ECLI:NL:RBZWB:2023:3153

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
10156136 CV EXPL 22-3193 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Sierkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding op basis van non-conformiteit bij de verkoop van een tweedehands auto

In deze zaak vordert de eiser, die een tweedehands auto heeft gekocht van de gedaagde, schadevergoeding op basis van non-conformiteit. De eiser heeft de auto op 4 juni 2021 gekocht voor een bedrag van € 4.100,-. Slechts vier dagen later, op 8 juni 2021, ging de versnellingsbak kapot, waarna de auto naar een garage in Rotterdam is gebracht. De kosten voor de vervanging van de mechatronic pomp bedroegen € 1.089,-. De eiser heeft de gedaagde op de hoogte gesteld van het gebrek, maar de gedaagde heeft niet adequaat gereageerd. De eiser vordert in totaal € 1.859,-, bestaande uit de kosten voor de reparatie en bijkomende kosten. De gedaagde voert verweer en stelt dat de auto voor een lage prijs is verkocht en dat hij de auto heeft aangeboden om terug te kopen. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van non-conformiteit, maar dat de eiser de gedaagde niet schriftelijk in gebreke heeft gesteld. Desondanks wordt de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 632,50, bestaande uit de kosten voor de reparatie en buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10156136 \ CV EXPL 22-3193
Vonnis van 10 mei 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. D. Marcus, advocaat te Rijen,
tegen
[gedaagde],
wonende en zaakdoende te [vestigingsplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.Het verdere verloop van de procedure

De verdere procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 november 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 23 maart 2023.
Hierna is de uitspraak van het vonnis op vandaag bepaald.

2.De feiten

Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de overgelegde producties, gaat de kantonrechter -voor zover thans van belang- uit van de volgende feiten:
a. Op 4 juni 2021 is tussen partijen een koopovereenkomst tot stand gekomen. [eiser] heeft van [gedaagde] een tweedehands auto gekocht, een Volkswagen Golf 1.6 TDI Automaat (hierna: de auto).
Op 8 juni 2021 is tijdens het rijden de versnellingsbak kapot gegaan. [eiser] heeft de auto weg laten slepen naar een garage, Euro Transmissie BV in Rotterdam.
Op 8 juni 2021 stuurt [eiser] het volgende WhatsApp-bericht aan [gedaagde]:

‘Salam Oe3alaikom abi Ik pak die auto gister ik ben aan t rijden opeens die automaat bak werkt meer tijdens het rijden klapt die wollah broeder heb miss net 180 km in totaal gereden met die auto had morgen afspraak bij garage om alles te vervangen die riem enz grote beurt’

[gedaagde] reageert:
‘Hoe kan dat’
[eiser] reageert:
‘Wollah me ikweet abi heel raar man ik trok gwn normaal op reedt ongeveer 30/40 ik hoor een klap hij doet niks meer alleen in zijn N olie lekte ook’
[gedaagde]:
‘Wat is de probleem dan
Precies
Bak kapot’
[eiser]:
‘Garage had vandaag geen tijd morgen gaat die na kijken hij zegt bak maar morgen weet hij wat het is’
Op 9 juni 2021 gaat het contact via WhatsApp verder en schrijft [eiser]:
‘Salam Oe3alaikom Bro ik ben niet de moeilijkste wollah maar officieel moet ik de auto terug brengen na jou en moet jij kijken hoe je m gaat maken Dit is niet normaal bro mechatronic is kapot zit vast aan de automaatbak Als het iets kleins was kan ik nog zeggen fack it maar is duur geintje hij staat nu bij dsg specialist in Rotterdam hoe gaan we dit oplossen bro’
Dan is het volgende bericht op 11 juni 2021 en schrijft [eiser] aan [gedaagde]:
‘Salam Oe3alaikom broer laat me aub nog vandaag weten of die gast hem wilt kopen want heb voor morgen groot onderhoud in gepland want dan hoef ik die niet te doen’
Op 11 juni 2021 is door Euro Transmissie BV in Rotterdam de mechatronic pomp vervangen. De kosten voor het vervangen bedragen € 1.089,-.

3.De vordering en het verweer

3.1
[eiser] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.859,-, vermeerderd met rente en kosten. Dit bedrag bestaat volgens de opsomming van [eiser] uit € 1.089,- voor het vervangen van de mechatronic pomp, € 120,- voor een nieuwe wiellager en € 700,- voor het laten uitvoeren van een grote beurt aan de auto.
3.1.1
Aan zijn vordering legt [eiser], samengevat, het volgende ten grondslag.
heeft de auto voor € 4.100,- gekocht. Al na vier dagen en maar 180 kilometer te hebben gereden ging de versnellingsbak kapot en kon de auto niet meer rijden. De auto vertoonde een dusdanig gebrek dat normaal en veilig gebruik niet mogelijk was. Er is sprake van non-conformiteit als bedoeld in artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Ondanks dat [eiser] [gedaagde] op de hoogte heeft gesteld van het gebrek, heeft [gedaagde] niet (adequaat) gereageerd. [gedaagde] was niet van plan het gebrek aan de auto te herstellen. Daarom kon [eiser] niet anders dan de auto ergens anders te laten repareren. [gedaagde] is in verzuim en is gehouden de kosten die [eiser] heeft moeten maken te vergoeden. Omdat [eiser] nadat het gebrek zich openbaarde geen vertrouwen meer had in de auto, heeft hij een grote beurt gepland om de auto helemaal na te lopen. Daarom moet [gedaagde] ook die kosten aan [eiser] betalen. Op grond van de wet is [gedaagde] buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente verschuldigd.
3.2
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser]. Samengevat heeft [gedaagde] als verweer het volgende naar voren gebracht. De auto is verkocht voor een bedrag van € 3.250,-. Voor dat bedrag kun je niet veel verwachten, het is een ‘zo meenemen’ prijs. Zodra [gedaagde] op de hoogte was van het gebrek dat de auto vertoonde, heeft hij meteen aangeboden de auto voor het aankoopbedrag van € 3.250,- terug te willen kopen. [eiser] heeft van dat aanbod geen gebruik willen maken. [eiser] had [gedaagde] in de gelegenheid moeten stellen om het gebrek zelf te herstellen.
3.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna (onder 4, in De beoordeling), voor zover nodig, nog nader ingegaan.

