ECLI:NL:RBZWB:2023:3042

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
4 mei 2023
Zaaknummer
10181842 CV EXPL 4071 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging koopovereenkomst auto wegens wederzijdse dwaling en onjuiste tellerstand

In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de vernietiging van een koopovereenkomst van een BMW 525. [eiser] heeft de overeenkomst buitengerechtelijk vernietigd op grond van wederzijdse dwaling, omdat de kilometerstand van de auto onjuist bleek te zijn. De auto was aangeboden met een tellerstand van 268.031 kilometer, maar uit een tellerrapport van de RDW bleek dat de kilometerstand onlogisch was en mogelijk was teruggedraaid. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van wederzijdse dwaling, omdat zowel [eiser] als [gedaagde] niet op de hoogte waren van de onjuiste kilometerstand. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de koopovereenkomst terecht is vernietigd en dat [gedaagde] de koopprijs van € 5.300,- aan [eiser] moet terugbetalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiser] de auto moet teruggeven aan [gedaagde] in de staat waarin deze zich bevond bij de koop, maar dat er geen vergoeding voor waardevermindering aan [gedaagde] wordt toegekend, gezien de beperkte invloed van de extra gereden kilometers op de waarde van de auto.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10181842 \ CV EXPL 22-4071
Vonnis van 3 mei 2023
in de zaak van
[eiser],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. A.P. Drosten,
toevoeging verleend door de Raad voor Rechtsbijstand onder nummer 2GL9466,
tegen
[gedaagde],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 november 2022
- de aanvullende producties van [eiser]
- de mondelinge behandeling van 28 maart 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de
overgelegde producties, gaat de kantonrechter uit van de volgende feiten:
a. [gedaagde] heeft onder de [initialen] op Marktplaats een personenauto, merk BMW, type 525, bouwjaar 2006, met [kenteken] (hierna: de auto) aangeboden voor een bedrag van € 5.950,- en met een tellerstand van 268.031 kilometer.
b. [eiser] heeft via zijn marktplaatsaccount gereageerd op de advertentie. Tussen het account van [initialen] en die van [eiser] zijn de volgende berichten verstuurd:
[initialen] :
Auto is tip top
5500 is oke
[eiser] :
Mag ik je 06 i?
Is wat fijner
[initialen] :
[telefoonnummer]
[eiser] :
Ik heb je een bericht gedaan
c. Vervolgens heeft op 12 mei 2022 de volgende Whatsapp communicatie tussen [eiser] en voornoemd telefoonnummer plaatsgevonden:
[eiser] :
Goede avond ik zag je auto ik wil hem heel graag overkopen
Kan ik eventueel morgen komen en hem meteen meenemen als ik hem mooi vind?
Maar ik moet wel een wind[ktr: bedoeld moet zijn: eind]
rijden
kan je hem echt niet kwijt voor 5400 hooguit?
Ontvanger:
Ja is goed
Hoelaat wil je komen
[eiser] :
Vind je 5400 prima?
Ontvanger:
Ja
d. De volgende dag heeft de volgende Whatsapp communicatie tussen [eiser] en de ontvanger plaatsgevonden:
[eiser] :
Jow?
Kga terug bro
Ontvanger:
Hun haab[ktr: bedoeld moet zijn gaan]
bij sloop
Die onderdeel halen
Bro
Voor ongemak doe ik nog 100 euro van prijs af voor jou
e. Op 14 mei 2022 heeft [eiser] de auto in het bijzijn van zijn zwager bekeken en een proefrit gemaakt, waarna de auto aan [eiser] is geleverd.
f. [eiser] heeft via Whatsapp, van [telefoonnummer] , tweemaal een (doorgestuurd) betaalverzoek ontvangen van elk € 500,-. [eiser] heeft aan beide betaalverzoeken voldaan. Het restant van de koopprijs is contant betaald.
