ECLI:NL:RBZWB:2023:271
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het besluit van het UWV over de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van eiser
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 januari 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het UWV van 12 mei 2021 beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen twee brieven van het UWV, waarin zijn klacht over onvoldoende ondersteuning bij het vinden van werk werd behandeld. Het UWV verklaarde het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk, omdat de brieven geen besluiten waren waartegen bezwaar kon worden gemaakt. De rechtbank heeft het beroep op 21 december 2022 behandeld, maar beide partijen hebben zich afgemeld voor de zitting.
De rechtbank oordeelt dat de brieven van het UWV enkel informatief van aard waren en niet gericht op een wijziging van rechten of plichten van eiser. Eiser betoogde dat hij in een moeilijke financiële situatie verkeert en dat de besluitvorming van het UWV deze situatie verergert. De rechtbank concludeert echter dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat de brieven geen besluiten zijn waartegen bezwaar kan worden gemaakt. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en ook geen proceskostenvergoeding ontvangt.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.