ECLI:NL:RBZWB:2023:2954
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Van Term
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 28 april 2023 en de Gecertificeerde Instelling (GI) heeft verzocht om een verlenging voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders niet aanwezig waren, maar de GI vertegenwoordigd was. De minderjarige [minderjarige 1] had de mogelijkheid om zijn mening te geven, maar heeft ervoor gekozen om geen gebruik te maken van deze mogelijkheid.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders belast zijn met het ouderlijk gezag en dat de kinderen bij de moeder wonen. De kinderrechter heeft eerder, op 21 april 2022, de ondertoezichtstelling van de kinderen verlengd. De GI heeft aangegeven dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige 1], die een laag intelligentieniveau heeft en sociaal-emotioneel kwetsbaar is. De ouders maken zich zorgen over de ontwikkeling van hun kinderen en de GI heeft hulpverlening in de omgeving van de moeder gevonden.
De kinderrechter heeft de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling beoordeeld en geconcludeerd dat deze nog steeds zijn voldaan. De kinderen hebben te maken gehad met ingrijpende gebeurtenissen en de kinderrechter acht het noodzakelijk dat de GI de situatie blijft monitoren. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 28 april 2024 en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.