g. Vervolgens heeft [eiser] op 19 juli 2022 een tellerrapport bij de RDW opgevraagd. Uit het rapport blijkt dat de huidige kilometerstand van 268.031 kilometer onlogisch is.
h. De volgende tellerstanden zijn – voor zover hier van belang – in het rapport opgenomen:
19-07-2022 268.031 km
19-01-2022 319.649 km
i. In het tellerrapport is – voor zover hier van belang – de volgende toelichting gegeven:
´De RDW registreert tellerstanden van personenauto's en lichte bedrijfswagens (vanaf 1 januari 2014) en houdt toezicht op de betrouwbaarheid. De RDW heeft de tellerstanden van personenauto's en lichte bedrijfswagens van vóór 1 januari 2014 overgenomen van de Stichting Nationale Auto Pas (NAP).
* ONLOGISCH
In de reeks tellerstanden is een tellerstand geregistreerd die lager is dan de stand daarvoor. Het kan zijn dat de teller is teruggedraaid of dat er een typfout is gemaakt. Wij baseren het oordeel 'onlogisch' alleen op metingen na 1 januari 2014. Sinds die datum zijn wij verantwoordelijk voor de registratie van tellerstanden. '
j. In een brief van 1 augustus 2022 aan [gedaagde] heeft (de gemachtigde van) [eiser] de tussen partijen gesloten koopovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd c.q. ontbonden en het aankoopbedrag teruggevorderd. Tevens heeft [eiser] betaling van een bedrag van € 1.228,09 ter zake de kosten voor een uitgevoerde apk keuring en uitgevoerde reparaties gevorderd.
k. [gedaagde] heeft daarop afwijzend gereageerd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert primair een verklaring voor recht dat de op 14 mei 2022 tussen partijen gesloten koopovereenkomst rechtsgeldig is vernietigd, danwel dat deze door de kantonrechter wordt vernietigd en subsidiair dat de koopovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden danwel dat deze door de kantonrechter wordt ontbonden. Zowel primair als subsidiair vordert [eiser] [gedaagde] te veroordelen tot terugbetaling van de koopprijs van € 5.300,-, alsmede tot betaling van een bedrag van € 1.338,09 ter zake door [eiser] gemaakte (apk,- en reparatie) kosten, vermeerderd met een bedrag van € 875,- aan buitengerechtelijke incassokosten, voornoemde bedragen vermeerderd met de wettelijke rente, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] heeft – samengevat weergegeven – aan zijn vordering primair dwaling en bedrog ten grondslag gelegd. Uit het tellerrapport van de RDW is gebleken dat in de periode waarin [gedaagde] als eigenaar geregistreerd stond de kilometer is teruggedraaid met minimaal 50.000 kilometer. Vanwege de onjuiste kilometerstand is de overeenkomst volgens [eiser] tot stand gekomen onder invloed van dwaling danwel bedrog en bij een juiste voorstelling van zaken zou de overeenkomst niet (of onder andere voorwaarden) zijn gesloten. De overeenkomst is, dan wel dient, om die reden te worden vernietigd. [eiser] is van mening dat hij vanwege de vernietiging recht heeft op restitutie van de koopprijs van € 5.300,- en reparatiekosten. Subsidiair heeft [eiser] zijn vordering gebaseerd op non-conformiteit. De auto bezit niet de eigenschappen die hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [eiser] is dan ook van mening dat hij daarom mocht overgaan tot ontbinding van de overeenkomst en aanspraak heeft op voornoemde bedragen.
4.2.
