ECLI:NL:RBZWB:2023:3141
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzoeken om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen en heffingsrente
Op 10 mei 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, een inwoner van Duitsland, in beroep ging tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. De zaak betreft verzoeken om ambtshalve vermindering van aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2010, 2011 en 2012. De inspecteur had eerder de bezwaren van belanghebbende tegen de aanslagen en de daarbij opgelegde heffingsrente en belastingrente afgewezen, omdat deze verzoeken buiten de daarvoor geldende termijn waren ingediend. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de beroepen beoordeeld en vastgesteld dat de verzoeken om ambtshalve vermindering te laat waren ingediend. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de verzoeken terecht heeft afgewezen, omdat belanghebbende geen verschoonbare redenen heeft aangevoerd voor de termijnoverschrijding. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of terugbetaling van griffierecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.