ECLI:NL:RBZWB:2023:3150

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 mei 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
AWB- 23_1211 H
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van uitspraak inzake WIA en proceskostenveroordeling

Op 11 mei 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De zaak betreft een eerdere uitspraak van de rechtbank van 30 maart 2023, waarin een onjuistheid was vastgesteld. In die uitspraak was de verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de eiseres ter hoogte van € 418,50. Echter, het bleek dat eiseres zich niet had laten bijstaan door een gemachtigde, wat de basis vormde voor de herziening van de uitspraak. De rechtbank heeft daarom besloten om de eerdere uitspraak te herstellen, waarbij de veroordeling in de proceskosten is komen te vervallen. De rechtbank heeft de uitspraak verder ongewijzigd gelaten, wat betekent dat de overige onderdelen van de uitspraak van 30 maart 2023 intact blijven. Deze beslissing is genomen door rechter I.M. Josten, in aanwezigheid van griffier C.J.M. Hendrickx, en is openbaar gemaakt op 11 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/1211

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 mei 2023 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Op 30 maart 2023 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in bovengenoemde zaak.

Overwegingen

Gebleken is dat in de uitspraak en in het dictum van genoemde uitspraak een onjuistheid is vermeld. Het betreft de veroordeling van verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 418,50. Gebleken is dat eiseres zich niet heeft laten bijstaan door een gemachtigde. Daarom zal de rechtbank de uitspraak als volgt herstellen.

Beslissing

De rechtbank:
- herstelt de tussen partijen onder bovengenoemd zaaknummer gedane uitspraak van
30 maart 2023 aldus, dat verweerder niet wordt veroordeeld in de proceskosten van
eiseres;
- laat voornoemde uitspraak voor het overige ongewijzigd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van
C.J.M. Hendrickx, griffier, op 11 mei 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: