Op 7 april 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, W. Schrikker, een nadere beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2014. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 12 april 2023, en het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) betreft de verlenging van deze maatregel voor de periode van 13 april 2023 tot 12 oktober 2023. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de grootouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De vader was niet verschenen, ondanks correcte oproeping. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog steeds zorgen zijn over de opvoedomgeving van [minderjarige] en dat de doelen van de ondertoezichtstelling nog niet zijn behaald. De GI heeft aangegeven dat de samenwerking tussen de moeder en de grootmoeder moeizaam verloopt, wat de voortgang van de hulpverlening bemoeilijkt. De kinderrechter heeft de hoop uitgesproken dat de moeder en de grootmoeder een manier van samenwerken zullen vinden, zodat [minderjarige] onbelast contact kan hebben met beide ouders. De kinderrechter heeft het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling toegewezen en verklaard dat de beslissing uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden opgevolgd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.