[gedaagde] heeft – samengevat weergegeven – het volgende verweer gevoerd. [gedaagde] heeft de auto te koop aangeboden op Marktplaats. Hij heeft [eiser] alleen telefonisch gesproken en bij de overdracht van de auto. Het telefoonnummer waarmee de appjes zijn verstuurd is niet van [gedaagde] en kent hij ook niet. [eiser] heeft de auto voorafgaand aan de koop helemaal gecheckt en heeft een proefrit gemaakt. Na onderhandeling hebben partijen een koopprijs van € 3.500,- afgesproken, waarvan € 1.000,- (2x€ 500,-) is overgemaakt en het restant contant is betaald. [gedaagde] wist niet dat er iets niet klopte met de kilometerstand. Ten aanzien van de gevorderde reparatiekosten en kosten voor de apk voert [gedaagde] aan dat [eiser] zelf op de website van de RDW heeft kunnen zien of de auto apk gekeurd was, zodat die kosten niet op [gedaagde] kunnen worden verhaald.
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Beoordeeld dient allereerst te worden of het beroep van [eiser] op dwaling kan slagen. Vooropgesteld wordt dat op grond van artikel 6:228 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten vernietigbaar is als (a) de dwaling de wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten (b) als de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten of (c) als de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden.
4.4.
[gedaagde] heeft niet weersproken dat uit het tellerrapport van de RDW volgt dat de auto bij verkoop niet het aantal kilometers heeft gereden dat op de teller staat vermeld en dat in de advertentie stond vermeld. Gesteld noch gebleken is dat er sprake is geweest van een typefout.
4.5.
Uit niets blijkt dat [gedaagde] informatie over de kilometerstand (bewust) heeft achtergehouden. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat ook [gedaagde] niet op de hoogte was van de onjuiste tellerstand. Dat betekent dat sprake is van wederzijdse dwaling, zoals bedoeld in onderdeel c van artikel 6:228 lid 1 BW.
4.6.
Bij wederzijdse dwaling kan [eiser] de overeenkomst vernietigen. Dat is anders als de dwaling een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval, voor rekening van [eiser] hoort te blijven (artikel 6:228 lid 2 BW). Het ligt op de weg van [gedaagde] om feiten en omstandigheden te stellen (en zo nodig te bewijzen) waarom de dwaling voor rekening van [eiser] moet blijven.
4.7.
In dit kader heeft [gedaagde] gesteld dat [eiser] bij het aankopen van de auto een expert (automonteur) had meegenomen en dat diegene samen met [eiser] de auto uitvoerig heeft onderzocht en een proefrit heeft gemaakt. Dat er sprake was van een expert wordt door [eiser] betwist; volgens hem ging het om zijn zwager die als hobby auto’s heeft. Bovendien vindt de kantonrechter dat niet genoeg om te kunnen zeggen dat het risico van de dwaling voor [eiser] moet blijven. De kantonrechter ziet niet in dat van [eiser] mag worden verwacht dat hij had moeten onderzoeken of de kilometerstand op de teller de juiste kilometer stand was, zeker nu [gedaagde] – die de auto zelf heeft aangekocht om hem vervolgens meteen weer door te verkopen – dat onderzoek zelf ook niet had verricht. De kantonrechter weegt daarbij mee dat de verkoper in beginsel de kilometerstand stilzwijgend garandeert (zoals is te lezen in HR 25 juni 1993, NJ 1994/291). Verder neemt de kantonrechter nog in aanmerking dat er geen feiten of omstandigheden zijn gesteld of gebleken waaruit zou moeten worden afgeleid dat [eiser] aanleiding had om voorafgaand aan de koop te controleren of de tellerstand juist was, waarbij moet worden opgemerkt dat de tellerstand niet opmerkelijk laag te noemen is bij een auto met als bouwjaar 2006.
4.8.
De kantonrechter is op grond van het voorgaande van oordeel dat [eiser] de koopovereenkomst in zijn brief van 1 augustus 2022 terecht heeft vernietigd. De in verband daarmee door [eiser] (primair) gevorderde verklaring voor recht zal dan ook worden toegewezen.
4.9.
