ECLI:NL:RBZWB:2023:2757

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
C/02/408042 / FA RK 23/1540
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 11 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 2000. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), aansluitend op een crisismaatregel. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, zijn moeder en een psychiater aanwezig waren. De betrokkene ontkende te lijden aan een psychische stoornis, maar de psychiater bevestigde dat hij een psychose doormaakt en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Pulskens, met mr. Wallerbos als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/408042 / FA RK 23/1540
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 11 april 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoekschrift tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie van [verblijfplaats] , aan de [adres] ;
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. E.J.L. Mulderink te Breda.

1.Het procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 30 maart 2023. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 22 maart 2023;
  • een zorgplan van 21 maart 2023;
  • een zorgkaart van 22 maart 2023;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
  • een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 april 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. Mulderink;
  • [naam] , de moeder van betrokkene;
  • [psychiater] .
1.4
De officier van justitie is, zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en is dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.

3.De standpunten

3.1
Namens en door betrokkene is afwijzing van het verzoek bepleit. Daartoe is, samengevat, aangevoerd dat hij ontkent dat hij lijdt aan een psychische stoornis en dat daaruit ernstig nadeel voortkomt. Betrokkene verzoekt subsidiair om de zorgmachtiging in duur te verkorten en enkel ‘toedienen van medicatie’ als verplichte vorm van zorg toe te passen, met als gevolg dat betrokkene per direct zal worden ontslagen uit de accommodatie en dat hij kan terugkeren naar huis. Betrokkene heeft daarbij aangegeven dat hij veel traint, omdat hij professioneel vechter wil worden. Toen het hem even te veel werd, heeft hij met zijn elleboog de glazen wand van de douchecabine kapotgemaakt. Betrokkene ontkent dat hij de glazen wand heeft kapotgemaakt omdat hij daarin negatieve energie zou hebben waargenomen. Hij heeft wel bevestigd dat hij de duivel in andermans ogen kan waarnemen.
3.2
De moeder van betrokkene heeft, samengevat, aangegeven dat betrokkene niet beschikt over ziekte-inzicht en dat hij in de veronderstelling is dat iedereen duivels en engelen kan zien. Betrokkene kampt met veel trauma’s en hij blowde veel. De moeder vindt het goed dat hij nu tot rust kan komen. Daarnaast wil zij graag dat betrokkene EMDR-/traumatherapie zal volgen.
3.3
De psychiater heeft, samengevat, aangegeven dat er geen twijfel bestaat dat betrokkene een psychose doormaakt. Hij krijgt nu medicatie in de vorm van Haldol toegediend, wat een positief effect heeft op zijn toestandsbeeld. Omdat betrokkene niet beschikt over ziektebesef- en inzicht, acht de psychiater de kans groot dat betrokkene zal stoppen met het innemen van zijn medicatie bij een behandeling op vrijwillige basis. Momenteel gaat hij meerdere dagen per week overdag naar huis. De verwachting is dat betrokkene op korte termijn kan worden ontslagen uit de accommodatie en dat hij volledig kan terugkeren naar huis. Gelet hierop kunnen de verplichte vormen van zorg die zien op ‘opnemen in de accommodatie’ en ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ naar de mening van de psychiater voor een kortere duur worden verleend dan is verzocht. De psychiater heeft ten slotte aangegeven dat het inzetten van EMDR-/traumatherapie slechts effectief is wanneer betrokkene daar zelf ook aan wil meewerken.

4.De beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en psychotische stoornis, een neurobiologische ontwikkelingsstoornis en mogelijk een verslavingsstoornis. Hoewel betrokkene betwist dat hij lijdt aan een psychische stoornis, ziet de rechtbank op dit moment geen aanleiding om te twijfelen aan het medisch oordeel van de onafhankelijke psychiater die betrokkene ten behoeve van het opstellen van de medische verklaring in deze zaak feitelijk heeft onderzocht en het medisch oordeel van de betrokken behandelaren op dit punt. De psychiater heeft bovendien tijdens de mondelinge behandeling aangegeven geen enkele twijfel te hebben dat betrokkene momenteel een psychose doormaakt.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, levensgevaar, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. De rechtbank overweegt daartoe dat betrokkene onder invloed van bovengenoemde psychische stoornis al langere tijd dreigend en agressief gedrag vertoont. Zijn psychose zou zijn gestart als gevolg van overmatig blowen. Hoewel betrokkene betwist dat hij een glazen wand van de douchecabine heeft kapotgemaakt vanwege negatieve energie, heeft hij erkend dat hij die wand kapotgemaakt heeft omdat het hem even te veel werd. Tijdens zijn opname in de accommodatie heeft hij ook agressief en grenzeloos gedrag vertoond. Daarnaast heeft betrokkene meermaals aangegeven dat hij van de stemmen die hij hoort een einde aan zijn leven zou moeten maken. Ook heeft hij geen zinvolle dagbesteding, waardoor hij niet verder komt in het leven. De moeder, bij wie betrokkene inwoont, is ten slotte overbelast geraakt. Zij heeft namelijk aangegeven dat het verblijf van betrokkene in de thuissituatie onhoudbaar was geworden.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Omdat betrokkene onvoldoende beschikt over ziektebesef- en inzicht en zijn psychose nog niet volledig is afgevlakt, is het op dit moment niet mogelijk om de noodzakelijk geachte zorg op vrijwillige basis voort te zetten. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • toedienen van medicatie;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
De rechtbank zal het verzoek voor zover dat ziet op het opnemen van de overige verzochte vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging afwijzen, omdat daartoe naar het oordeel van de rechtbank geen noodzaak bestaat en het onvoldoende voorzienbaar is dat deze vormen van verplichte zorg in de komende periode noodzakelijk zullen zijn.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden. Gelet op de verwachting dat betrokkene op korte termijn zal worden ontslagen uit de accommodatie, zal de rechtbank de zorgvorm die ziet op ‘opname in de accommodatie’ alsmede de daarbij horende zorgvorm ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ toewijzen voor de duur van twee maanden, onder afwijzing van het restant. De overige (ambulante) zorgvormen zal de rechtbank wel voor de volledige duur van zes maanden toewijzen, omdat het van belang is dat die zorg op verplichte basis wordt voortgezet zodra betrokkene weer thuis verblijft nadat hij is ontslagen uit de accommodatie. De rechtbank zal het verzoek daarom op onderstaande wijze toewijzen.

5.De beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op
[geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 oktober 2023;
bepaalt dat
voor de volledige duur van deze machtigingbij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toedienen van medicatie;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
bepaalt dat
enkel in de eerste twee maanden van deze machtigingbij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • opnemen in een accommodatie;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 april 2023 door mr. Pulskens, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Wallerbos als griffier, en op 19 april 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.