Uitspraak
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2022, hierna: [minderjarige].
1.Het procesverloop
- het op 3 maart 2023 ontvangen verzoekschrift, met producties;
- het op 14 april 2023 ontvangen verweerschrift, met producties.
- de man, bijgestaan door mr. Özgül;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Groenhuis-Kools;
- een vertegenwoordigster namens de Raad.
2.De feiten
3.De verzoeken
- dat de man gerechtigd is tot het hebben van omgang met [minderjarige], iedere zaterdag van 12:00 uur t/m 14:00 uur en dat de voornoemde omgangsregeling iedere week wordt uitgebreid met 1 uur extra;
- dat de vrouw wordt gehouden om iedere drie weken de man te berichten aangaande de persoonlijke ontwikkelingen en andere aangelegenheden van [minderjarige], mits er sprake is van een omgangsregeling. Indien er geen sprake is van een omgangsregeling tussen de man en [minderjarige], dient de vrouw de man om de week te berichten;
- het voorgaande met ingang van een zodanige datum als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren en met uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beschikking.
4.De beoordeling
- de ouders hebben inzicht in de (psychologische) gevolgen van de scheiding voor het kind;
- het kind heeft een stem in het scheidingsproces, voelt zich gehoord en gesteund;
- de (gezagdragende) ouders zorgen voor afspraken en beslissingen die in het belang zijn van het kind;
- het kind en de (gezagdragende) ouders hebben onbelast contact met elkaar.
- Bestaat er, bij toewijzing van het gezag aan de ouders gezamenlijk, een onaanvaardbaar risico dat de minderjarige klem of verloren zal raken tussen de ouders en is niet te verwachten dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zal komen of is het anderszins in het belang van de minderjarige te achten om af te wijken van het in de wet neergelegde uitgangspunt dat de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen?
- Welke omgangsregeling tussen de man en de minderjarige komt het meest tegemoet aan de belangen van de minderjarige?
- Welke informatieregeling tussen de ouders over de minderjarige komt het meest tegemoet aan de belangen van de minderjarige?
5.De beslissing
dinsdag 23 januari 2024 PRO FORMA, of zoveel eerder als mogelijk is, in de hoofdprocedure bekend onder het zaaknummer C/02/407113 / FA RK 23-1086 de rapportage over het verloop en het resultaat van het (jeugd)hulpverleningstraject bij de rechtbank in te dienen;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.