Vernietiging heeft terugwerkende kracht. Dat betekent dat [eiser] en [gedaagde] achteraf gezien over en weer zonder rechtsgrond en dus onverschuldigd hebben gepresteerd (artikel 3:53 BW in samenhang met artikel 6:203 BW). Het gevolg hiervan is dat [eiser] de auto terug moet geven en dat [gedaagde] de koopprijs terug moet betalen.
4.10.
Tussen partijen is in geschil welke prijs is overeengekomen bij het sluiten van de koopovereenkomst. [eiser] stelt dat een bedrag van € 5.300,- is overeengekomen.
Ter onderbouwing heeft [eiser] allereerst verwezen naar de advertentie op Marktplaats van “ [initialen] ”, waarin een vraagprijs van € 5.950,- wordt genoemd. [eiser] stelt dat hij heeft gereageerd op deze advertentie door via zijn Marktplaatsaccount een bericht te sturen naar de adverteerder, die hem heeft bericht: “
5500 is oke”en die hem een telefoonnummer heeft doorgegeven, via welk nummer verdere communicatie via Whatsapp heeft plaatsgevonden (bijlage I). [eiser] stelt dat via Whatsapp vervolgens een prijs is afgesproken van € 5.400,-. [eiser] stelt dat vervolgens een afspraak is gemaakt voor het bezichtigen van de auto. Omdat deze afspraak vanwege [gedaagde] een dag later heeft plaatsgevonden dan gepland, heeft [gedaagde] nog een bedrag van € 100,- van de prijs afgehaald, waarmee de prijs op € 5.300,- is bepaald. Ter onderbouwing van zijn stelling heeft [eiser] als productie 1 een printscreen van de op 12 mei 2022 gevoerde Whatsapp correspondentie overgelegd.
4.11.
[gedaagde] betwist dat tussen partijen een bedrag van € 5.300,- is overeengekomen. Het nummer waarmee de Whatsapp berichten waar [eiser] zich op beroept, is niet zijn nummer. Na de bezichtiging van de auto door [eiser] is onderhandeld over de prijs. Tijdens de zitting heeft [gedaagde] daarover gesteld dat toen een bedrag van € 3.500 of in elk geval om en nabij dat bedrag is afgesproken. In elk geval was het geen € 5.300.-.
4.12.
De kantonrechter overweegt dat [gedaagde] niet heeft betwist dat hij de auto heeft aangeboden op Marktplaats onder de initialen “ [initialen] ” en dat [initialen] naar aanleiding van een ontvangen bericht van [eiser] op zijn Marktplaatsaccount heeft bericht:
“5500 is oké”.
Tijdens de zitting heeft [gedaagde] aangevoerd dat het nummer waarmee de door [eiser] in het geding gebrachte Whatsapp correspondentie heeft plaatsgevonden, niet zijn nummer is. [gedaagde] heeft echter niet betwist dat dit het nummer is dat hij naar aanleiding van de reactie op de advertentie via Marktplaats aan [eiser] heeft verstrekt en dat met dit nummer de door [eiser] overgelegde appcorrespondentie ook daadwerkelijk is gevoerd. Daarmee moet er naar het oordeel van de kantonrechter vanuit worden gegaan dat degene met wie [eiser] heeft geappt, bevoegd was om dit namens [gedaagde] te doen. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat [gedaagde] tijdens de zitting heeft verklaard dat hij niet zelf heeft geappt omdat hij aan het werk was en dat hij zich tijdens de bezichtiging ook om die reden heeft laten vertegenwoordigen. Ook staat vast dat [eiser] een tweetal betaalverzoeken van € 500,- van voornoemd telefoonnummer heeft gekregen (doorgestuurd) en dat die bedragen via dit betaalverzoek op de bankrekening van [gedaagde] zijn gestort. Ook hieruit leidt de kantonrechter af dat [gedaagde] zich via de gebruiker van voornoemd telefoonnummer heeft laten vertegenwoordigen. Uit de gevoerde Whatsapp correspondentie volgt dat de vertegenwoordiger van [gedaagde] akkoord is gegaan met een prijs van (uiteindelijk) € 5.300,-. Gelet op het voorgaande moet er dan ook vanuit worden gegaan dat tussen partijen een bedrag van € 5.300,- is overeengekomen.
4.13.
[gedaagde] heeft zijn stelling dat tijdens de bezichtiging er nog is onderhandeld over de prijs en dat er een lager bedrag van (om en nabij) € 3.500,- is afgesproken op geen enkele wijze onderbouwd. Bovendien valt zonder nadere toelichting, die door [gedaagde] niet is gegeven, niet in te zien dat de auto na bezichtiging voor een veel lager bedrag is verkocht.
4.14.
Gelet op het voorgaande dient te worden geconcludeerd dat de auto op 14 mei 2022 door [gedaagde] aan [eiser] is verkocht voor een bedrag van € 5.300,-. Het bedrag van
€ 5.300,- zal dan ook door [gedaagde] moeten worden terugbetaald aan [eiser] .
4.15.
[eiser] dient op zijn beurt de auto weer over te dragen aan [gedaagde] , in beginsel in de toestand waarin deze zich tijdens de koop bevond.
4.16.
[eiser] vordert tevens op grond van de artikelen 6:206 BW jo 3:120 e.v. BW de kosten voor de APK en de noodzakelijke reparaties en het vervangen van de banden van in totaal € 1.228,09. [gedaagde] betwist dat deze kosten door hem dienen te worden vergoed, nu het gebruikelijke onderhoudskosten zijn. De kosten voor de APK dienen voor rekening van [eiser] te blijven, nu hij bij de aankoop op de site van de RDW had kunnen zien dat de auto APK al dan niet gekeurd was.
4.17.
De regeling van de onverschuldigde betaling verklaart in art. 6:206 BW de artikelen 120, 121, 123 en 124 van boek 3 van overeenkomstige toepassing met betrekking tot wat daarin is bepaald over onder meer de vergoeding van kosten en schade. Art. 3:120 lid 2 BW bepaalt voor dit geval dat [gedaagde] verplicht is de ten behoeve van de auto gemaakte kosten aan [eiser] te vergoeden, voor zover [eiser] niet door het gebruik/genot van de auto voor een en ander schadeloos is gesteld. De rechter kan de verschuldigde vergoeding beperken als volledige vergoeding zou leiden tot een onbillijke bevoordeling van [eiser] jegens [gedaagde] .
4.18.
Onder de gegeven omstandigheden heeft [eiser] een tijd met de auto gereden en hij heeft daardoor een zeker voordeel van de auto gehad. [gedaagde] moet de kosten die [eiser] ten behoeve van de auto heeft gemaakt vergoeden, voor zover die kosten groter zijn dan het voordeel dat [eiser] van de auto heeft gehad. [eiser] heeft de auto gebruikt en hij heeft daarmee in de tussentijd ongeveer 5.000 kilometer gereden. Tegenover dit gebruik van de auto staan de kosten die daarbij horen, bijvoorbeeld belasting en verzekering, maar ook de kosten die voor het normale onderhoud van de auto te verwachten zijn.
4.19.
De kosten waarvan [gedaagde] [eiser] betaling vordert zijn vlak na in juli 2022 gemaakt, ten tijde van een APK keuring. De kantonrechter ziet op de facturen posten als het vervangen van 4 seizoensbanden, draagarm en remslangen vervangen en het uitvoeren van een grote beurt. [eiser] heeft in zijn kostenposten geen onderscheid gemaakt tussen normaal te verwachten onderhoudskosten (die voor zijn rekening moeten blijven) en extra kosten die niet los kunnen worden gezien van de hogere kilometerstand (die [gedaagde] moet vergoeden). Het had – mede gelet op de betwisting door [gedaagde] dat er slechts sprake is van normale onderhoudskosten – op de weg van [eiser] gelegen om (onderbouwd) te stellen dat de kosten op de factuur niet kunnen worden gekwalificeerd als normale onderhoudskosten. Zonder nader toelichting, die ontbreekt, kan de kantonrechter dit ook niet vaststellen. Gelet daarop zullen de gevorderde kosten worden afgewezen.
