ECLI:NL:RBZWB:2023:2549
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. van Oijen
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een minderjarige met complexe problematiek en zorgen over de opvoedsituatie
In deze zaak heeft de kinderrechter op 29 maart 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van een jaar, vanwege zorgen over zijn opvoedsituatie en de problematiek van zijn moeder. De moeder, die belast is met het ouderlijk gezag, woont met [minderjarige] en heeft in het verleden te maken gehad met diverse problemen, waaronder een licht verstandelijke beperking en een onveilige thuissituatie. De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting op 15 maart 2023, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende zicht is op de opvoedsituatie van [minderjarige] en dat de hulpverlening niet adequaat kan functioneren door de afwezigheid van samenwerking van de moeder. Er zijn zorgen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van [minderjarige], die gepest wordt op school en die in het verleden te maken heeft gehad met kindermishandeling. De kinderrechter heeft besloten om [minderjarige] voor de duur van zes maanden onder toezicht te stellen, met de mogelijkheid om de situatie tussentijds te evalueren. De kinderrechter heeft benadrukt dat de ondertoezichtstelling moet worden gezien als een kans voor de moeder om haar opvoedvaardigheden te verbeteren en om de nodige hulpverlening te ontvangen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de ontwikkeling van [minderjarige] niet verder in gevaar komt.