ECLI:NL:RBZWB:2023:3086
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Borm
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van een geldlening in privé met betrekking tot een auto
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. P.L. Nijmeijer, dat gedaagde, vertegenwoordigd door mr. E.R. Chel, wordt veroordeeld tot betaling van € 16.500,00, vermeerderd met rente en kosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van geldlening die op 9 februari 2022 is gesloten, waarbij eiser aan gedaagde een bedrag van € 16.500,00 heeft geleend voor de aanschaf van een auto. Gedaagde heeft echter nagelaten om de overeengekomen maandelijkse termijnen te betalen, ondanks meerdere verzoeken van eiser. Eiser heeft het volledige bedrag op 16 juni 2022 opgeëist, maar gedaagde heeft niet gereageerd en is in verzuim geraakt.
Gedaagde voert verweer en stelt dat de geldlening deel uitmaakt van een vaststellingsovereenkomst die is gesloten met [bedrijf] B.V., waar hij werkzaam was en waar eiser bestuurder is. Gedaagde betoogt dat hij niets meer aan eiser verschuldigd is. De rechtbank oordeelt echter dat de overeenkomst van geldlening in privé is aangegaan en dat de vaststellingsovereenkomst niet aan eiser kan worden tegengeworpen. De rechtbank concludeert dat gedaagde gehouden is het geleende bedrag terug te betalen en wijst de vordering van eiser toe. Eiser maakt ook aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, maar deze wordt afgewezen omdat niet aan de wettelijke eisen is voldaan. De wettelijke rente over het geleende bedrag wordt toegewezen vanaf 1 juli 2022.
De rechtbank veroordeelt gedaagde tot betaling van het geleende bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en legt de proceskosten ten laste van gedaagde. Het vonnis is uitgesproken op 3 mei 2023.