ECLI:NL:RBZWB:2023:3108

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
AWB- 23_921
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening van het beroepschrift

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 mei 2023, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van het UWV behandeld. Eiseres had een loongerelateerde WGA-uitkering aangevraagd voor een (ex) medewerker, maar het beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift te laat was ingediend. De rechtbank legt uit dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, beginnend op de dag na de bekendmaking van het besluit. In dit geval was het besluit op 15 december 2022 bekendgemaakt, waardoor de termijn eindigde op 26 januari 2023. Eiseres had het beroepschrift gedateerd op 26 januari 2023, maar het was pas op 27 januari 2023 op de post gedaan, wat betekent dat het niet tijdig was ingediend. De rechtbank oordeelt dat eiseres geen verontschuldigingen heeft gegeven voor de termijnoverschrijding en dat het risico van verzending voor rekening van de verzender komt. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/921

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 mei 2023 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

(gemachtigde: mr. drs. E.C. Spiering),
en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van het UWVvan 15 december 2022 waarin aan de (ex) medewerker van eiseres met ingang van 29 oktober 2021 een loongerelateerde WGA-uitkering is toegekend.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend en het te laat indienen niet verschoonbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Voor het indienen van een beroepschrift geldt een termijn van zes weken. [1] Deze termijn begint op de dag na de dag waarop het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. [2] Dat is in dit soort gevallen de dag na de dag waarop het besluit is toegezonden/gepubliceerd. Een beroepschrift is op tijd ingediend wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen. [3] Wanneer het beroepschrift (aangetekend of niet-aangetekend) met de gewone post [4] wordt verstuurd, is het bij ontvangst na het einde van de termijn onder voorwaarden ook tijdig ingediend. [5] Die voorwaarden zijn dat het beroepschrift voor het einde van de termijn op de post is gedaan én het niet later dan een week na afloop van de termijn bij de rechtbank is ontvangen. Als op de envelop een leesbaar poststempel is geplaatst, neemt de rechtbank in beginsel aan dat het beroepschrift op die dag op de post is gedaan. De rechtbank wijkt alleen van dit uitgangspunt af als de indiener van het beroepschrift aannemelijk maakt dat het op een eerdere datum op de post is gedaan. Als op de enveloppe geen (leesbaar) poststempel is geplaatst, neemt de rechtbank in beginsel aan dat het beroepschrift tijdig op de post is gedaan als het de eerste of tweede werkdag na de beroepstermijn is ontvangen. De rechtbank wijkt alleen van dit laatste uitgangspunt af als op grond van vaststaande feiten aannemelijk is dat het beroepschrift later dan de laatste dag van de termijn op de post is gedaan.
3.1.
Als iemand een beroepschrift te laat indient, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet tijdig indienen van het beroepschrift verontschuldigbaar is. Dan laat de rechtbank niet-ontvankelijkverklaring op grond van die te late indiening achterwege. [6]
Is het beroep te laat ingediend?
4. Vast staat dat het UWV het bestreden besluit bekend heeft gemaakt op 15 december 2022 door verzending per post, zodat de termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde op 26 januari 2023.
4.1.
Eiseres heeft het beroepschrift met PostNL verstuurd. Het beroepschrift is gedateerd op 26 januari 2023. Gelet op de leesbare poststempel op de enveloppe gaat de rechtbank ervan uit dat het beroepschrift op 27 januari 2023 op de post is gedaan. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat het eerder op de post is gedaan. De enkele stelling van eiseres dat het beroepschrift is verzonden op de dag van de dagtekening van het beroepschrift – zijnde 26 januari 2023 – is daartoe onvoldoende. Het beroepschrift is dus niet tijdig ingediend.
Is het te laat indienen verontschuldigbaar?
5. Eiseres heeft geen reden gegeven voor deze termijnoverschrijding. Eiseres gaat er onder verwijzing naar de stempel op de enveloppe immers vanuit dat het beroepschrift tijdig ter post is bezorgd. Het risico van verzending komt voor rekening van de verzender. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. van Alphen, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 4 mei 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit volgt uit artikel 6:7 van de Awb.
2.Dit volgt uit artikel 6:8, eerste lid, van de Awb.
3.Dit volgt uit artikel 6:9, eerste lid, van de Awb.
4.Onder gewone post wordt verstaan door PostNL of door ieder ander bij de Autoriteit Consument en Markt geregistreerd postvervoerbedrijf.
5.Dit volgt uit artikel 6:9, tweede lid, van de Awb.
6.Dit volgt uit artikel 6:11 van de Awb.