ECLI:NL:RBZWB:2023:3142

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
10 mei 2023
Zaaknummer
C/02/407960 / KG ZA 23-141 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. van den Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens door Argenta in registers van financiële instellingen

In deze zaak hebben eisers, voormalige echtelieden, een kort geding aangespannen tegen Argenta Spaarbank NV. De eisers vorderen dat Argenta de registratie van hun persoonsgegevens in verschillende registers verwijdert, omdat zij van mening zijn dat deze registratie onrechtmatig is. De achtergrond van de zaak betreft een hypothecaire lening die door eisers bij Argenta is aangevraagd. Tijdens de aanvraag hebben eisers informatie over hun financiële situatie verstrekt, maar Argenta heeft later geconstateerd dat er relevante informatie was achtergehouden, wat leidde tot de registratie van eisers als fraudeurs in de registers van financiële instellingen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers onvoldoende informatie hebben verstrekt over hun veranderde financiële situatie, met name de beëindiging van het dienstverband van eiseres sub 2. De rechtbank oordeelt echter dat de ernst van deze overtreding gering is en dat Argenta geen schade heeft geleden door de handelwijze van eisers, aangezien zij hun hypotheekverplichtingen altijd zijn nagekomen. De rechtbank concludeert dat de verwerking van persoonsgegevens in de registers niet voldoet aan de eisen van proportionaliteit, gezien de zware gevolgen voor eisers.

De vordering van eisers om de registratie te verwijderen wordt toegewezen, en Argenta krijgt zeven dagen de tijd om aan deze uitspraak te voldoen. Daarnaast wordt Argenta veroordeeld in de proceskosten van eisers. De rechtbank wijst de overige vorderingen van eisers af, waaronder de vordering tot het opleggen van een dwangsom.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Locatie Breda
Cluster II Handelszaken
zaaknummer / rolnummer: C/02/407960 / KG ZA 23-141
Vonnis in kort geding van 4 mei 2023
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. P.A. Bonaparte te Eindhoven,
tegen
de naamloze vennootschap
ARGENTA SPAARBANK NV,
gevestigd te Antwerpen, België, kantoorhoudende te Breda,
gedaagde,
advocaat mr. E.E.W. Danen te Rosmalen.
Hierna zullen eisers [eiser sub 1] en [eiser sub 2] genoemd worden en gedaagde Argenta.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 april 2023 met producties 1 t/m 52;
  • de producties 1 t/m 14 van de zijde van Argenta;
  • de mondelinge behandeling op 18 april 2023;
  • de pleitnota van Argenta.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen een deelovereenkomst gesloten die in een proces-verbaal is opgenomen. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] zijn voormalige echtelieden.
2.2.
[eiser sub 2] is op grond van een op 30 april 2017 getekende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (1 jaar) per 1 mei 2017 in dienst getreden bij [bedrijf 1], handelend onder de naam [bedrijf 2] te [plaats 1] .
2.3.
[eiser sub 1] is op grond van een op 1 juni 2017 ondertekende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (1 jaar) per 1 juni 2017 in dienst getreden bij [bedrijf 3] v.o.f. te [plaats 2] .
2.4.
Op 9 november 2017 hebben [eiser sub 1] en [eiser sub 2] een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de aankoop van de woning aan de [adres 1] te [plaats 3] . (hierna: de woning) voor een koopsom van € 220.000,00, kosten koper. In de koopovereenkomst was een financieringsvoorbehoud opgenomen. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben zich voor financieel advies gewend tot de heer [naam 1] van de Hypotheekshop te [plaats 4] (hierna: de financieel adviseur). In verband met eigen middelen bedroeg de gewenste financiering
€ 181.000,00. Zij hebben een financieringsaanvraag gedaan bij Argenta, een financiële instelling.
2.5.
Argenta heeft op 13 november 2017 een renteaanbod gedaan aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] . Dit aanbod was geldig tot 13 maart 2018. Argenta heeft bij de toezending van het renteaanbod diverse documenten opgevraagd, waaronder:
− een salarisstrook van [eiser sub 1] , en van [eiser sub 2] , niet ouder dan drie maanden,
− een arbeidsovereenkomst of aanstellingsbrief van [eiser sub 1] , en van [eiser sub 2] ,
− een werkgeversverklaring met handtekening van de werkgever van [eiser sub 1] en van [eiser sub 2] , welke verklaringen voldoen aan de regels van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG).
