ECLI:NL:RBZWB:2023:2973

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
AWB- 22_5195
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van hoog persoonlijk kilometer budget (HPKB) aan eiser met medische beperkingen en uitzonderlijke situatie door personeelstekorten bij NS

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 april 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometer budget (HPKB) beoordeeld. Eiser, die beschikt over een Valys-pas voor taxivervoer, had op 27 juni 2022 een aanvraag ingediend voor een HPKB, maar deze was door de directie van FMMU Advies B.V. (nu medTadvies B.V.) afgewezen. De rechtbank oordeelt dat eiser, strikt medisch bezien, in staat wordt geacht om met de trein te reizen, maar dat de aanhoudende personeelstekorten bij de NS een uitzonderlijke situatie creëren die afwijking van de criteria in het Indicatieprotocol rechtvaardigt. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en kent eiser een HPKB toe voor de duur van twee jaar, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023. De rechtbank benadrukt dat de personeelstekorten bij de NS niet als tijdelijk kunnen worden beschouwd in de context van de aanvraag voor een HPKB, aangezien deze een blijvende impact hebben op de beschikbaarheid van noodzakelijke assistentie voor eiser. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit, waarbij het betaalde griffierecht aan eiser wordt vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/5195 BELEI

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 april 2023 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser

en
De directie van FMMU Advies B.V., nu genaamd medTadvies B.V. [1] ,verweerder,
(gemachtigde: [naam gemachtigde] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om in aanmerking te komen voor een hoog persoonlijk kilometer budget.
1.1.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 17 augustus 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 20 oktober 2022 op het bezwaar van eiser is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 16 maart 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van verweerder. Eiser heeft zich voor de zitting afgemeld.

