2.2[eiseres] vordert – na wijziging van eis – voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Primair WonenBreburg te veroordelen om aan [eiseres] binnen 14 dagen na
dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn,
een vervangende woonruimte ter beschikking te stellen die in alle opzichten, waaronder in ieder geval ligging, huurprijs, oppervlakte en aantal kamers, vergelijkbaar is met de woning aan het [adres] die [eiseres] momenteel huurt, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag voor iedere dag dat WonenBreburg na het verstrijken van de termijn van 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, niet aan deze verplichting voldoet;
aan [eiseres] een huurkorting toe te kennen tot 40% van de geldende huurprijs, thans in 2021 € 697,-- per maand, te weten een huurkorting tot € 278,80 per maand, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vanaf de maand volgende op de maand dat [eiseres] voor het eerst over een gebrek aan de woning heeft geklaagd, dus vanaf 1 mei 2019, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen ingangsdatum, tot aan de dag dat [eiseres] de woning zal hebben verlaten, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
aan [eiseres] te betalen een vergoeding van de door haar geleden en nog te lijden schade, althans een vergoeding voor de voor [eiseres] te maken verhuis- en herinrichtingskosten ex artikel 7:275 lid 4 BW en de Regeling minimumbijdrage verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie ad € 6.334,--;
WonenBreburg te veroordelen in de kosten van dit geding, onder bepaling dat WonenBreburg de wettelijke rente over deze kosten verschuldigd zal worden indien zij deze niet binnen 14 dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zal hebben voldaan;
WonenBreburg te veroordelen in de nakosten van de tenuitvoerlegging van het in dezen te wijzen vonnis, te begroten op € 165,-- zonder betekening in conventie of reconventie, € 255,-- zonder betekening in conventie en reconventie, en in geval van betekening te vermeerderen met € 85,-- alsmede de explootkosten, en te bepalen dat WonenBreburg de wettelijke rente over deze kosten verschuldigd zal zijn als zij deze nakosten niet binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis zal hebben voldaan.
Subsidiair WonenBreburg te veroordelen tot:
i. Het binnen 14 dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis, althans
binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, verhelpen van de gebreken (stankoverlast) én het volledig en deugdelijk herstellen van de vloer, koof, muren en deuren, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag voor iedere dag dat WonenBreburg na het verstrijken van de termijn van 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, geheel of gedeeltelijk niet aan deze verplichting voldoet;
[eiseres] terug te geven de inschrijfjaren op de wachtlijst bij de woningbouwvereniging en zulks aan [eiseres] schriftelijk te bevestigen binnen 14 dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,-- per dag of dagdeel dat WonenBreburg na het verstrijken van de termijn van 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, geheel of gedeeltelijk niet aan deze verplichting voldoet;
Het toekennen van een huurverlaging aan [eiseres] tot 40% van de geldende huurprijs, thans in 2021 € 697,-- per maand, te weten een huurkorting tot € 278,80 per maand, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vanaf de maand volgende op de maand dat [eiseres] voor het eerst over een gebrek aan de woning heeft geklaagd, dus vanaf 1 mei 2019, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen ingangsdatum, tot aan de dag dat het gebrek is verholpen, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
WonenBreburg te veroordelen in de kosten van dit geding, onder bepaling dat WonenBreburg de wettelijke rente over deze kosten verschuldigd zal worden indien zij deze niet binnen 14 dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zal hebben voldaan;
WonenBreburg te veroordelen in de nakosten van de tenuitvoerlegging van het in dezen te wijzen vonnis, te begroten op € 165,-- zonder betekening in conventie of reconventie, € 255,-- zonder betekening in conventie en reconventie, en in geval van betekening te vermeerderen met€ 85,-- alsmede de explootkosten, en te bepalen dat WonenBreburg de wettelijke rente over deze kosten verschuldigd zal zijn als zij deze nakosten niet binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis zal hebben voldaan.