2.6.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben op 8 december 2017 via hun financieel adviseur aan Argenta informatie aangeleverd, waaronder:
− een salarisstrook van [eiser sub 1] van [bedrijf 3] B.V. van over december 2017,
− een salarisstrook van [eiser sub 2] van [bedrijf 2] over november 2017,
− de arbeidsovereenkomst tussen [eiser sub 1] en [bedrijf 3] v.o.f . van 1 juni 2017,
− de arbeidsovereenkomst tussen [eiser sub 2] en [bedrijf 2] van 30 april 2017,
− de werkgeversverklaring van [bedrijf 3] v.o.f van 30 oktober 2017,
− de werkgeversverklaring van [bedrijf 2] van 12 december 2017.
2.7.
[eiser sub 2] is omstreeks januari 2018 gestopt met haar werkzaamheden bij [bedrijf 2] . Zij is toen gaan studeren en ontving studiefinanciering.
2.8.
Argenta heeft op 18 januari 2018 aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] bericht dat het dossier finaal is bekeken waarbij is geconstateerd dat de door de werkgever van [eiser sub 2] getekende werkgeversverklaring niet voldeed aan de regels van de NHG, aangezien er een loonsverhoging is geweest in november. Verzocht is een nieuwe werkgeversverklaring te overleggen volgens het hogere salaris. [eiser sub 2] heeft op 18 januari 2018 een nieuwe werkgeversverklaring van [bedrijf 2] overgelegd.
2.9.
Argenta heeft bij brief van 19 januari 2018 aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] bericht dat alle ontvangen gegevens en documenten kloppen en dat zij voldoen aan de regels van Argenta hypotheek met NHG. Aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] is een offerte verstrekt met het verzoek die voor 2 februari 2018 te tekenen en te retourneren. De offerte is op 22 januari 2018 door [eiser sub 1] en [eiser sub 2] getekend en aan Argenta geretourneerd.
2.10.
Op 1 februari 2018 zijn de hypotheekakte en de leveringsakte gepasseerd, waarbij door Argenta een hypothecaire financiering van € 181.000,00 aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] is verstrekt.
2.11.
[eiser sub 1] is per 1 maart 2021 op grond van een op die datum ondertekende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (1 jaar) in dienst getreden bij [bedrijf 4] B.V.
2.12.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben op 20 augustus 2021 een echtscheidingsconvenant ondertekend. Zij zijn daarin onder meer overeengekomen dat de woning wordt overgenomen door [eiser sub 1] , en dat [eiser sub 1] de helft van de overwaarde, zijnde een bedrag van € 48.000,00, aan [eiser sub 2] zal voldoen bij overdracht van de woning aan hem.
2.13.
[eiser sub 2] heeft in het kader van de echtscheidingsprocedure de woning verlaten en haar intrek genomen bij familie in Utrecht.
2.14.
Op 2 november 2021 heeft de rechtbank Oost-Brabant op gezamenlijk verzoek van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] de echtscheiding tussen hen uitgesproken. Op 10 november 2021 is de echtscheidingsbeschikking ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.15.
De financieel adviseur van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] heeft op 9 december 2021 op hun verzoek bij Argenta een aanvraagformulier ingediend voor het ontslag van [eiser sub 2] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid uit de hypothecaire geldlening. Tevens is verzocht om een aanvullende financiering van € 48.000,00 in verband met het aan [eiser sub 2] te betalen bedrag ter zake de overwaarde van de woning. Bij het aanvraagformulier is gevoegd de arbeidsovereenkomst tussen [eiser sub 1] en [bedrijf 4] van 1 maart 2021 en de salarisstroken van [eiser sub 1] over de maanden augustus en september 2021, afkomstig van [bedrijf 4] .
2.16.
[eiser sub 1] heeft op 21 december 2021 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd getekend met [bedrijf 5] BV. Op grond van die arbeidsovereenkomst is hij daar op 2 januari 2022 in dienst getreden.
2.17.
Op 13 januari 2022 heeft Argenta aan [eiser sub 1] een renteaanbod gedaan met betrekking tot de aanvullende hypothecaire geldlening. Dit is op 21 januari 2022 door [eiser sub 1] ondertekend. [eiser sub 1] heeft Argenta in januari 2022 een salarisstrook verstrekt van december 2021 afkomstig van [bedrijf 4] .
2.18.
In Bij brieven van 28 februari en 27 maart 2022 heeft Argenta [eiser sub 1] verzocht een nieuwe werkgeversverklaring te overleggen omdat de geldigheid van de vorige was verlopen. [eiser sub 1] heeft op 31 maart 2022 een werkgeversverklaring overgelegd van [bedrijf 5] en een salarisstrook afkomstig van [bedrijf 5] over de maand maart 2022.
2.19.
Op 11 april 2022 heeft [eiser sub 1] een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de koop van de woning [adres 2] te [plaats 1] . Hij heeft daarvoor financiering aangevraagd bij ING-bank voor een bedrag van € 298.500,00. Deze aanvraag is goedgekeurd.
2.20.
Argenta heeft op 9 mei 2022 via de financieel adviseur van [eiser sub 1] de navolgende stukken opgevraagd:
- contract van de leaseauto;
- volledig bankafschrift over de maand april 2021;
- de voor de uitoefening van de functie behaalde diploma’s
- de salarisstroken van [eiser sub 1] over de maanden januari, februari en april 2022,
- aangifte inkomstenbelasting 2021,
- aangifte omzetbelasting 1e kwartaal 2022.
Deze documenten zijn aan Argenta toegestuurd.
2.21.
[eiser sub 1] heeft op 24 mei 2022 een klacht ingediend bij Argenta in verband met de lange doorlooptijd van zijn aanvraag.
2.22.
[naam 2] (die het beheer van hypotheken en consumptief krediet voor financiële instellingen zoals Argenta begeleidt) heeft [eiser sub 1] in juni 2022 een aantal vragen gesteld naar aanleiding van de aanvraag. [eiser sub 1] heeft deze op 16 juni 2022 beantwoord.
Bij email van 14 juli 2022 heeft [naam 2] aan [eiser sub 1] bericht dat bij de beoordeling van de nieuwe aanvraag ook in overweging wordt genomen hoe de eerste hypotheek tot stand is gekomen.
2.23.
Op 15 juli 2022 heeft de levering van de woning te [plaats 1] aan [eiser sub 1] plaats-gevonden en het passeren van de hypotheekakte van ING. [eiser sub 1] heeft zijn intrek genomen in deze woning.
2.24.
Op 25 juli 2022 heeft Argenta aan [eiser sub 1] bericht dat de aanvraag wordt afgewezen omdat zij daar geen vertrouwen in heeft.
2.25.
Bij brief van 1 december 2022 heeft Argenta aan [eiser sub 1] bericht:
" U ontvangt deze brief omdat u informatie heeft verzwegen bij uw hypotheekaanvraag bij
Argenta. Dit betreft het volgende:

U heeft een aanvraag tot ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid t.a.v. mevrouw[eiser sub 2]
ingediend. Tijdens de aanvraag bent u van baan gewisseld, maar heeft u Argenta hier niet van op de hoogte gesteld.

Na de ingangsdatum van uw nieuwe dienstverband, heeft u nog een salarisstrook van uw oude werkgever overgelegd.

Op 12 april 2022 bent u een hypothecaire lening aangegaan bij de ING Bank. U heeft deze lening verzwegen bij uw aanvraag.

Ook tijdens de initiële hypotheekaanvraag in 2018 bent u van baan gewisseld zonder Argenta hiervan op de hoogte te stellen. Dit blijkt uit het UWV-verzekeringsbericht die u in 2022 heeft aangeleverd. Op basis van het nieuwe lagere inkomen was de hypothecaire lening niet aan u verstrekt. .

