
Wettelijke rente tot aan dagvaarding € 3,75 +
Buitengerechtelijke incassokosten € 48,40 +
Betalingen voor dagvaarding € 127,00 -
Betalingen na dagvaarding € 202,16 -
Kosten dagvaarding incl. BTW € 125,03 +
Griffierecht € 128,00 +
Salaris gemachtigde € 78,00 +(2 punten x € 39,00)
Totaal € 329,07

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 329,07 aan Zilveren Kruis;
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Hendriks en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2023.