3.1Eiser heeft in beroep – samengevat – aangevoerd dat hij recht heeft op een HPKB omdat hij door zijn medische beperkingen niet meer in staat is om met de trein te reizen. Hij wijst daarbij op door hem ingebrachte medische informatie van zijn neuroloog [naam neuroloog] . Zijn beperkingen zijn van blijvende aard. Daarnaast geeft eiser aan dat hij in de praktijk heeft ondervonden dat reizen met de trein lastig of zelfs onmogelijk is. De personeelstekorten bij de NS maken dat hij bij reizen problemen ondervindt met de ondersteuning door NS.
4. De rechtbank verklaart het beroep gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Waaraan wordt een aanvraag voor een HPKB getoetst?
5. De rechtbank stelt vast dat het “Indicatieprotocol hoog persoonlijk kilometerbudget” (hierna: Protocol) de grondslag voor de beoordeling van een aanvraag om een HPKB vormt. Uit dit Protocol volgt dat een aanvrager in aanmerking komt voor een HPKB als:
de aanvrager beschikt over een Wmo-vervoersvoorziening, een Wmo-rolstoel, scootmobiel of OV-begeleiderskaart
en
gebruik moet maken van een rolstoel of scootmobiel waarvan gewicht, en/of maatvoering in combinatie met de aanvrager (de zogenaamde ‘mens-machinecombinatie’) zodanig is dat deze de grenzen van mogelijkheid tot hulpverlening door NS overschrijden
en/of
door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat is met de trein te reizen.
Verweerder gaat er bij de beoordeling vanuit dat pashouders bij het reizen zo nodig gebruik maken van individuele begeleiding en/of de door NS en Valys ter beschikking gestelde voorzieningen, zoals invalidetoiletten in de stations en in de treinen en NS-assistentieverlening. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het verzorgen van eventuele begeleiding tijdens de reis.
Onderdeel van de inhoudelijke beoordeling is of er sprake is van een uitzonderlijke situatie die afwijking van de criteria in het protocol rechtvaardigt.
Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep– de hoogste bestuursrechter in dit soort zaken – gaan de in het Protocol neergelegde toekenningscriteria de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten.
Dit betekent dat verweerder bij het beoordelen van de aanvraag van eiser dit Protocol kan toepassen.
Is eiser – strikt medisch bezien – in staat om met de trein te reizen?
6. Eiser heeft aangevoerd dat hij door zijn medische beperkingen niet meer in staat is om met de trein te reizen. Hij is door een herseninfarct in 2013 halfzijdig – aan zijn linkerkant – verlamd geraakt. Dit maakt dat hij bij alle dagelijkse handelingen hulp nodig heeft en gebonden is aan zijn rolstoel. Hij mag geen scootmobiel besturen.
Daarnaast heeft hij ook last van epilepsie. Hoewel hij anti-epileptica gebruikt, treden er nog regelmatig kleine aanvallen op.
Zijn beperkingen zijn van blijvende aard. Hij wijst op de door hem ingebrachte informatie van zijn neuroloog [naam neuroloog] . Die vermeldt ook dat zijn echtgenote hem weliswaar kan vergezellen tijdens zijn treinreizen, maar dat zij onvoldoende fysieke ondersteuning kan bieden om veilig in- en uit een trein te stappen. Ook een veilige toiletgang in de trein acht zijn arts niet mogelijk.