U heeft de hypotheek samen met mevrouw[eiser sub 2]
aangevraagd. Bij de initiële aanvraag is op 18-1-2018 een werkgeversverklaring overgelegd, terwijl uit het onderzoek is gebleken dat mevrouw in 2018 geen dienstverband had.
als u de juiste en volledig informatie had gedeeld, was de lening niet aan u verstrekt. Hierover hebben wij contact gehad, maar hierbij heeft u ons niet kunnen geruststellen dat u dergelijk gedrag niet opnieuw zou vertonen. Om de integriteit van het financiële stelsel te waarborgen hebben wij het onderstaande besluit genomen
Besluit
Argenta Veiligheidszaken heeft besloten dat de gebeurtenis en uw persoonsgegevens worden opgenomen in het Incidentenregister, het Externe Verwijzingsregister van de Stichting Fraudebestrijding Hypotheken (SHF), het Interne Verwijzingsregister van Argenta en de Gebeurtenissenadministratie.
Daarnaast zullen uw persoonsgegevens worden opgenomen in het bancaire Intern Verwijzingsregister van Argenta.De registratie is voor de duur van maximaal 8 jaar.”.
2.26.
Op 1 december 2022 heeft ook [naam 2] een brief gestuurd aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] waarin zij namens Argenta onder meer aangeeft de bancaire relatie met [eiser sub 1] en [eiser sub 2] te beëindigen en dat zij vanaf dagtekening van de voormelde brief 4 maanden de tijd en gelegenheid krijgen om de woning te verkopen, dan wel elders te herfinancieren.
2.27.
De advocaat van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben Argenta op 15 maart 2023 gesommeerd om de door haar ten laste van eisers getroffen maatregelen ongedaan te maken en de hypothecaire financieringsovereenkomst met [eiser sub 1] en [eiser sub 2] na te komen. Argenta weigert dat.
2.28.
De financiële instellingen gebruiken in verband met de waarborging van de veilig-heid en integriteit van de financiële sector en de aanpak van sector gerelateerde criminaliteit het Incidenten Waarschuwingssysteem Financiële Instellingen (Waarschuwingssysteem). Het waarschuwingssysteem bestaat uit het Incidentenregisters en een daaraan gekoppeld Extern Verwijzingsregister. De gegevens die zijn vastgelegd in het Incidentenregister kunnen worden uitgewisseld ten behoeve van onderzoek naar incidenten. In het extern verwijzingsregister worden de verwijzingsgegevens vastgelegd die raadpleegbaar zijn voor andere financiële instellingen. Regels met betrekking tot de opname van incidenten in genoemde registers zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (het Protocol).

3.Het geschil

3.1.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] vorderen als voorlopige voorziening:
1. Argenta te veroordelen om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis de gedane registratie(duur) van de persoonsgegevens van [eiser sub 1] en/of [eiser sub 2] in de gebeurtenissenadministratie, het Interne Verwijzingsregister, het Incidentenregister en/of het Extern Verwijzingsregister te verwijderen en/of in te korten en verwijderd en/of ingekort te houden;
2. Argenta te veroordelen om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis de overeenkomst net [eiser sub 1] en/of [eiser sub 2] inzake de hypothecaire financiering integraal na te komen en de bancaire relatie te herstellen voort te zetten op gelijke wijze als zij dat deed vóór 1 december 2022;
3. een zodanige beslissing te nemen die de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren, dit zoveel mogelijk in lijn met het hier gevorderde;
4. zulks op verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of iedere keer dat Argenta niet aan het gevorderde onder 1 tot en met 3 zal voldoen met een maximum van € 50.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen (maximaal) bedrag aan dwangsom; en
5. Argenta te veroordelen in de proceskosten, alsook de nakosten van dit geding en de wettelijke rente over deze proceskosten,
3.2.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen overeengekomen dat, gelet op de tussen hen gesloten deelovereenkomst met betrekking tot vordering 2, alleen vonnis wordt verzocht met betrekking tot het onder 1, 3, 4 en 5 gevorderde.
3.3.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] stellen zich op het standpunt, samengevat, dat Argenta jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld door hun persoonsgegevens in de registers te verwerken, omdat niet voldaan is de opnamecriteria en de proportionaliteitstoets in het Protocol. Evenmin is voldaan aan de eisen in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet AVG. (UAVG). [eiser sub 1] en [eiser sub 2] staan ten onrechte als fraudeur geregistreerd. Zij worden daardoor zwaar in hun belangen getroffen. Als gevolg van de registratie is het voor hen niet mogelijk om bij een andere financiële instelling een financiering te verkrijgen, terwijl Argenta de hypothecaire geldlening met betrekking tot de woning heeft opgezegd. Bovendien lopen zij daarnaast het risico dat ING de financieringsrelatie met betrekking tot de woning in [plaats 1] zal beëindigen als zij bekend wordt met de registratie.