4.20.
De vernietiging van de koopovereenkomst heeft tot gevolg dat [gedaagde] de auto aan [eiser] moet teruggeven, in beginsel in dezelfde staat als bij de koop. Dat is door hetgeen in de tussentijd is gebeurd niet meer mogelijk. De auto heeft een kilometerstand die ongeveer 5.000 kilometer hoger is door het gebruik van de auto door [eiser] . De kantonrechter ziet in dit geval geen aanleiding om aan [gedaagde] een vergoeding in verband met waardevermindering toe te kennen. Op de totale gereden kilometers (de werkelijk gereden kilometers, dus om en nabij 320.000 kilometer) is een extra 5.000 kilometer van beperkte invloed op de waarde van de auto en het enkele feit dat de auto een jaar ouder is geworden is in dit geval (een auto van 16 jaar oud of 17 jaar oud) ook niet van grote invloed op de waarde.
4.21.
Gelet op het voorgaande zal [gedaagde] worden veroordeeld tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 5.300,-.
4.22.
[gedaagde] is, door geen gevolg te geven aan de brief van 1 augustus 2022 in verzuim na de daarin genoemde termijn van 7 dagen, dus vanaf 8 mei 2022. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf deze datum.
4.23.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan.
Nu een substantieel deel van de gevorderde hoofdsom wordt afgewezen is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (in de zin van artikel 6:2 BW) om het toepasselijke wettelijke tarief te bepalen aan de hand van de gevorderde hoofdsom.
De kantonrechter zal de buitengerechtelijke kosten dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag, zijnde € 640,-.
4.24.
De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten is als vermogensschade toewijsbaar vanaf de dag van de dagvaarding of zoveel eerder als de schuldenaar dienaangaande in verzuim is en voor zover die kosten voordien daadwerkelijk zijn gemaakt. Nu echter niet gesteld is op welke datum de buitengerechtelijke kosten daadwerkelijk door [eiser] zijn betaald, zal de kantonrechter de wettelijke rente toewijzen vanaf de dag van de dagvaarding.
4.25.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
5.300,-
- buitengerechtelijke incassokosten
640,-
+
totaal
5.940,-
4.26.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
103,33
- griffierecht
86,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2,00 punten × € 330,00)
Totaal
849,33
4.27.
De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen op de wijze zoals in het dictum bepaald.
4.28.
De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen, voor zover nakosten gemaakt zullen worden en [gedaagde] niet vrijwillig binnen veertien dagen na aanschrijving van [eiser] aan de veroordeling in het vonnis heeft voldaan. Daarbij overweegt de kantonrechter dat [gedaagde] , indien deze door de aanschrijving van [eiser] pas kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van het vonnis, de gelegenheid moet worden geboden om binnen een redelijke termijn aan de veroordeling in dit vonnis te voldoen, waarbij een termijn van veertien dagen als een redelijke termijn voor nakoming wordt gezien. De nakosten zullen worden begroot conform landelijk beleid tot een half salarispunt (met een maximum van € 132,-), zijnde een bedrag van € 132,-. Dit bedrag wordt vermeerderd met de betekeningkosten van het vonnis indien het vonnis na de hiervoor genoemde termijn is betekend.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat [eiser] de tussen hem en [gedaagde] gesloten koopovereenkomst met betrekking tot de personenauto, zijnde een BMW type 525, met [kenteken], bij brief van 1 augustus 2022 buitengerechtelijk heeft vernietigd;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 5.300,- te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 1 augustus 2022, tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 640,- aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 1 november 2023, tot de dag van volledige betaling;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 849,33, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling;
5.5.
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [eiser] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,- aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.