Totstandkoming van het besluit

2. Eiser beschikt over een Valys-pas voor taxivervoer voor ouderen en mensen met een chronische ziekte of handicap. Daarmee kan hij per jaar 700 kilometer met de taxi reizen tegen een tarief van € 0,20 per kilometer.
2.1
Eiser heeft op 27 juni 2022 een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor een hoog persoonlijk kilometer budget (HPKB). Het HKPB is een vergoeding waarmee op jaarbasis maximaal 2.350 kilometer tegen een tarief van € 0,20 per kilometer van de taxi gebruik kan worden gemaakt. Bij zijn aanvraag heeft eiser medische informatie aangeleverd waaruit blijkt dat hij last heeft van focale epilepsie bij een voorgeschiedenis van een herseninfarct rechts.
2.2
Met het besluit van 17 augustus 2022 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag afgewezen, omdat eiser volgens verweerder eventueel met gebruik van een hulpmiddel zoals een rolstoel of scootmobiel nog met de trein kan reizen. Verweerder heeft daarbij ook gewezen op de verschillende voorzieningen die de NS aanbiedt aan mensen met een beperking om treinreizen voor hen toch mogelijk te maken.
2.3
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 17 augustus 2022.
2.4
Bij het bestreden besluit is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Verweerder acht eiser in staat om met de trein te reizen, al dan niet met persoonlijke begeleiding van deur tot deur en/of een hulpmiddel. Verweerder is daarbij uitgegaan van de medische beoordeling van zijn arts [naam arts] , die telefonisch met eiser heeft gesproken en beschikte over de door eiser toegezonden medische gegevens.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvraag van eiser voor toekenning van een HPKB. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3.1
Eiser heeft in beroep – samengevat – aangevoerd dat hij recht heeft op een HPKB omdat hij door zijn medische beperkingen niet meer in staat is om met de trein te reizen. Hij wijst daarbij op door hem ingebrachte medische informatie van zijn neuroloog [naam neuroloog] . Zijn beperkingen zijn van blijvende aard. Daarnaast geeft eiser aan dat hij in de praktijk heeft ondervonden dat reizen met de trein lastig of zelfs onmogelijk is. De personeelstekorten bij de NS maken dat hij bij reizen problemen ondervindt met de ondersteuning door NS.
4. De rechtbank verklaart het beroep gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Waaraan wordt een aanvraag voor een HPKB getoetst?
5. De rechtbank stelt vast dat het “Indicatieprotocol hoog persoonlijk kilometerbudget” (hierna: Protocol) de grondslag voor de beoordeling van een aanvraag om een HPKB vormt. Uit dit Protocol volgt dat een aanvrager in aanmerking komt voor een HPKB als:
de aanvrager beschikt over een Wmo-vervoersvoorziening, een Wmo-rolstoel, scootmobiel of OV-begeleiderskaart
en
gebruik moet maken van een rolstoel of scootmobiel waarvan gewicht, en/of maatvoering in combinatie met de aanvrager (de zogenaamde ‘mens-machinecombinatie’) zodanig is dat deze de grenzen van mogelijkheid tot hulpverlening door NS overschrijden
en/of
door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat is met de trein te reizen.
Verweerder gaat er bij de beoordeling vanuit dat pashouders bij het reizen zo nodig gebruik maken van individuele begeleiding en/of de door NS en Valys ter beschikking gestelde voorzieningen, zoals invalidetoiletten in de stations en in de treinen en NS-assistentieverlening. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het verzorgen van eventuele begeleiding tijdens de reis.
Onderdeel van de inhoudelijke beoordeling is of er sprake is van een uitzonderlijke situatie die afwijking van de criteria in het protocol rechtvaardigt.
Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep [2] – de hoogste bestuursrechter in dit soort zaken – gaan de in het Protocol neergelegde toekenningscriteria de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten.
Dit betekent dat verweerder bij het beoordelen van de aanvraag van eiser dit Protocol kan toepassen.
Is eiser – strikt medisch bezien – in staat om met de trein te reizen?
6. Eiser heeft aangevoerd dat hij door zijn medische beperkingen niet meer in staat is om met de trein te reizen. Hij is door een herseninfarct in 2013 halfzijdig – aan zijn linkerkant – verlamd geraakt. Dit maakt dat hij bij alle dagelijkse handelingen hulp nodig heeft en gebonden is aan zijn rolstoel. Hij mag geen scootmobiel besturen.
Daarnaast heeft hij ook last van epilepsie. Hoewel hij anti-epileptica gebruikt, treden er nog regelmatig kleine aanvallen op.
Zijn beperkingen zijn van blijvende aard. Hij wijst op de door hem ingebrachte informatie van zijn neuroloog [naam neuroloog] . Die vermeldt ook dat zijn echtgenote hem weliswaar kan vergezellen tijdens zijn treinreizen, maar dat zij onvoldoende fysieke ondersteuning kan bieden om veilig in- en uit een trein te stappen. Ook een veilige toiletgang in de trein acht zijn arts niet mogelijk.
6.1
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser – ondanks zijn beperkingen – met assistentie, begeleiding en/of een hulpmiddel in staat moet worden geacht om met de trein te reizen. Voor het gebruik van het toilet wijst verweerder op de aanwezigheid van toiletten in de treinen, op de tussenliggende stations of aangepaste toiletten op stations waar NS-assistentieverlening aanwezig is. Eiser kan daarnaast gebruik maken van hoog-absorberend incontinentiemateriaal. Bovendien zijn er tijdens een reis met de Valys-taxi ook geen toiletten beschikbaar en is dit een vorm van collectief vervoer waarbij eiser met andere mensen een busje kan moeten delen.