3.4.
Argenta heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] in hun vorderingen, althans hun vorderingen af te wijzen, dan wel te weigeren, met veroordeling van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] in de kosten van het geding. Haar verweer houdt, samengevat, in dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] voor de verstrekking van de hypothecaire geldlening relevante informatie hebben achtergehouden en in strijd met de waarheid hebben verklaard. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben fraude gepleegd, althans opzettelijke misleiding c.q. oplichting en wel op meerdere momenten. Er is sprake van meerdere incidenten en al die incidenten samen geven voldoende reden om tot registratie over te gaan. Er is dan ook voldaan aan de voorwaarden opgenomen in het Protocol.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben voldoende spoedeisend belang bij hun vorderingen. De vorderingen strekken ertoe een einde te maken aan een onrechtmatige toestand. Dit is naar zijn aard spoedeisend.
4.2.
De vraag die voorligt is of Argenta onrechtmatig heeft gehandeld door de persoonsgegevens van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] in de registers te verwerken. Beide partijen beroepen zich op het Protocol.
4.3.
In het Protocol wordt een Incident omschreven als:
“een gebeurtenis die als gevolg heeft, zou kunnen hebben of heeft gehad, dat de belangen, integriteit of veiligheid van de cliënten of medewerkers van een Financiële Instelling, de Financiële Instelling zelf of de financiële sector als geheel in het geding zijn of kunnen zijn, zoals het falsificeren van nota’s, identiteitsfraude, skimming, verduistering in dienstbetrekking, phishing en opzettelijke misleiding”.
In artikel 3.1.1. Protocol is bepaald dat financiële instellingen persoonsgegevens in het incidentenregister mogen vastleggen ten behoeve van het in artikel 4.1.1 Protocol genoemde doel, naar aanleiding van of betrekking hebbend op een Incident.
In artikel 4.1.1. Protocol wordt het doel als volgt omschreven:
“Het geheel aan Verwerkingen ten aanzien van het Incidentenregister heeft tot doel het ondersteunen van activiteiten gericht op het waarborgen van de veiligheid en de integriteit van de financiële sector, daaronder mede begrepen (het geheel van) activiteiten die gericht zijn:
  • op het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van gedragingen die kunnen leiden tot benadeling van de branche waar de Financiële Instelling deel van uitmaakt, van de economische eenheid (groep) waartoe de Financiële Instelling behoort, van de Financiële Instelling zelf, alsmede van haar cliënten en medewerkers;
  • op het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van oneigenlijk gebruik van producten, diensten en voorzieningen en/of (pogingen) tot strafbare of laakbare gedragingen en/of overtreding van (wettelijke) voorschriften, gericht tegen de branche waar de Financiële Instelling deel van uitmaakt, de economische eenheid (groep) waartoe de Financiële Instelling behoort, de Financiële Instelling zelf, alsmede haar cliënten en medewerkers;
  • op het gebruik van en de deelname aan waarschuwingssystemen.
Artikel 4.1.2. bepaalt dat bij de vastlegging in het Incidentenregister het proportionaliteitsbeginsel en het subsidiariteitsbeginsel in acht worden genomen.
4.4.
De omstandigheid dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] aannemelijk dienen te maken dat Argenta onrechtmatig handelt door de opname in de registers neemt niet weg dat Argenta voldoende feitelijk en gemotiveerd dient te onderbouwen dat er sprake is geweest van incidenten. Argenta noemt de navolgende incidenten:
Met betrekking tot de hypotheekverstrekking in 2018:
(1) [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben niet gemeld dat de arbeidsovereenkomst tussen [eiser sub 1] en [bedrijf 3] v.o.f kennelijk per 31 december 2017 is geëindigd. Uit het door haar als productie 13 overgelegde verzekeringsoverzicht van het UVW blijkt dat [eiser sub 1] in 2018 voor [bedrijf 1] heeft gewerkt.
(2) [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben niet gemeld dat [eiser sub 2] per 1 januari 2018 is gestopt met werken en dat zij is gaan studeren. [eiser sub 2] heeft zelfs nog een nieuwe werkgeversverklaring van [bedrijf 2] overgelegd, terwijl zij daar niet meer werkte.
