ECLI:NL:RBZWB:2023:2776
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van aanslagen inkomstenbelasting voor gepensioneerde inwoner van Spanje met betrekking tot persoonsgebonden aftrek en belastingverdragen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 april 2023, wordt het beroep van een gepensioneerde inwoner van Spanje tegen de aanslagen inkomstenbelasting (IB) voor de jaren 2016 en 2017 beoordeeld. De belanghebbende, geboren op 3 juni 1953, heeft in 2014 zijn samenlevingsovereenkomst beëindigd en is in 2015 naar Spanje geëmigreerd. Hij ontving een pensioenuitkering, een stamrechtuitkering en een lijfrente-uitkering, maar had geen recht op persoonsgebonden aftrek volgens het nationale recht, omdat hij niet als binnenlands belastingplichtige werd aangemerkt. De inspecteur had de aanslagen vastgesteld op basis van het in Nederland belastbare gedeelte van zijn pensioen en stamrechtuitkering, en de bezwaren van de belanghebbende tegen deze aanslagen werden afgewezen.
De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende het aan zijn ex-partner betaalde gedeelte van het pensioen niet kan aftrekken van zijn inkomen. De rechtbank stelt vast dat de samenlevingsovereenkomst geen directe rechten voor de ex-partner creëert ten aanzien van de pensioenuitkeringen. Bovendien wordt er gekeken naar het recht van de Europese Unie, maar ook hier kan de belanghebbende geen aftrekrecht ontlenen, omdat niet nagenoeg zijn volledige inkomen belastbaar is in Nederland. De rechtbank concludeert dat de aanslagen IB voor 2016 en 2017 in stand blijven, en dat de belanghebbende geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.