4.De beoordeling

Consumentenkoop
4.1
De koop van de auto door [eiser] is een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 BW. [eiser] doet een beroep op non-conformiteit als bedoeld in artikel 7:17 BW.
Het uitgangspunt bij de beoordeling van een beroep op non-conformiteit is de in artikel 7:17 lid 1 BW neergelegde regel, dat een afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Op grond van artikel 7:17 lid 2 BW mag een koper verwachten dat de gekochte zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. De bewijslast van de non-conformiteit ligt in beginsel bij de koper. Maar een consument-koper, zoals [eiser], heeft op grond van de wet een bijzondere bescherming: als zich binnen zes maanden na de aflevering een gebrek openbaart, wordt de zaak vermoed al bij de aflevering niet aan de overeenkomst te hebben beantwoord (dat volgt uit artikel 7:18 lid 2 BW (oud), geldend voor overeenkom-sten die zijn gesloten tot en met 26 april 2022).
Het gebrek
4.2
Vast staat dat [eiser] de auto op 4 juni 2021 heeft gekocht voor een bedrag van
€ 4.100,- volgens [eiser] en van € 3.250,- volgens [gedaagde] en dat de versnellingsbak van de auto al op 8 juni 2021 tijdens het rijden kapot is gegaan, nadat [eiser] slechts 180 kilometer met de auto had gereden. Verder rijden was niet mogelijk en de auto is vervolgens weggesleept en naar een garage in Rotterdam gebracht, Euro Transmissie BV, versnellingsbakspecialist. Daar is geconstateerd dat de mechatronic kapot is. De kosten daarvan zijn € 1.089,-.
Dat betekent dat de auto niet zonder een kostbare reparatie kan worden hersteld. [eiser] kan zonder de reparatie niet meer aan het verkeer deelnemen met zijn auto. [eiser] had wel mogen verwachten dat hij na aankoop kon deelnemen aan het verkeer, zonder dat daarvoor dit soort kostbare reparaties aan essentiële onderdelen, zoals de versnellingsbak, nodig zouden zijn. [eiser] wist natuurlijk dat hij een tweedehands auto kocht en dat daarvoor lagere eisen gelden dan voor een nieuwe auto. Maar [eiser] hoefde er niet van uit te gaan dat de auto binnen een week al dit soort grote en kostbare reparaties zou moeten ondergaan.
4.3
Tegen deze achtergrond beschouwd, is aan [eiser] niet de auto geleverd die hij had mogen verwachten. De kantonrechter is daarom van oordeel dat er sprake is van non-conformiteit. Dat [gedaagde] de auto zonder garantie heeft verkocht doet aan het voorgaande niet af. Ook als een verkoper nadrukkelijk geen garantie aanbiedt, komt de consumentkoper in beginsel een beroep op non-conformiteit toe en is de eerder genoemde wettelijke bescherming van toepassing.
Ingebrekestelling
4.4
Bij non-conformiteit heeft een koper op grond van artikel 7:21 lid 1 BW recht op herstel van de afgeleverde zaak, mits de verkoper hieraan redelijkerwijs kan voldoen. Op grond van artikel 7:21 lid 6 BW is de koper pas bevoegd het herstel door een derde te laten doen en de kosten daarvan op de verkoper te verhalen, indien de verkoper niet binnen een redelijke tijd nadat hij daartoe door de koper schriftelijk is aangemaand, aan zijn verplichting tot herstel van de afgeleverde zaak heeft voldaan. Met andere woorden, de koper moet de verkoper schriftelijk in gebreke stellen. Daarvan is in dit geval geen sprake geweest.
4.5
[eiser] heeft [gedaagde] op 8 juni 2021 van het gebrek op de hoogte gesteld en op 9 juni 2021 gevraagd hoe hij van plan was dit te herstellen. [gedaagde] zegt te hebben voorgesteld de auto terug te kopen. Hoewel [eiser] dit betwist, blijkt dit naar het oordeel van de kantonrechter wel uit het WhatsApp bericht dat [eiser] op 11 juni 2021 aan [gedaagde] heeft gestuurd. In dat bericht vraagt [eiser] aan [gedaagde]:
‘(…) laat me aub nog vandaag weten of die gast hem wilt kopen (…)’.Hieruit blijkt dat partijen, waarschijnlijk telefonisch zoals [gedaagde] heeft gesteld, tussen 9 juni 2021 en 11 juni 2021 over het terugkopen en/of doorverkopen van de auto hebben gesproken. Indien [eiser] hier toch van af wilde zien en herstel van de auto wenste, had het op zijn weg gelegen [gedaagde] daarvan op de hoogte te stellen. [eiser] had [gedaagde] schriftelijk in gebreke dienen te stellen en hem een redelijke termijn moeten geven om zijn verplich-tingen onder de overeenkomst alsnog na te komen.
4.6
Dat [gedaagde] niet in gebreke is gesteld betekent echter niet dat de vordering tot het vergoeden van schade (volledig) moet worden afgewezen om de enkele reden dat de
ingebrekestelling ontbreekt. De functie van een ingebrekestelling is dat de schuldenaar ([gedaagde]) die toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van een overeenkomst alsnog een termijn krijgt om deugdelijk te presteren, onder meer omdat dit voor hem waarschijnlijk minder kostbaar is dan wanneer de schuldeiser ([eiser]) een derde opdracht geeft tot herstel of vervanging van de ondeugdelijke prestatie. [eiser] heeft, door [gedaagde] niet in gebreke te stellen, [gedaagde] ten onrechte de kans ontnomen het gebrek zelf te herstellen. De gevolgen daarvan komen voor rekening van [eiser], maar niet verder dan nodig is. Dit betekent dat, nu vast staat dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat [eiser] als gevolg daarvan schade heeft geleden, [gedaagde] gehouden is die kosten te vergoeden die hij zelf gemaakt zou hebben voor het herstellen van de gebreken als hij wel deugdelijk in gebreke was gesteld. Deze kosten worden door de kantonrechter naar redelijkheid en billijkheid vastgesteld op € 550-. De wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf de datum van dagvaarding.
Overige vorderingen
4.7
De twee andere, door [eiser] gevorderde bedragen zullen worden afgewezen, zoals de kantonrechter tijdens de mondelinge behandeling ook al heeft laten weten. Gesteld noch gebleken is dat [eiser] [gedaagde] daarvoor deugdelijk in gebreke heeft gesteld. Daarnaast heeft [eiser] de bedragen ook niet dan wel onvoldoende onderbouwd. Van het bedrag van € 120,- voor een nieuwe wiellager heeft [eiser] in het geheel geen bewijs overgelegd en de door [eiser] overgelegde factuur van € 700,- ziet niet op een grote beurt, maar op een “vork reparatie” en dateert bovendien van 29 november 2021. Verder blijkt uit het hierboven vermelde WhatsApp bericht van 8 juni 2021 dat de grote beurt ook al gepland stond, [eiser] schreef immers: ‘
(…)had morgen afspraak bij garage om alles te vervangen die riem enz grote beurt(onderstreping kantonrechter). Dit is in strijd met de stelling van [eiser] dat de grote beurt was ingepland omdat na de ontdekking van het gebrek zijn vertrouwen in de auto weg was.
4.8
[eiser] maakt ook aanspraak op een bedrag van € 1.105,59 (primair) of € 278,75
(subsidiair) aan buitengerechtelijke incassokosten. [eiser] heeft [gedaagde] op 29 juli 2021 per e-mail een aanmaning in de zin van artikel 6:96 lid 6 BW verstuurd, zodat buitengerechtelijke kosten verschuldigd zijn. De vergoeding voor die kosten wordt echter gebaseerd op de in deze procedure toe te wijzen hoofdsom van € 550,00,-, zodat een bedrag van € 82,50 toegewezen kan worden.
4.9
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
550,00
- buitengerechtelijke incassokosten
82,50
+
totaal
632,50
- betalingen
0,00
-/-
Totaal
632,50
4.1
Omdat beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
1. veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een bedrag te betalen van € 632,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 550,00 vanaf 7 oktober 2022 tot de dag van de volledige betaling;
2. compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; [1]
4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sierkstra en is in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2023.

Voetnoten

1.Het vonnis is ‘uitvoerbaar bij voorraad’ verklaard. Dit betekent dat de veroordeling uitgevoerd moet worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan tegen dit vonnis.