Ten tijde van het verstrekken van de hypothecaire geldlening op 1 februari 2018 was de financiële situatie van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] dus volstrekt anders dan zij de bank (bij de aanvraag) hebben voorgehouden. Op basis van het werkelijke, fors lagere, inkomen zou de hypotheek niet verstrekt zijn. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] waren verplicht aan Argenta de juiste en volledige gegevens aan te leveren en geen informatie achter te houden die relevant was voor de hypotheekverstrekking. Zij hebben dus in strijd met de waarheid verklaard bij het ondertekenen van de offerte.
Met betrekking tot de aanvraag in 2021/2022:
(3) Gebleken is dat [eiser sub 1] tijdens de aanvraag van werkgever is gewisseld en dat hij dit niet heeft gemeld. Gelet op de opzegtermijn van 1 maand moet hij zijn dienstverband bij [bedrijf 4] eind november 2021 hebben opgezegd, dus voor de indiening van het verzoek op 9 december 2021. [eiser sub 1] heeft in januari 2021 nog een salarisstrook van [bedrijf 4] overgelegd terwijl hij toen al werkte bij [bedrijf 5] . Het is Argenta pas na diverse verzoeken om aanvullende informatie en het stellen van vragen duidelijk geworden dat er sprake is geweest van wisseling van dienstverband. Bovendien zijn de overgelegde stukken en verklaringen met betrekking tot het nieuwe dienstverband tegenstrijdig. Bij de stukken die [eiser sub 1] op 29 maart 2022 heeft verstrekt zit een loonstrook van maart 2022 waarop staat dat hij een contract heeft voor bepaalde tijd, terwijl Argenta beschikt over een loonstrook van maart 2022 waarop staat dat hij een contract heeft voor onbepaalde tijd. Dit alles heeft ertoe geleid dat de behandeling van de aanvraag lang heeft geduurd.
(4) Daarnaast heeft [eiser sub 1] niet gemeld dat hij de koopovereenkomst heeft gesloten met betrekking tot de woning in [plaats 1] , noch dat hij daarvoor een nieuwe hypothecaire geldlening is aangegaan bij de ING, ook niet nadat Argenta op 9 mei 2022 nog een verzoek had gestuurd voor het overleggen van ontbrekende stukken en de aanvraag voor de aanvullende financiering en ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid nog in behandeling was. De bank heeft dit zelf moeten constateren. Op basis van het inkomen van [eiser sub 1] is het niet mogelijk om twee woningen te financieren. Ten slotte heeft [eiser sub 1] bij de bank verklaard dat hij zijn hoofdverblijf heeft en zal hebben in de woning, maar heeft hij zijn intrek genomen in de woning te [plaats 1] . Dit is in strijd is met de voorwaarden van de NHG dat hij hoofdverblijf moet hebben in de woning.
Ad (1)
[eiser sub 1] stelt dat hij ten tijde van de financieringsaanvraag in 2018 niet van baan is veranderd. Hij is pas in februari/maart 2018 van baan veranderd en heeft ook pas daarna in 2018 een UVW-uitkering gehad. Wel is tijdens zijn dienstverband [bedrijf 3] v.o.f. overgegaan in [bedrijf 3] B.V.
Argenta heeft onvoldoende onderbouwd dat [eiser sub 1] tijdens de hypotheekaanvraag van baan is gewisseld. De enkele verwijzing naar het UVW-verzekeringsoverzicht is daartoe onvoldoende. Bovendien stelt Argenta in dit verband onder punt 16 van haar pleitnota dat [eiser sub 1] “vanaf ergens in 2018” werkzaam was bij [bedrijf 1] en dat hij gelet op het aantal gewerkte uren dat jaar niet het hele jaar fulltime heeft gewerkt. Dit is naar het oordeel van de voorzieningenrechter verklaarbaar gelet op het feit dat [eiser sub 1] bij [bedrijf 3] vof/BV een arbeidsovereenkomst had voor bepaalde tijd, namelijk tot 1 juni 2018.
