ECLI:NL:RBZWB:2023:2849
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag voor huishoudelijke ondersteuning
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 22 juni 2022. De rechtbank heeft in overweging genomen dat partijen niet voor een zitting zijn uitgenodigd, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. Eiseres heeft op 15 februari 2023 een beslissing ontvangen, maar was het niet eens met deze beslissing en heeft op 17 maart 2023 bezwaar gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres nog procesbelang heeft bij het beroep, omdat zij verzocht heeft om de door verweerder verbeurde dwangsom vast te stellen. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of er ten tijde van het indienen van het beroep sprake was van een aanvraag. Eiseres stelde dat zij op 22 juni 2022 een aanvraag had ingediend, terwijl verweerder betoogde dat er geen sprake was van een aanvraag omdat het retour gezonden plan van aanpak niet was ondertekend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schriftelijke reactie van eiseres, waarin zij haar onvrede over het plan van aanpak uitdrukt, als een aanvraag kan worden aangemerkt. Eiseres heeft rechtsgeldig beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag, en de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft de dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.