ECLI:NL:RBZWB:2023:3112

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 april 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
C/02/391037 / FA RK 21-4983 en C/02/393274 / FA RK 21-6188
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Slot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van vaderschap na DNA-onderzoek met betrokkenheid van halfzus en moeder

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 april 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vaststelling van het vaderschap van [belanghebbende], geboren op [geboortedag 1] 2004. Het verzoek is ingediend door mr. A.I. Cambier, de bijzondere curator van [belanghebbende], en betreft de vaststelling of de overleden [de man], geboren op [geboortedag 2] 1952, de biologische vader is van [belanghebbende]. De rechtbank heeft eerder op 16 september 2022 een DNA-onderzoek gelast, waarvan de resultaten op 19 december 2022 zijn ontvangen. De resultaten toonden aan dat er een zeer hoge waarschijnlijkheid is dat [de man] de biologische vader is van [belanghebbende].

De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en [belanghebbende] ieder de helft van de kosten van het DNA-onderzoek, in totaal € 705,--, dienen te betalen. De rechtbank oordeelde dat het in het belang van [belanghebbende] is om duidelijkheid te krijgen over haar afstamming, vooral met het oog op de nalatenschap van [de man]. De bijzondere curator heeft zijn verzoek gemotiveerd en de belanghebbenden hebben geen verweer gevoerd. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en de procedure met rekestnummer FA RK 21-4983 beëindigd, aangezien er geen verdere verzoeken meer voorliggen.

De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. Van Ginneke, griffier. Indien er hoger beroep wordt ingesteld, moet dit binnen drie maanden na de uitspraak gebeuren, door tussenkomst van een advocaat, bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/391037 / FA RK 21-4983
(verzoek [belanghebbende] )
C/02/393274 / FA RK 21-6188
(verzoek bijzondere curator)
datum uitspraak: 28 april 2023
beschikking betreffende vaststelling vaderschap
in de zaak met zaak- en rekestnummer C/02/391037 / FA RK 21-4983 van
[belanghebbende] ,
hierna te noemen: [belanghebbende] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
tevens belanghebbende in de zaak met rekestnummer FA RK 21-6188,
en
in de zaak met zaak- en rekestnummer C/02/393274 / FA RK 21-6188 van
mr. A.I. Cambier, advocaat te Terneuzen, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator over
-
[belanghebbende] ,geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 2004.
Het verzoekschrift heeft betrekking op:
[de man] ,
hierna te noemen: de man,
geboren op [geboortedag 2] 1952 te [geboorteplaats 2] ,
overleden op [overlijdensdatum] 2021 te Hilversum ,
Als belanghebbenden in beiden zaken worden verder aangemerkt:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
[de vermoedelijke halfzus] ,hierna te noemen: de vermoedelijke halfzus,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. S. van der Roest, advocaat te Hilversum,
[de vermoedelijke halfbroer],
hierna te noeme: de vermoedelijke halfbroer,
wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat: mr. S. van der Roest, advocaat te Hilversum.

1.Het procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
FA RK 21-4983
  • de beschikking van deze rechtbank van 19 november 2021 tot benoeming van een bijzondere curator;
  • de op 3 december 2021 ontvangen brief van de bijzondere curator van 3 december 2021;
  • het op 28 december 2021 ontvangen verslag van de bijzondere curator van 28 december 2021.
FA RK 21-6188
- de tussenbeschikking van deze rechtbank van 16 september 2022 met de daarin
genoemde stukken;
- het rapport van Verilabs van 15 december 2022, ingekomen bij de griffie op 19
december 2022;
- het op 11 januari 2023 door mr. Cambier ingediende F9-formulier met bijlage;
- het op 17 januari 2023 door mr. Van der Roest ingediende F9-formulier met bijlage;
- de brief van mr. Cambier van 21 februari 2023, ingekomen bij de griffie op 24
februari 2023;
- het e-mailbericht van de moeder van 28 maart 2023.

2.De feiten

2.1
Op [geboortedag 1] 2004 te [geboorteplaats 1] is als kind van de moeder geboren [belanghebbende] (hierna te noemen: [belanghebbende] ).
2.2
[belanghebbende] woont bij de moeder.
2.3
[belanghebbende] is niet erkend. De moeder heeft van rechtswege het eenhoofdig ouderlijk gezag over [belanghebbende] uitgeoefend tot zij de leeftijd van meerderjarigheid bereikte op [geboortedag 1] 2022.
2.4
Bij beschikking van 19 november 2021 van deze rechtbank is (in de zaak met zaak- en rekestnummer C/02/391037 / FA RK 21-4983) mr. Cambier benoemd tot bijzondere curator over de destijds minderjarige [belanghebbende] .
2.5
[belanghebbende] is op [geboortedag 1] 2022 achttien jaar oud geworden, zij is dus gedurende de procedure meerderjarig geworden.

3.Het verzoek

FA RK 21-4983

3.1
[belanghebbende] heeft verzocht om een bijzondere curator over haar te benoemen.
FA RK 21-6188
3.2
De bijzondere curator verzoekt namens [belanghebbende] , uitvoerbaar bij voorraad:
  • het vaderschap van wijlen de heer [de man] als vader van [belanghebbende] vast te stellen;
  • een DNA-onderzoek te gelasten teneinde vast te stellen of [de man] de biologische vader is van [belanghebbende] .

4.De beoordeling

FA RK 21-4983
4.1
In de procedure met rekestnummer 21-4983 is slechts verzocht om een bijzondere curator te benoemen. Dit is gebeurd bij beschikking van 19 november 2022. De bijzondere curator heeft vervolgens verslag uitgebracht in deze procedure op 28 december 2021. Ook heeft hij namens [belanghebbende] een verzoek ingediend, hetgeen heeft geleid tot de procedure met rekestnummer 21-6188.
4.2
Gelet op het voorgaande beschouwt de rechtbank de taak van de bijzondere curator in deze procedure in eerste aanleg als voltooid. Nu er in deze procedure geen andere verzoeken voorliggen komt de procedure daarmee tot een einde.
FA RK 21-61884.3 Bij beschikking van 16 september 2022 heeft de rechtbank een DNA-onderzoek (X-chromosaal DNA-onderzoek) gelast ter beantwoording van de vraag of de vermoedelijke biologische vader, [de man] , geboren op [geboortedag 2] 1952 te [geboorteplaats 2] , de biologische vader is van [belanghebbende] , geboren op [geboortedag 1] 2004 te [geboorteplaats 1] . Verilabs is benoemd als deskundige.
4.4
Op 19 december 2022 is de rapportage van Verilabs ontvangen. Hieruit blijkt dat de X-chromosomale haplogroepen van de testpersonen wél voor minimaal de helft met elkaar overeenkomen. De personen geïdentificeerd als [belanghebbende] en [de vermoedelijke halfzus] kunnen wél afstemmen van dezelfde mannelijke lijn. Uitgaande van een a-priori waarschijnlijkheid van 50% voor beide pyhotheses is een waarschijnlijkheid berekend van meer dan 99.992%voor hypothese 1, namelijk dat de persoon geïdentificeerd als [belanghebbende] dezelfde biologische vader heeft als de persoon geïdentificeerd als [de vermoedelijke halfzus] .
4.5
De bijzondere curator heeft gereageerd op de rapportage van Verilabs . Hij voert aan dat nu vaststaat dat de man de biologische en juridische vader is van [de vermoedelijke halfzus] en [de vermoedelijke halfzus] dezelfde biologische vader heeft als [belanghebbende] , vaststaat dat de man tevens de biologische vader van [belanghebbende] is. Daarom dient het verzoek te worden toegewezen. Een mondelinge behandeling wordt niet nodig geacht. Ook mr. Van der Roest heeft gereageerd en geeft aan dat cliënten geen opmerking hebben over de uitslag van het onderzoek. Tot slot heeft de moeder gereageerd. Zij schaart zich achter de brief van 21 februari 2023 van mr. Cambier waarin wordt verzocht de vaststelling van het vaderschap toe te wijzen en tevens wordt verzocht de zaak schriftelijk af te doen.
4.6
De rechtbank overweegt dat genoegzaam vast is komen te staan dat de man de verwekker is van [belanghebbende] , gelet op de uitkomsten van het deskundigenonderzoek. Er wordt dan ook voldaan aan het wettelijke vereiste voor een toewijzing van het verzoek zoals genoemd in artikel 1:207 van het Burgerlijk Wetboek. De bijzondere curator heeft zijn verzoek gemotiveerd onderbouwd en de belanghebbenden hebben geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de bijzondere curator. De rechtbank zal het onweersproken verzoek dan ook toewijzen. Het wordt in het belang van [belanghebbende] geacht dat er duidelijkheid komt over haar afstamming met het oog op de nalatenschap van de man.
4.7
Bij voornoemde beschikking van 16 september 2022 is het voorschot voor het deskundigenonderzoek vooralsnog ten laste van ’s-Rijks kas gebracht. Toen is reeds overwogen dat de rechtbank bij eindbeschikking zal vermelden hoeveel de kosten van het deskundigenonderzoek bedragen en een definitieve beslissing zal nemen over de vraag ten laste van wie deze kosten moeten worden gebracht. Overwogen is dat gelet op de feiten en omstandigheden de moeder en [belanghebbende] er rekening mee dienden te houden dat de kosten voor hun rekening kunnen komen.
4.8
Mr. Cambier heeft ten aanzien van de kosten verklaard dat deze ten laste van cliënte kunnen worden gebracht. Mr. Van der Roest heeft slechts naar voren gebracht dat er vanuit wordt gegaan dat de kosten van het onderzoek niet ten laste van cliënten worden gebracht. De moeder benoemt in haar mail dat de kosten van het onderzoek voor haar rekening komen.
4.9
De rechtbank acht het redelijk dat de moeder en [belanghebbende] ieder de helft van de aan het deskundigenonderzoek verbonden kosten, zijnde totaal € 705,--, draagt. Nu de voor rekening van de moeder en [belanghebbende] komende kosten in debet zijn gesteld en door de griffier zijn voorgeschoten, zal hierna worden bepaald dat de moeder en [belanghebbende] ieder alsnog een bedrag van € 352,50 aan de rechtbank dienen te voldoen.
4.1
Ook in deze procedure acht de rechtbank de taak van de bijzondere curator in eerste aanleg voltooid.

5.De beslissing

De rechtbank
FA RK 21-4983
5.1
stelt vast dat er geen verzoeken meer voorliggen en de procedure met deze beschikking wordt beëindigd.
FA RK 21-6188
5.2
stelt vast [de man] , geboren op [geboortedag 2] 1952 te [geboorteplaats 2] en overleden op [overlijdensdatum] 2021 te Hilversum , de vader is van [belanghebbende]
,geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 2004;
5.3
verstaat dat de griffier – op grond van artikel 1:20e lid 1 BW – niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking – en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld – een afschrift van deze beschikking zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
5.4
veroordeelt de moeder en [belanghebbende] beiden tot betaling van de helft van de kosten van het deskundigenonderzoek, zijnde een bedrag van € 352,50 ieder, aan de griffier van de rechtbank, die deze kosten voorgeschoten heeft;
5.5
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. Slot, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 april 2023 in tegenwoordigheid van mr. Van Ginneke, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.