Vooralsnog is niet aannemelijk gemaakt dat [eiser sub 1] ten tijde van de financieringsaanvraag onjuiste gegevens aan Argenta heeft verstrekt of relevante wijzigingen niet heeft gemeld met betrekking tot zijn eigen dienstbetrekking. Dat het “heel goed mogelijk” is dat [eiser sub 1] in januari en/of februari 2018 geen inkomen had, zoals Argenta heeft gesteld, is door haar niet nader toegelicht. Dit alles leidt ertoe dat in zoverre niet gebleken is van fraude, opzettelijke misleiding of oplichting door [eiser sub 1] .
Ad (2)
Vast staat dat [eiser sub 2] omstreeks 1 januari 2018 is gestopt met werken en is gaan studeren. Vast staat ook dat zij dat niet heeft gemeld aan Argenta en dat zij op 18 januari 2018 nog een nieuwe werkgeversverklaring van [bedrijf 2] heeft overgelegd, terwijl zij daar niet meer werkte. Voor het verkrijgen van een hypothecaire geldlening is de hoogte van het inkomen van essentieel belang. Anders dan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] stellen is niet doorslaggevend of de bij de aanvraag verstrekte gegevens kloppen, maar of deze gegevens nog kloppen ten tijde van het verstrekken van de financiering. Dit betekent dus dat zolang de hypotheekakte niet is gepasseerd het aan de bank moet worden gemeld als het relevante inkomen lager is geworden. Dit betekent namelijk een materiële wijziging van de aanvraag. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hadden het wegvallen van het inkomen van [eiser sub 2] in 2018 dus moeten melden. Door dit niet te doen hebben zij gehandeld in strijd met de algemene voorwaarden van Argenta en is sprake van opzettelijke misleiding.
Ad (3)
Ten tijde van de aanvraag tot ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid en aanvullende financiering werkte [eiser sub 1] voor [bedrijf 4] . Tijdens de behandeling van de aanvraag is [eiser sub 1] is per 1 januari 2022 in dienst getreden bij [bedrijf 5] . Hij heeft op 31 maart 2022 Argenta de werkgeversverklaring en salarisstrook van [bedrijf 5] overgelegd. De salarisstroken over de maanden januari, februari en april 2022 heeft [eiser sub 1] in mei 2022 overgelegd. De voorzieningenrechter stelt vast dat [eiser sub 1] de baanwisseling dus niet voor Argenta heeft verzwegen. De omstandigheid dat [eiser sub 1] in januari 2022 nog een salarisstrook van [bedrijf 4] heeft overgelegd doet daar niet aan af, omdat [eiser sub 1] toen nog niet de beschikking had over een salarisstrook van [bedrijf 5] . Bovendien ging [eiser sub 1] er als gevolg van de baanwisseling qua inkomen op vooruit, aangezien hij bij [bedrijf 4] € 3.000,00 bruto per maand verdiende tegen € 4.400,00 bruto per maand bij [bedrijf 5] . [eiser sub 1] kon er redelijkerwijs van uitgaan dat de baanwisseling niet zou leiden tot een materiële wijziging van de aanvraag. Met betrekking tot de tegenstrijdigheid in de overgelegde salarisstroken van maart 2022 met betrekking tot de vermelding “bepaalde/onbepaalde tijd” heeft [eiser sub 1] tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat de vermelding “bepaalde tijd” een administratieve fout was van de werkgever en dat deze fout na melding is gecorrigeerd in “onbepaalde tijd”. Argenta heeft dit niet weersproken.
Onder deze omstandigheden is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter ten aanzien van dit onderdeel geen sprake geweest van fraude, opzettelijke misleiding of oplichting door [eiser sub 1] .
Ad (4)
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben tijdens de mondelinge behandeling als volgt verklaard. [eiser sub 2] heeft in verband met de echtscheiding de woning in de loop van 2021 verlaten en zij is bij familie in Utrecht gaan wonen. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hadden de intentie dat [eiser sub 1] de woning zou overnemen en [eiser sub 2] zou uitkopen. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] gingen ervan uit dat Argenta op de aanvraag voor ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid en de aanvullende financiering binnen een redelijke termijn -van hooguit drie maanden- zou hebben beslist. Die beslissing bleef echter uit en [eiser sub 2] kon niet langer bij de familie blijven inwonen. Zij is toen teruggekeerd naar de woning. Omdat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] niet meer samen konden leven in dezelfde woning moest [eiser sub 1] op zoek naar andere woonruimte. Hij heeft toen de woning in [plaats 1] gekocht en is daar vervolgens gaan wonen. De bedoeling was dat de woning in [plaats 3] op korte termijn door [eiser sub 1] verkocht zou worden. Daarom is dit niet aan Argenta gemeld. ING heeft aan [eiser sub 1] de lening verstrekt met NHG, hetgeen ook wat betreft bewoning een onder de NHG toegelaten overgangssituatie betreft.
