ECLI:NL:RBZWB:2023:272
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting door de rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 januari 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda beoordeeld. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd, omdat op 14 augustus 2021 om 16:46 uur geen parkeerbelasting was voldaan voor de auto van belanghebbende, die geparkeerd stond op een aangewezen parkeerplaats. De naheffingsaanslag bedroeg in totaal € 66,00, bestaande uit € 1,50 aan belasting en € 64,50 aan kosten.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslag, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld. Tijdens de procedure heeft de rechtbank vastgesteld dat er voldoende informatie in het dossier aanwezig was om een uitspraak te doen, zonder dat een zitting nodig was. De rechtbank heeft de argumenten van belanghebbende, die stelde dat hij pas na zeventien minuten verbinding kreeg met de parkeerapp Yellowbrick en dat er sprake was van overmacht, zorgvuldig overwogen.
De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. De rechtbank oordeelt dat de tijd die belanghebbende nodig had om verbinding te maken met de app buiten de redelijke termijn valt en dat hij ook de mogelijkheid had om de parkeerbelasting bij een nabijgelegen parkeerautomaat te voldoen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag in stand blijft en belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.