Verweerder heeft de door eiser ingebrachte medische informatie zowel bij de aanvraag als in bezwaar en beroep laten beoordelen door een arts.
6.2
Deze beroepsgrond van eiser slaagt niet. De rechtbank is van oordeel dat uit de door eiser ingebrachte (medische) informatie niet blijkt dat hij, strikt medisch bezien, niet in staat is om met behulp van NS-assistentie en gebruik van incontinentiemateriaal met de trein te reizen.
Is er sprake van een uitzonderlijke situatie als bedoeld in het Protocol?
7. Eiser heeft aangevoerd dat hij – hoewel verweerder stelt dat hij gewoon met de trein kan reizen – in de praktijk heeft ondervonden dat dit lastig of zelfs onmogelijk was. Zonder assistentie kan hij niet in en uit de trein geraken. Weliswaar beschikken veel NS-stations (ook kleinere stations) in beginsel over deze assistentie, maar in de praktijk ondervindt hij problemen met deze assistentie. Het personeelstekort bij NS zorgt bij reizen, zeker met overstappen op kleinere stations, voor problemen: assistentie blijkt niet beschikbaar of bij gereserveerde assistentie blijkt er toch alsnog geen tijd om assistentie te verlenen. Hierdoor is reizen niet mogelijk.
7.1
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat er op dit moment NS-assistentie is op 125 treinstations. Deze zijn voldoende geografisch verspreid over Nederland. Op verzoek kan het NS-personeel een verrijdbare brug aanbrengen wat het in- en uitstappen in de trein met een hulpmiddel mogelijk maakt. Het huidige personeelstekort bij de spoorwegen is een tijdelijk probleem en kan daarom – evenmin als de eventuele gevolgen daarvan – geen rol spelen bij de besluitvorming over een aanvraag voor een HKPB.
Een HKPB is een voorziening die uitsluitend voor het leven kan worden toegekend. Dat maakt dat in de beoordeling geen rekening kan worden gehouden met afwijkingen van de normale gang van zaken.
7.2
Deze beroepsgrond van eiser slaagt. De rechtbank overweegt dat in het Protocol is opgenomen dat als onderdeel van de inhoudelijke beoordeling wordt gekeken of er sprake is van een uitzonderlijke situatie die afwijking van de criteria in het Protocol rechtvaardigt. Ter zitting is dit besproken. In zijn toelichting op dit onderdeel van het Protocol heeft verweerder ter zitting als voorbeeld onder meer de situatie genoemd waarin iemand die terminaal ziek is, een HPKB toegekend heeft gekregen. Dit is een situatie die niet in het Protocol beschreven staat en hieruit trekt de rechtbank de conclusie dat ook niet beschreven situaties als uitzonderlijk kunnen worden beoordeeld.
Tussen partijen is niet in geschil dat eiser zonder NS-assistentie niet in staat is om met de trein te reizen. Eiser stelt dat deze assistentie door gebrek aan personeel op dit moment tekort schiet. Verweerder heeft dit niet weersproken, maar stelt dat de personeelstekorten een tijdelijk probleem zijn.
De rechtbank overweegt dat de door eiser gestelde – en door verweerder niet weersproken – al langer aanhoudende (en daarmee niet incidentele) personeelstekorten bij de NS gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van de voor eiser onmisbare NS-assistentie, omdat eiser zonder deze assistentie niet kan reizen. Dit maakt, naar het oordeel van de rechtbank, dat sprake is van een uitzonderlijke situatie die (tijdelijke) afwijking van het Protocol rechtvaardigt. De rechtbank zal het bestreden besluit daarom vernietigen.
Wat betekent dit voor eiser zijn aanvraag om een HPKB?
8. Uit het voorgaande volgt dat verweerder de aanvraag van eiser om een HPKB ten onrechte heeft afgewezen. De rechtbank verklaart daarom het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet aanleiding om zelf in de zaak te voorzien en te bepalen dat aan eiser een HPKB wordt toegekend.
Omdat niet als vaststaand kan worden aangenomen dat de personeelstekorten zich permanent blijven voordoen en de problemen die zich nu voordoen met NS-assistentie zich mogelijk gaan oplossen, ziet de rechtbank aanleiding om te bepalen dat het HPKB tijdelijk, gerekend vanaf 1 januari 2023, voor de duur van 2 jaar wordt toegekend. Indien eiser voor de daaropvolgende periode een aanvraag indient, dient verweerder, indien de actuele medische situatie van eiser niet reeds leidt tot toekenning, te onderzoeken wat de stand van zaken rondom de personeelstekorten bij de NS is en in het bijzonder wat dit betekent voor de NS-assistentie waarvan eiser afhankelijk is.
8.1
Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoedt. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding omdat eiser zich niet heeft laten bijstaan door een gemachtigde en ook zelf niet bij de zitting aanwezig was.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
  • kent aan eiser een HPKB toe voor de duur van 2 jaar vanaf 1 januari 2023;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiser te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van drs. A. Lemaire, griffier, op 26 april 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Voetnoten

1.In zaken als deze werden de bevoegdheden voorheen door de Forensische Medische Maatschap Utrecht (FMMU) Advies B.V., handelend onder de naam Hoog PKB, uitgevoerd. Vanaf 1 januari 2021 is FMMU opgegaan in medTzorg B.V. MedTzorg B.V. behoort samen met medTadvies B.V. tot de medTzorg Groep.