De voorzieningenrechter stelt vast dat [eiser sub 1] de woning in [plaats 1] op 11 april 2022 heeft gekocht, dus geruime tijd nadat het verzoek tot ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en het verstrekken van een aanvullende financiering is gedaan (9 december 2021). Zowel [eiser sub 1] als Argenta geven aan dat het door [eiser sub 1] ingediende verzoek toen al veel langer dan gebruikelijk in behandeling was. [eiser sub 1] heeft, blijkens voormelde verklaring, de woning in [plaats 1] als noodoplossing gekocht, waarbij het de bedoeling was dat gedurende een korte overgangsperiode sprake zou zijn van dubbele hypotheeklasten. Dit is bij de aankoop van een nieuwe woning niet ongebruikelijk. Ook is niet gebleken dat door [eiser sub 1] en [eiser sub 2] is gehandeld in strijd met de eisen van zelfbewoning door NHG, nu [eiser sub 2] de woning in [plaats 3] bewoont en [eiser sub 1] de woning in [plaats 1] .
Voormelde handelwijze kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet worden aangemerkt als een gebeurtenis die als gevolg heeft, zou kunnen hebben of heeft gehad, dat de belangen, integriteit of veiligheid van (cliënten of medewerkers van) Argenta of de financiële instelling als geheel in het geding zijn of kunnen zijn, bijvoorbeeld door fraude, oplichting of opzettelijke misleiding.
4.6.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat alleen ten aanzien van (2), het niet in januari 2018 melden van de beëindiging van het dienstverband van [eiser sub 2] , sprake is van een incident in de zin van het Protocol, dat zou kunnen leiden tot verwerking van de persoonsgegevens in de registers. Daarbij moeten de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht worden genomen.
4.7.
In dat kader is van belang dat het incident zich geruime tijd geleden, in 2018, heeft voorgedaan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de ernst van het feit gering: [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben bij de aanvraag van de financiering geen onjuiste gegevens verstrekt, maar zij hebben nagelaten om na de aanvraag relevante wijzigingen door te geven. Daarbij komt dat Argenta als gevolg van de handelwijze van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] geen schade heeft geleden: zij hebben vanaf 1 februari 2018 de verschuldigde hypotheektermijnen steeds volledig en tijdig voldaan. Gelet op dit alles voldoet de verwerking van de persoonsgegevens van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] in de registers niet aan de eisen van proportionaliteit, mede gelet op de zware gevolgen daarvan.
4.8.
Dit alles leidt ertoe dat de vordering 1 van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] wordt toegewezen en dat de overige stellingen van partijen geen bespreking meer behoeven. Argenta zal een termijn worden gegund van 7 dagen na betekening van vonnis om de persoonsgegevens uit de registers te verwijderen.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben daarom geen belang meer bij het onder 3 gevorderde, dat overigens ook te onbepaald is, zodat deze wordt afgewezen.
De onder 4 gevorderde dwangsom wordt eveneens afgewezen. Argenta heeft te kennen gegeven aan een eventuele veroordeling te zullen voldoen en er zijn geen redenen om aan te nemen dat dit zij niet aan de veroordeling zal voldoen
4.9.
Argenta is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
129,14
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
1.079,00
- overige kosten
0,00
Totaal
1.884,14
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Argenta om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis de gedane registratie van de persoonsgegevens van [eiser sub 1] en/of [eiser sub 2] in de gebeurtenissenadministratie, het Interne Verwijzingsregister, het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister te verwijderen en verwijderd te houden;
5.2.
veroordeelt Argenta in de proceskosten, aan de zijde van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.884,14;
5.3.
veroordeelt Argenta in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Argenta niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2023.