In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 april 2023, is een verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling tussen de man en zijn minderjarige zoon aan de orde. De vrouw, de moeder van de minderjarige, heeft een advocaat ingeschakeld, mr. J.A. Scanlan, terwijl de man wordt bijgestaan door mr. J.C.A. Koen. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming en Stichting Jeugdbescherming Brabant betrokken bij de procedure om advies te geven over het verzoek. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 april 2023 zijn beide partijen, hun advocaten, en vertegenwoordigers van de Raad en de Gecertificeerde Instelling aanwezig geweest. De vrouw is echter niet verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een systemisch hulpverleningstraject loopt, waarbij de man en de vrouw individuele gesprekken hebben met een systeemtherapeut. De vrouw heeft echter weerstand tegen gezamenlijke gesprekken en het contact tussen de man en de minderjarige is beperkt. De rechtbank heeft geconstateerd dat de minderjarige, die in 2012 is geboren, niet heeft deelgenomen aan een kindgesprek, maar wel een brief aan de rechtbank heeft geschreven waarin hij aangeeft geen contact met de man te willen.
De rechtbank heeft besloten de beslissing over de omgangsregeling aan te houden tot 23 mei 2023, in afwachting van verslagen van de betrokken hulpverleners. De rechtbank benadrukt het belang van het contact tussen de man en de minderjarige en de noodzaak om de situatie te verbeteren. De rechtbank zal de voortgang van het hulpverleningstraject nauwlettend volgen en heeft de aanwezigheid van beide partijen bij de volgende zitting gewenst.